De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 175]
| |
Gelegenheidsverzen. | |
[pagina 177]
| |
De omarming.
| |
[pagina 178]
| |
Eeuwig aan uw boezem hangen,
En den heilgen kus der min
Rein van uwen mond ontfangen;
Daar, waar 't wreede lot geen hart
Van zijn ander hart zal rukken;
Maar ik u voor de eeuwigheid
Aan mijn zuivre borst zal drukken,
Waar nu Faön Saffoos min
Kroont met wederkeerig blaken;
En waar Laura haar Petrarch
Door haar min mag zalig maken!
Teedre! - daar, waar 't lot niet meer
Heloïzes hart zal prangen;
Waar zy haren Abelaart
Heeft van 's Engels hand ontfangen!
Eenig dierbare, ach! wat heil
Zal ons daar te saam verbeiden,
Waar ons 't wreed balsturig lot
Nooit meer van elkaâr zal scheiden!
1798.
|
|