De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] In verwachting van den vriend. Mong-Kao-Jen.aant. De zon verzinkt al achter het gebergte. In alle dalen laat zich de avond neder Met koele schaduw, die vol laving is. O zie! gelijk een zilverbootje zweeft De maan, die óprijst boven donkre sparren. Ik voel het waaien van een fijnen wind. De beek zingt zoet melodisch door het donker Van rust en slaap - De nijvre moede menschen Gaan huiswaarts, vol verlangen naar den slaap. De vogels rusten moe op groene takken, 't Woud sluimert in - En ik sta hier te wachten Den vriend, die mij te komen heeft beloofd. Ik smacht er naar, o vriend! aan uwe zijde De schoonheid van deze' avond te genieten - Waar blijft gij nu? Gij laat mij lang alleen. 'k Wacht met mijn luit en wandel op en neder, Langs wegen, die van gras en bloemen zwellen - O kom toch, kom nu, ongetrouwe vriend! Vorige Volgende