De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 183]
| |
Moederlijke zucht.Ga naar voetnoot*Gy, die, door liefde alleen bewogen,
Al wat bestaat, in 't daarzijn riept,
En, niet dan 't welzijn kunt beoogen
Van 't nietigst schepsel dat Gy schiept!
Gy hebt van Eeuwigheid besloten;
Uw Wijsheid maakte 't lot gewis
Der dwalende Natuurgenooten,
Geschapen naar uw beeltenis!
Geen grasjen kan het veld ontschieten,
Daar Gy, Vrijmachtbre, 't niet gebiedt:
Geen stervling 't levenslicht genieten,
Daar Gy verordent, ‘Blijf in 't niet.’
Maar, roept uwe Almacht hem in 't leven,
Hebt Gy hem uit het stof gewekt,
't Was niet, dan om hem blijk te geven,
Hoe verr' uw Vaderliefde strekt!
Vertroostend denkbeeld! - Gy, mijn Wichtjen,
Sproot uit die Vaderliefde voort,
Alschoon geen glansrijk zonnelichtjen
Het uur bescheen van uw geboort'.
Dat uur, hoe duister, hoe betoogen,
Was ook van Eeuwigheid bepaald:
Toen had Gods raad reeds overwogen,
Tot welk een eind gy ademhaalt.
| |
[pagina 184]
| |
Gy ook moogt op Gods goedheid roemen,
Wen ge eens Hem als uw God belijdt;
Hem ook, (wat heil!) uw Vader noemen,
Wiens kind, wiens teedre zorg gy zijt.
Hy, die der vloek ons heeft ontslagen,
Zich-zelv' met onze schuld belaân,
Heeft ook voor u de vloek gedragen,
Heeft ook voor u genoeggedaan.
ô! Zie dit hart, genadig Vader,
Erkentnisvol zijn dank U biên!
Gun, dat ik U ootmoedig nader;
En, zie mijn dankbre tranen vliên!
Ach, mocht ooit moederhart uw zegen
Verwerven voor heur teedre spruit,
Mijn wensch is in dees beê gelegen:
Voer aan mijn kind uw wil slechts uit!
Uw wil, uw eeuwig welbehagen,
Bestemde ons niet dan zaligheid:
En, zijn er stormende onweêrvlagen
Voor dees mijn dierbre telg bereid, -
Bestemt Gy hem, ô Opperkoning,
Tot kruis op deeze onzalige aard...
Ach! zij hem in uw Hemelwoning
Het hoogst, het eenigst goed bewaard!
1798.
|
|