De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] De deemoedige. Tscheti-Hai. Gij met uw fijngetinte wangen En met uw zwartgekleurde brauwen, Als ik aan ú denk is de vrede Weg uit de kamers van mijn hart. 'k Bewaar in mijn vertrek een kistje Van nachtzwart lak - hoevele kussen Heeft warm niet mijn verliefde mond al Zijn zielloos donker ingekust! Want o dat lieve kistje raakten Uw handen, op een lentemorgen Heb 'k in den winkel van uw vader 't Gekocht; uw handen langden 't mij. Ik weet wel: ik ben leelijk. Dorst ik Mijn liefde, o meisjë! u bekennen Hoe zoudt gij om mijn driestheid lachen! O had ik nimmer u gezien! Een koeltje wilde ik zijn. Dan mocht ik Rondom uw schoonheid zweven, zonder Dat gij het wist. Hoe zacht en vleiend En hoe vol deemoed zou ik zijn! Vorige Volgende