Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst(1662)–Cornelis de Bie– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Franciscus Mieris Schilder van Leyden. WAt eyst ons Mieris Kunst goudt, silver oft juweelen? (Die soo natuer braveert, en trotst den gijsen tijdt) Niet als een Schilder-croon van d'edelste Pinseelen, Die d'eeuwicheyt beduydt, tot spijt van haet en Nijdt. Om al de suyverheyt en nette cloecke trecken Die Mieris uyt den gheest in Landtschap en Figuer Weet aerdich met Pinseel als t'leven te ontdecken Waer in niet anders schuylt als t'voorbeldt van Natuer. Die weynich is met sorgh becommert oft verleghen Om twee Figueren die van hem gheschildert sijn (Geen heel handt-spanne groot) noch meerder te doen weghen Als duysent gulden gelts, midts t'leven inden schijn Van t'leven sich soo hooch door Kunst weet op te draghen Dat jemandt, wie het siet, voor t' werck van Dau beooght [pagina 405] [p. 405] Om dat haer krachten aen de Kenders seer behaghen Die weert sijn om haer deught met meerder lof verhooght. Het werckende ghedacht van Mieris als een mier is Dat inde Kunsten woelt om t'levens eyghentheyt Te vatten inden gheest, als t'blijckt, want niet soo dier is Om krijghen, als de Kunst die s'Meesters eer verbreyt. Dus mach de snelle Faem wel op Pinseelen roemen Ter wijl dat daer van compt n'en naem die eeuwich leeft, N'en naem die vande doodt niet worden can benomen Om dat noch naer de doodt des' Kunst het leven gheeft. Vorige Volgende