Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst(1662)–Cornelis de Bie– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] Eer-dicht op de poesie vanden weet-lievenden ende rijck-konstighen meester Cornelis de Bie, spelende op de spreucke: De beste Bloem en plucktmen niet, Het beste Hout en kaptmen niet, Den besten Voghel en schietmen niet. GHeen Maeght-en-monster Sphijnx met diep-verholen sinnen Stelt u dit raedtsel voor om t'leven af-te-winnen; De vraegh en dreyght geen doot, men waeght hier lijf noch goet, Maer scherpt wat u verstandt, en wet hier u ghemoet. Ick seggh': de beste Bloem die niet en wordt ghetrocken, En t'beste Hout dat noyt ghekapt en wordt tot blocken, Den besten Voghel oock die noyt en vreest den bout, Dat sijn de Terwe-bloem, de Bie en t'VVijngaert-hout. Al stont in uwen hof het puyck van alle bloemen, Waer op dat Flora self hooghmoedich soude roemen; Al broght ghys' een voor een en stelden die ten toon, Het Bloeysel vanden terw' spant boven al de kroon. Den Fyck, den Noortschen Mast, de groen Cypressi-boomen, Den Palm in't jootsche Landt die boordt de Ceder-stroomen, Dees buyghen haere kruyn voor d'eed'len Wijngaert-ranck, Die ons schenckt jeught en vreught door sijnen soeten dranck. Laet vry de trotse Paeuw met haeren steirt gaen swieren, En dat den Nachtegael sijn stemm' doet tierelieren, Nochtans de Bie verdient den eersten prijs en lof, Die hoonich en geel wasch voert in haer strooyen hof: [pagina 187] [p. 187] En of dit niet en deed' een Bieken van Hijmetten, Ick weet' een Bie tot Lier die soud' ick boven setten, Een Bie die onvermoeydt door-vlieght het heele Landt, En soeter suyght als soet uyt bloemen van t'verstandt. Wat dient hier noch gheseyt? ghy stelt met jnct voor ooghen, Wat met verscheyde verw' Pictura kost vertooghen: Ghy dootverwt jeder een in uwen boeck met swert, En uwe doot-verw' maeckt dat jeder levend' wert. Hier leefter naer hun doot, hier leefter in hun leven, Die naer den doots-pijl oock u penn' sal t'leven geven, De Bie steckt op de doot, en straelt dit maegher Dier, Dat het moet aen de Bie ghedooghen den Laurier. En waerom souwse niet? Picturas oli-verwen, En sullen noyt de Const noch Meester laeten sterven, Noch verder gaet u penn', dat hun Const toe-staen sal, Want ghy eeuwt in u werck de wercken van hun al. Mijn Spreuke gaet dan vast, dat voor gheen Doot noch schichten, Den Besten Voghel oyt het Bieken en moet swichten, Vlieght, vlieght Europa door, noch ist een kleen Tonneel, Voor die Pictura schonck haer Const, en haer Pinceel. Per Amatorem Picturae P.A.P. Vorige Volgende