Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
(2007)–Anna Bijns– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
Idel van duechden / maer vol ghebrekenGa naar margenoot+
Hoe comt dan / dat wi / malcanderen dus hatenGa naar margenoot+
Beclappen / beliegen / dragen achter straten
Die selve totten ooren / in sonden steken
Dat volc nu dinct derft wel stoutelic spreken
En princepalic van muncken en papen
En hoe si de waerheit / bet seggen oft preken
Hoe veninege slangen / daer meer op gapen
En oft de priesters / som uut waren om rapen
Ten sijn geen ingelen / maer menschen cranc
Besiet u selven / arm schorfte schapen
Peynst gaen si crepele ghi gaet wel manck
Ghi hoort ooc geerne inden budel geclanck
Eest wonder oft priesters / geerne penningen
sien
Ic segge ic en diene om geenen danck
Priesters sijn ooc menscen als ander lien
| |
[pagina 80]
| |
Scaemt u clappaerts vol valscer suspitienGa naar margenoot+
Ghi muecht wel vreesen / gods strange punitien
Als hi ten oordeele / sal sijn ghesetenGa naar margenoot+
Si seggen dat de papen / beneficien
Coopen en vercoopen dees quade conditien
Mercken si wel / maer si hebben vergeten
Hoe si selve tsweet / vanden armen eten
God weet / hoese som / crigen haer substantie
Door liegen / bedriegen / ontscriven / ontmeten
Oft anders duer woekere / oft finantie
Banckeroete / dats een ghemeen usantie
So wel onder de Duytscen / als onder de Walen
Een quinckernel / dats de quitantie
Si en willen van tween / niet eene betalen
Dit volc seit dat papen / en muncken dwalen
En haers selfs hoofken en willen si niet wien
| |
[pagina 81]
| |
Merct uus selfs crancheit en segt sonder dralen
Priesters sijn ooc menscen als ander lien
Oft priesters ooc / som / met vrouwen omgaen
Ic en segge niet / ten is qualic gedaen
Maer salmen haer crancheit / daer omme
verbreidenGa naar margenoot+
Ghi gehoude mans / wilt mi wel verstaenGa naar margenoot+
Ghi hebt voor de kercke / een huysvrouwe ontfaenGa naar margenoot+
En hebt gesworen / onder u beyden
Dat ghi van malcanderen niet en sult sceyden
Sidi altijt getrouwe / uwen pare
Ghi gaet u oock somtijts / bi andere vermeyden
En laet u wijf / en verquistet hare
Oft de priesters ooc somtijts / hadden een care
De duvel die u quelt / hen ooc tempteert
Haer lichaem als duwe / geseyt int clare
| |
[pagina 82]
| |
Es tot alder crancheyt / geinclineert
Dit gevoeldi in u selven / als ghi wel jugeert
Hier soudi om dincken / als ghi yet saecht gescyen
En seggen als yemant / de priesters accuseert
Priesters sijn ooc menscen als ander lien
Oft priesters ooc somtijts / lachen en singen
Bi goet geselscap / dansen en springhen
En oft si in vruechden / waren de meeste
Salmense begripen / met sulcken dingen
Al sietmen hen ooc / een bacxken uut bringen
Sgelijcx ooc wachten / met bliden gheeste
Die nemmermeer en verhuecht is wel een beeste
Si moeten ooc somtijts / haer hertken verlichten
Peynst hoe geerne ghi sijt / inde feeste
Daer vruecht hantieren / Vrou Venus nichten
| |
[pagina 83]
| |
Oft priesters ooc sagen / op scoone aensichten
Salmense voor boeven achten / ter stont
En oftse ooc prisen de beste gerichten
Peynst wat goets smaect ooc wel in uwen mont
Eer ghy priesters begrijpt / gaet in uus selfs gront
En eest dat ghi daer vint / sgelijcx van dien
Laetse onbegrepen / en segt goet ront
Priesters sijn ooc menscen als ander lien
Prince achterclappers / en luegen vinderen
Sullen selden eens anders / gebrec verminderen
Maer liever vermeerderen / elc si op sijn hoede
Oft priesters mesdoen / wat macht ons hinderen
Wi sijn al tsamen / Adams kinderen
Te samen geset / van vleessce en van bloede
Men soude alle dingen / keeren int goede
| |
[pagina 84]
| |
Metten pryesterlijcken staet / spotten en gecken
Maer doen gelijc / Constantinus de Vroede
Die haer misdaet / metten mantel woude decken
Dit soude u met rechte / tot duechden verwecken
Die met achterclappe / haren tijt verquisten
Met luegenen der priesters / fame bevlecken
Seydense noch niet meer / dan si en wisten
Hoort ghi Lutersce / evangelisten
Die gods stathouders / dus al omme bespien
Laet staen u clappen ghi duvelsce artisten
Priesters sijn ooc menscen als ander lien
|