Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
(2007)–Anna Bijns– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Sijnde vanden rechten weghe / geweken
Want elc nu sijn eygen weghen gaen / wilt
En op sijns selfs goet duncken heel staen / wilt
De gene versmaen wilt / die hem anders preken
Om dat haer vleesch / vol alder ghebreken
Tot alder wellusticheit / is gheneghenGa naar margenoot+
So prisen si / die na haer sinlicheyt spreken
Met loosen treken / wijsende nieu weghen
Oft god gave datse som hadden geswegen
Door wien beroct / dit quaet / valsch bedrijf is
Hebbende bedriechlic / veel menschen gecreghen
Die met hem houden / want al seytmer tseghen
Tprijst al den ruymen wech weert man oft wijf is
Waert dat sulc den wech / veel nauwer gemaect hadde
Nu dan voormaels / de sonden meer gelaect
/ hadde
| |
[pagina 33]
| |
Preecte hi den menschen een strangher leven
Letter yemant / na sijn / leere gehaect / hadde
Aen spotten aen ghecken / hy wel geraect hadde
Elc hem versaect / hadde verjaecht verdreven
Maer want hi de tuegel / so lanc wilt geven
Daer mede heeft hi / tsimpel volc bedrogen
Wijsmakende / dat alle gheleerde sneven
Des hi wert verheven / en op ghetogen
Vanden ghenen dye hebben / tvenijn gesoghen
So dat om hem / al omme gekijf es
Dus vinde ic / voorwaer / en twaer beter gelogen
Men derfs niet vragen / men sieget voor oghen
Tprijst al den ruymen wech weert man of wijf es
Niet vasten / niet biechten / dit hoortmen prisen nu
Doverste niet vreesen / doet verjolijsen nu
| |
[pagina 34]
| |
Dit dunct den menscen / een volle vloet sijn
En die selver den rechten / wech souden wisen / nu
Som na nieu wegen / ooc loopen en bijsen / nu
Hem machs afgrijsen / nu / die van
herten goet sijn
Elc leec mensch wilt nu / der scrifturen vroet / sijn
Tsijn nu al doctoren / en doctorinnen
In woorden in wercken / si so onbehoet sijn
Si scinen verwoet / sijn / oft buten haer sinnen
Wildense dus den wech / des heeren beminnen
Hoe wel dat wandelen / wat hert en stijf / es
So mochten si hier na / sijn rijcke gewinnenGa naar margenoot+
Maer lacen neen / die en wilt niemant kinnen
Tprijst al den ruyme wech weert man of wijf es
Gods vrienden hem / van
welluste besneden hebbenGa naar margenoot+
Onder sijn baniere / vroom gestreden / hebbenGa naar margenoot+
| |
[pagina 35]
| |
Si en hebben geen ruyme wegen vercorenGa naar margenoot+
Want si gewaect gevast en gebeden / hebbenGa naar margenoot+
Van quaden menscen vervolch geleden / hebbenGa naar margenoot+
Scerp bereden hebben den ezel met sporenGa naar margenoot+
Naer desen wech / nu weynich menscen horen
Maer volgen den genen / diese dwalende leytGa naar margenoot+
Versmadende / martelaers en confessoren
Elc vreese goods toren / tsal noch werden bescreyt
Hier oft hier namaels / dus niet lange en beyt
Keert weder te wijle die siele in dlijf / es
Maer dnetken is so subtijl gespreyt
Datter meest al in blijft ende niet uut en sceyt
Tprijst al den ruymen wech weert man oft
wijf es.
Prinche
Christus / hier strange / wegen passerende / wasGa naar margenoot+
| |
[pagina 36]
| |
God die hemel en eerde regerende / wasGa naar margenoot+
Hinc voor ons scandelijc / naect ende blootGa naar margenoot+
Dye heere hem om den knecht vernerende / wasGa naar margenoot+
Wie leeft die dit te dege gronderende / was
Oft exalterende was sijn ootmoet groot
Volcht hem na / hi eest die den hemel ontslootGa naar margenoot+
Sijn bloedige voetstappen / wilt altijt aenmerken
Soect geen nieu leydslien loopt in sinen scootGa naar margenoot+
Hebben wi wederstoot / hi sal ons verstercken
Bliven wi goey kinderen der heyligher kercken
Maer daer is gebrec dus mijn motijf es
Meest elc valt rebel sijnt leecke oft clercken
Als wi wel aensien der menscen wercken
Tprijst al den ruymen wech weert man of wijf es
|
|