Den groeyenden Lierschen blom-hof
(1650)–Cornelis de Bie– AuteursrechtvrijCornelis de Bie, Den groeyenden Lierschen blom-hof. Jacob Mesens, Antwerpen 1650
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1 D 14
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Den groeyenden Lierschen blom-hof van Cornelis de Bie in een vermoedelijke eerste druk uit 1650.
redactionele ingrepen
p. 6: ‘Litdeken’ → ‘Liedeken’: ‘Nieuw-Liedeken’.
p. 19: ‘vereyschst’ → ‘vereyscht’: ‘Dat u siel als dan vereyscht’.
p. 21: ‘qnellingen’ → ‘quellingen’: ‘En veel quellingen op quicken’.
p. 37: ‘kuaeghde’ → ‘knaeghde’: ‘Mijn pijn, mijn bange sucht, mijn diep- door knaeghde smert’.
Na pagina 48 begint de paginering opnieuw met pagina 33. Deze fout is niet gecorrigeerd.
p. 42: ‘Dee’ → ‘Die’: ‘Die altijdt brandt in het vier’.
p. 62: In de prince-strofe is de plaatsing van de zangers in overeenstemming gebracht met de zangbeurten.
p. 75-78: In het origineel is de bovenhoek van deze pagina's afgescheurd, waardoor de tekst onleesbaar is. In deze digitale editie worden de ontbrekende delen met ‘[...]’ weergegeven.
p. 79: ‘vtel’ → ‘veel’: ‘d' Minnen baert veel cleyne vreuchden’.
p. 81: Tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.
p. 98: ‘si’ → ‘is’: ‘Want t'Vastenavont is’.
p. 116: Het foutieve paginanummer ‘119’ is gewijzigd in ‘116’.
p. 116: Tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.
p. 138: ‘grooteu’ → ‘grooten’: ‘Sijn over grooten naem, en lof oock vvilt vermeeren’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. II) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DEN GROEYENDEN
LIERSCHEN BLOM-HOF
Beplant met veele jonghe Eycken.
In-houdende schoone vermaeckelijcke ende sticht-baere Liedekens, ghestelt op verscheyde nieuwe-voysen tot vermaeck der Ionckheyt.
Te samen verciert ende ghepluckt by den altijt vloeyende Nethe tot Lier
door
Cornelis de Bie.
t'Antwerpen,
By Iacob Mesens, op de Lombaerde veste, inden gulden Bijbel, Anno 1650.
[pagina 144]
Guil. Bolognino, S. T. L. Can. & Lib. Cens. Antverp.