| |
| |
| |
Geraadpleegde literatuur
Amos 1920: F.R. Amos: Early Theories of
Translation. New York 1920. |
Bartelink 1980: Hieronymus: Liber de optimo genere
interpretandi (epistula 57). Ein Kommentar von G.J.M. Bartelink.
Leiden 1980. Mnemosyne, supplement 61. |
Beer 1989:
Medieval translators and their craft. Ed. by J. Beer.
Kalamazoo, Michigan 1989. |
Van den Berg 1993: M.K.A. van den Berg: ‘Tekstgeleding in
de Noordnederlandse historiebijbel’. In Th. Mertens e.a.: Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk
proza. Amsterdam 1993, p. 264-279. |
Van den Berg 1998: M.K.A. van den Berg: De
Noordnederlandse historiebijbel. Een kritische editie met inleiding
en aantekeningen van Hs. Ltk 231 uit de Leidse Universiteitsbibliotheek.
Hilversum 1998. |
Blommaert 1846:
Der vrouwen heimelijkheid. Dichtwerk der XIVde eeuw.
Uitgegeven door P. Blommaert. Gent 1846. |
Blommaert 1858:
Theophilus. Gedicht der XIVe eeuw, gevolgd door negen
andere gedichten uit de middeleeuwen. Uitgegeven door P. Blommaert. Gent
1858. |
Bormans z.j.:
Leven van Sinte Christina de Wonderbare. In Oud-dietsche
rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw.
Uitgegeven door J.H. Bormans. Gent z.j. |
Van den Branden 1980: L. vanden Branden: ‘De Antwerpse
boek verkoper en drukker Jan Gymnicus (ca. 1502-1568)’. In: Archives et bibliothèques de Belgique 51
(1980), nr. 1-2, p. 203-257. |
Brandt 1906: Boethii: In Isagogen Porphyrii
Commenta. Ed. S. Brandt. Wenen 1906. Corpus Scriptorum Ecclesiasticorum
Latinorum 48. |
Brinkman en Schenkel 1997:
Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart,
Würtembergische Landesbibliothek, Cod. Poet. Et phil. 2o 22. Diplomatische editie bezorgd door H. Brinkman en
J. Schenkel. Twee delen. Hilversum 1997. Middeleeuwse Verzamelhandschriften
|
| |
| |
uit de Nederlanden IV. |
De Bruin 1967-1971: C.C. de Bruin: ‘Bespiegelingen over de
“bijbelvertaler van 1360”. Zijn milieu, werk en
persoon.’ In: Nederlands Archief voor
Kerkgeschiedenis 48 (1967-1968, p. 39-59), 49 (1968-1969, p.
135-154), 50 (1969-1970, p. 11-27) en 51 (1970-1971, p. 16-41). |
De Bruin 1970:
Het Luikse diatessaron. Uitgegeven door C.C. de Bruin, met
de Engelse vertaling van A.J. Barnouw. Leiden 1970. Verzameling van
Middelnederlandse bijbelteksten, kleine reeks afdeling I:
evangeliënharmonieën, deel 1. |
De Bruin 1977:
Het Oude Testament. Eerste stuk, Genesis - II Koningen.
Uitgegeven door C.C. de Bruin. Leiden 1977. Verzameling van
Middelnederlandse bijbelteksten, grote reeks, afdeling I: het Oude
Testament, eerste stuk. |
De Bruin 1978:
Het Oude Testament. Tweede stuk, I Kronieken - Jesus
Sirach. Uitgegeven door C.C. de Bruin. Leiden 1978. Verzameling van
Middelnederlandse bijbelteksten, grote reeks, afdeling I: het Oude
Testament, tweede stuk. |
De Bruin 1979:
Het Nieuwe Testament van de Moderne Devotie. Uitgegeven
door C.C. de Bruin. Leiden 1979. Verzameling van Middelnederlandse
bijbelteksten, grote reeks, afdeling II: het Nieuwe Testament, deel II. |
De Bruin 1980:
tLeven Ons Heren Ihesu Cristi. Het
Pseudi-Bonaventura-Ludolfiaanse Leven van Jesus. Uitgegeven door C.C. de
Bruin. Leiden 1980. Verzameling van Middelnederlandse bijbelteksten,
Miscellanea: deel II. |
De Bruin 1984: C.C. de Bruin: Fragmenten.
Uitgegeven door C.C. de Bruin. Leiden 1984. Verzameling van
Middelnederlandse bijbelteksten, Miscellanea, deel IV. |
Claassens 1996: G.H.M. Claassens: ‘Een dichter lijdt. De
verborgen liefdesgeschiedenis uit Der vrouwen
heimelijcheit (Gent U.B., 444)’. In K. Porteman e.a. (red.):
Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van
middeleeuwse teksten. Leuven 1996, p. 93-102. |
Copeland 1991: R. Copeland: Rhetoric, Hermeneutics, and
Translation in the Middle Ages. Academic traditions and vernacular
texts. Cambridge 1991. |
Coun 1976: T. Coun: De Middelnederlandse vertalingen van
de ‘Regula sancti Benedicti’. Een studie
gebaseerd op een codicologisch onderzoek van de handschriften, met |
| |
| |
een tekstuitgave van de oudste Middelnederlandse vertaling.
Leuven 1976. |
Coun 1993: T. Coun: ‘De Zuidnederlandse vertaling van de
vier evangeliën’. In Th. Mertens e.a.: Boeken voor de eeuwigheid: Middelnederlands geestelijk proza.
Amsterdam 1993. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 8, p.
87-107, 395-400. |
Cramer 1908:
De reis van Jan van Mandeville. Naar de
Middelnederlandsche handschriften en incunabelen(...). Uitgegeven door N.A.
Cramer. Leiden 1908. |
Debaene 1977: L. Debaene: De Nederlandse volksboeken.
Ontstaan en geschiedenis van de Nederlandse prozaromans, gedrukt tussen
1475 en 1540. Hulst 1977. Onveranderde herdruk van de uitgave
Antwerpen 1951. |
Deschamps 1961: J. Deschamps: ‘Middelnederlandse
vertalingen van Super modo vivendi (7de hoofdstuk) en De libris
teutonicalibus van Gerard Zerbolt van Zutphen’. In: Handelingen der Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en
Letterkunde en Geschiedenis 14 (1960), p. 67-108 en 15 (1961), p.
175-220. |
Deschamps 1972: J. Deschamps: Middelnederlandse
handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken. Catalogus.
Tweede herziene druk. Leiden 1972. |
Van Dijk 1993: R.Th.M. van Dijk: ‘Methodologische
kanttekeningen bij het onderzoek van getijdenboeken’. In Th.
Mertens e.a.: Boeken voor de eeuwigheid: Middelnederlands
geestelijk proza. Amsterdam 1993, p. 210-229, 434-437. |
Van Doorn en Kuiper 1976-1977: M. van Doorn en W. Kuiper:
‘Der vrouwen heimlicheid.’ In: Spektator 6 (1976-1977), p. 539-551. |
Ebbinge Wubben 1904: C.H. Ebbinge Wubben: ‘De zogenaamde
eerste Nederlandse Historiebijbel.’ In: Nederlands
Archief voor Kerkgeschiedenis NS 3 (1904), p. 323-350. |
Ellis e.a. 1989:
The Medieval Translator: The Theory and Practice of Translation
in the Middle Ages. Ed. by R. Ellis, J. Price, S. Medcalf, P.
Meredith. Woodbridge 1989. |
Ellis 1991a:
The Medieval Translator II. Ed. by R. Ellis. London 1991. |
Ellis 1991b:
New Comparison 12 (1991): Translation in the
Middle Ages. Ed. by R. Ellis. (The Medieval Translator 3) |
| |
| |
Ellis en Evans 1994:
The Medieval Translator 4. Ed. by R. Ellis and R. Evans.
Exeter 1994. |
Ellis en Tixier 1996:
The Medieval Translator - Traduire au Moyen Age. Ed. by R.
Ellis and R. Tixier. Vol. 5. Z.p. 1996. |
Van Es 1950:
Sint Servaes legende. Naar het Leidse handschrift
uitgegeven door G.A. van Es, met medewerking van G.I. Lieftinck en A.F.
Mirande. Antwerpen etc. 1950. |
Ganser 1985: W.G. Ganser: Die niederländische
Version der Reisebeschreibung Johanns von Mandeville. Untersuchungen zur
handschriftlichen Überlieferung. Amsterdam 1985. |
De Gheldere 1896: K. de Gheldere: Dietsce rime.
Geestelijke gedichten uit de XIIIe, XIVe en XVe eeuw naar een hs. van het
einde der XVe eeuw. Brugge 1896. |
Goris 1996: M. Goris: ‘Boethius' De
Consolatione Philosophiae: twee Middelnederlandse vertalingen en
hun bronnen’. In P. Wackers e.a.: Verraders en
bruggenbouwers. Verkenningen naar de relatie tussen Latinitas en de
Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam 1996, p. 113-132 en 297-301. |
Goris en Wissink 1997: M. Goris en W. Wissink: ‘The
medieval Dutch tradition of Boethius' Consolatio
Philosophiae’. In M. Hoenen en L. Nauta: Boethius in the Middle Ages. Latin and vernacular traditions of
the Consolatio Philosophiae. Leiden etc. 1997, p. 121-165. |
Gysseling 1981:
Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar
1300). Uitgegeven door M. Gysseling, m.m.v. en van woordindices voorzien
door W. Pijnenburg. Den Haag 1981. Reeks II: Literaire handschriften, deel
2, Der naturen bloeme. |
Gysseling 1987:
Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar
1300). Uitgegeven door M. Gysseling, m.m.v. en van woordindices voorzien
door W. Pijnenburg. Den Haag 1987. Reeks II: Literaire handschriften, deel
6, Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns Moraalboek. |
Van Herreweghen 1949: P. van Herreweghen: ‘De Leuvense
bijbelvertaler Nicolaus van Winghe. Zijn leven en zijn werk’. In:
Ons Geestelijk Erf 23 (1949), p. 5-38, 150-167,
268-314, 357-395. |
Hindman 1977: S. Hindman: Text and Image in
Fifteenth-century Illustrated Dutch Bibles. Lei- |
| |
| |
den
1977. Verzameling van Middelnederlandse bijbelteksten, Miscellanea: deel I. |
Hyma 1926: A. Hyma: ‘Het traktaat “Super modo
vivendi devotorum hominum simul commorantium”, door Gerard
Zerbolt van Zutphen’. In: Archief voor de
Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht 52 (1926), p. 1-100. |
Jansen-Sieben 1989: R. Jansen-Sieben: Repertorium van de
Middelnederlandse artes-literatuur. Utrecht 1989. |
Janssens 1987: J.D. Janssens: ‘De handschriftelijke
overlevering van de “Trojeroman” van Segher
Diengotgaf’. In E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx (red.): Miscellanea Neerlandica. Opstellen voor Dr. Jan Deschamps
ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Drie delen. Leuven 1987,
dl.2, p. 153-161. |
Jongen 1988: L. Jongen: Van Achilles tellen langhe.
Onderzoekingen over Maerlants bewerking van Statius' Achilleis in de
Historie van Troyen. Deventer 1988. |
Jongen en Schotel 1993: Hendrik van Veldeke: Servaaslegende. Vertaald door L. Jongen en C. Schotel. Maastricht
1993. |
Kienhorst en Sonnemans 1996:
Het Tübingse Sint-Geertruihandschrift. Hs.
Tübingen, Universitätsbibliothek, Me IV 3.
Diplomatische uitgave bezorgd door H. Kienhorst en G. Sonnemans. Hilversum
1996. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden III. |
Van Leusden 1986: A. van Leusden: ‘St. Servaas, heilige
tussen paus en keizer. Peilingen naar de context van Hendrik van Veldeke's
Sint Servaaslegende’. In: De
nieuwe taalgids 79 (1986), p. 134-151. |
Lie 1985: O. Lie: ‘Middelnederlandse artes-teksten in
verzen en proza: een eerste verkenning’. In A.M.J. van Buuren
e.a.: Tussentijds. Bundel studies aangeboden aan W.P.
Gerritsen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Utrecht 1985, p.
157-173. |
Lie 1994a: O.S.H. Lie: ‘What is Truth? The Verse-Prose
Debate in Medieval Dutch Literature’. In: Queeste 1 (1994), p. 34-65. |
Lie 1994b: O.S.H. Lie: ‘Seksualiteit en de middeleeuwse
leek. Over de seksuele ethiek in het “Boec van Sidrac”
en haar cultuurhistorische context’. In J. Reynaert e.a.: Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse
letterkunde. Amsterdam |
| |
| |
1994, p. 116-131 en 389-394. |
Lie 1996: O.S.H. Lie: ‘Kanttekeningen bij Maerlants
berijmde “Heimelijkheid der heimelijkheden” en de
Proza-“Heimelijkheid”’. In: Queeste 3 (1996), p. 136-150. |
Mak 1976:
Diederic van Assenede. Floris ende Blancefloer. Uitgegeven
met inleiding en aantekeningen door J.J. Mak. Derde druk. Culemborg 1976. |
Maximilianus 1954:
Sinte Franciscus leven van Jacob van Maerlant. Uitgegeven,
ingeleid en toegelicht door P. Maximilianus O.F.M. Cap. Twee delen. Zwolle
1954. |
Meder 1994: T. Meder: ‘Gepast gedrag. Ethiek en ethische
motivaties in de “Boeken van Zeden”’. In J.
Reynaert e.a.: Wat is wijsheid? Lekenethiek in de
Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam 1994, p. 86-100 en 380-384. |
Mertens 1984: Hendrik Mande, Can. Aug. (+ 1431): Een spiegel der waerheit. Uitgegeven en toegelicht door
Th. Mertens. Köln 1984. |
Nijhoff en Kronenberg 1923-1971: W. Nijhoff en M.E. Kronenberg: Nederlandse bibliographie van 1500 tot 1540. 3 delen.
's-Gravenhage 1923-1971. |
Van Oostrom 1996: F. van Oostrom: Maerlants wereld.
Amsterdam 1996. |
Oude drukken 1960:
Oude drukken uit de Nederlanden. Boeken uit de collectie
Arenberg thans in de verzameling Lessing J. Rosenwald. Den Haag
1960. |
Palmer 1982: N.F. Palmer: Visio Tnugdali. The
German and Dutch Translations and their Circulation in de Later Middle Ages.
München 1982. |
De Pauw 1893: N. de Pauw: Middelnederlandsche gedichten
en fragmenten. Deel 1: geestelijke en zedelijke gedichten. Gent
1893. |
De Pauw en Gailliard 1889-1892:
Dit is die istory van Troyen van Jacob van Maerlant. Naar
het vijftiendeëeuwse handschrift van Wessel van de Loe met al de
Middelnederlandse fragmenten. Diplomatisch uitgegeven door N. de Pauw en E.
Gailliard. 4 delen. Gent 1889-1892. |
Van der Poel 1996: D.E. van der Poel: ‘“Mijn
lieve joncfrouwe heeft mi gebeden iet te dichtene”. Der vrouwen heimelijkheid en de geadresseerde
opdrachtgeefster’. In: Nederlandse letterkunde
I (1996), p. 249-260. |
| |
| |
Van Rooij 1936: J. van Rooij: Gerard Zerbolt van
Zutphen. I. Leven en geschriften. Nijmegen etc. 1936. |
Serrure 1859-1860: C.P. Serrure: ‘Rinclus, door Gielijs
van Molhem en Hendrik’. In: Vaderlandsch Museum
3 (1859-1860), p. 225-286. |
De Smet 1970: G. de Smet: ‘Eerherstel voor Jan
Gymnick’. In: Wetenschappelijke tijdingen 29
(1970), nr. 2, kol. 119-124. |
Sonnemans 1995: G. Sonnemans: Functionele aspecten van
Middelnederlandse versprologen. 2 delen. Boxmeer 1995. |
Tinbergen 1900:
Des Coninx Summe. Uitgegeven door D.C. Tinbergen. Leiden
1900. |
Van Tol 1936: J.F.J. van Tol: Het ‘Boek van
Sidrac’ in de Nederlanden. Amsterdam 1936. |
Vanderheyden 1959: J.F. Vanderheyden: De
Livius-vertaling van 1541. Kanttekeningen bij de opdracht en
Livius-uitgave van Jan Gymnick. Gent 1959. Koninklijke Vlaamse
Academie voor Taal- en Letterkunde, Reeks IV, Nr. 15. |
Verdeyen en Endepols 1917:
Tondalus' visioen en Sint Patricius vagevuur. Uitgegeven
door R. Verdeyen en J. Endepols. 2 delen. 's Gravenhage en Gent 1917. |
De Vooys 1903: C.G.N. de Vooys: ‘Iets over middeleeuwse
bijbelvertalingen’. In: Theologisch Tijdschrift
37 (1903), p. 111-158. |
De Vooys 1907: C.G.N. de Vooys: ‘De Dietse tekst van het
traktaat: De libris teutonicalibus.’ In: Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe Serie,
4 (1907), p. 113-134. |
De Vries en Verwijs 1863-1879:
Jacob van Maerlant's Spiegel historiael. Met de fragmenten
der later toegevoegde gedeelten, bewerkt door Philip Utenbroeke en Lodewijc
van Velthem. Uitgegeven door M. de Vries en E. Verwijs. 4 delen. Leiden
1863-1879. |
Wackers 1996: P. Wackers: ‘Latinitas en Middelnederlandse
letterkunde: ter inleiding’. In P. Wackers e.a.: Verraders en bruggenbouwers. Verkenningen naar de relatie tussen
Latinitas en de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam 1996, p. 9-42,
265-275. |
| |
| |
Warnar 1993: G. Warnar: ‘Biecht, gebod en zonde.
Middelnederlandse moraaltheologie voor de wereldlijke leek’. In
Th. Mertens e.a.: Boeken voor de eeuwigheid.
Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam 1993, p. 36-51 en 372-380. |
Van Wijk 1940:
Het Getijdenboek van Geert Grote. Naar het Haagsche
Handschrift 133 E 21 uitgegeven door N. van Wijk. Leiden 1940. |
Winkelman 1984: J.H. Winkelman: ‘Diederic van Assenede en
zijn Oudfranse bron: de Floire et Blanceflor (Version
Aristocratique)’. In: De nieuwe taalgids 77
(1984), p. 214-231. |
Wissink 1989: W. Wissink: ‘Dit jeghewordighe lied of rijm
es twijfelic ende hoghe omme wel verstaen... De interpretatie van de
scheppingshymne in de Gentse Boethiusvertaling van 1485’. In: Millennium 3 (1989), p. 128-150. |
|
|