De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] De omkransde boot. Tung-Lin-Fan. Op blauwe golven een omkransde boot. Aan boord weerklinkt gezang. De mooiste meisjes, Met blanke leden en met donkre haren, Liggen op zijden kussens in de boot, Staan bij de mast en houde' elkaar omstrengeld En zingen wonderbaar van dood en liefde. En zalig drijft de omkransde boot den stroom af, Door zonnelicht en blauwen vollemaannacht, Drijft altoos verder en de meisjes zingen Van dood en liefde. - En de lotosbloemen Hooren 't gezang en richten stil zich op En in de boomen luistren bonte vogels. De meisjesoogen vullen zich met weemoed En weemoed is er in den wind, die zoet De meisjes streelt en geur ontlokt de haren. En weemoed vonkelt in het sterrenlicht. De meisjes zingen en haar oogen stralen, Als zagen zij den hemel open, glimlach Omzweeft haar lippen en zij drijven verder. En zingend, zingend zullen zij verglijden Diep in de zee, daar zullen zij verzinken, Met blanke leden en met donkre haren. [pagina 94] [p. 94] En in den dood nog zal er van haar lippen Gezang weerklinken vol van liefde, liefde - Geen klank van klacht zal vloeien van haar mond. Vorige Volgende