De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] Droeve lentenacht. Li-Song-Flu. De roep der zilveren fazanten Klonk zoet weemoedig door den nacht. Ik speelde teeder op mijn fluit u Een lied welluidend, droef en zacht. In doffe treurnis lag dë aarde. Wij wisten het ternauwernood Waarom onze oogen óvervloeiden. In ons lag 't leven zwaar als lood. Het werd ons bang gelijk de bloemen. Uw handen hingen zonder wil, Gij zaagt mij aan met moe gefluister. - ‘Het zal voorbijgaan, stil, o stil!’ Vorige Volgende