De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijGeboortegroet aan de Oranjespruit.Ga naar voetnoot*Hy kwam, de heilboô van Gods zegen,
Zing, Neêrland, zing hem 't welkomlied!
Gods Englen lachen 't wichtjen tegen,
Waar Nederland zijn hoop in ziet.
Hy kwam, de heilboô van Gods zegen,
Wien willems bloed het hart doorvliet!
De Volken vieren uw geboorte,
Vereeuwiger van Nassaus moed,
Zoo als voor 's hemels Oosterpoorte
De groeiende aard het zonlicht groet!
Doorluchtige eerstling, ons gegeven
Ten zegel van den schoonsten band,
De Algoedheid rekke uw dierbaar leven,
Gy hoop en steun van 't Vaderland!
| |
[pagina 172]
| |
Ja, blijde heilboô, wees gezegend,
Die Alexanders heldenaart
Met Nassaus gloriestam vereenigt,
En vredepalmen strikt om 't zwaard!
De deugd, de zachtheid van uw moeder
Beziel' den afgebeden zoon,
Bestemd tot Neêrlands staatsbehoeder
En eersten willems koningskroon!
Groei welig op, doorluchtig kindtjen,
Beveiligd door het Alziend oog!
Het wake, dat geen onspoedswindtjen
Uw teedren bloessem treffen moog!
Moogt ge eenmaal rijk in vruchten groeien,
Aanminnelijke Oranjeloot!
En d' eêlste bron U tegenvloeien,
Die ooit voor 's hemels gunstling vloot!
De schaar van uw ontslapen vaderen
Heft dankgebed en loflied aan;
Geen onheil zal het wiegjen naderen,
Waar om zy als trawanten staan.
Blijf, op der Englen wiek geheven,
Van boezemsmart en rampen vrij!
De schutsgeest, u ten wacht gegeven,
Keer' al wat onheil spelt ter zij'!
Gelijk uw donzen koets, zoo zachtjens,
Zij heel uw weg door 't leven heen!
Verwissel nooit de kinderlachjens
Voor 't oog beneveld door geween!
| |
[pagina 173]
| |
Plant voort den moed uws dappren vaders,
Wiens bloed ons heeft in de eer hersteld
Ten spijt van vijand en verraders,
En redde van 't uitheemsch geweld.
Herroep ons Nassaus ouden luister,
Waar de aarde nog verbaasd op staart,
En, dreigt ons ooit op nieuw de kluister,
De zege blijve uw' stam bewaard!
Hy kwam, de heilboô van Gods zegen!
Heel Neêrland zingt hem 't welkomlied!
Het juublen is ten top gestegen,
Terwijl de traan der vreugde vliet.
Het welkom davert langs de wegen,
Daar 't uit den vollen boezem schiet!
Wees welkom, pand van 's hemels zegen,
In U is Neêrlands heil gelegen,
Waar 't al zijn wensch vervuld in ziet!
1817.
|
|