Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst
(1662)–Cornelis de Bie– Auteursrechtvrij
[pagina 425]
| |
Vier-tallich iaer-teecken.1. aenDen VLoeII-Ighen rIICk-gheestIghen Meester
2. CorneLIVs De bIe
hIer met sIIne poësIe (3.) VIIt-beLDenDe
DIe ConstIghe tresoIren In
4. pICtVras gVLDe kaMer.
WEl aen schoon Belgica;
T'is langh-genoech geweent
Jck speur een wonder saeck
Dat van Himettvs quam
Ter-wijl' het wapen-tuygh
(Door Venvs loos bedrijf)
Heeft soetelijck De Bie
Te storten honich-raet
Het gene dat ick mêen,
En heeft dit Cabinet
Met honich-vloyich dicht,
Dat sonder hem Pictvr'
Diês hy den Lauwer-tack
Wie dat de Const op-weckt
Com singht een ander liken;
Om Mavors strenghe roe:
Rechts als het Honich-Biken
Naer Platos' lippen toe: Ga naar margenoot+
En haken en kanonnen
Leydt seffens neer-gheblust,
In het kasket begonnen
(Voor Pallas toe-gherust)
Siet hier (ten is gheen loghen)
De Bie niet overlaên
En is soo verr' ghetoghen
Bleef noch bestoven staen:
In Platos wiegh' sal erven,
En laet de Faem noyt sterven.
Omnia in Deo. Door nICoLaVs oMasVr. |
|