35
Olyvier van Castillen
Omstreeks 1510 verscheen bij de Antwerpse drukker Henric Eckert van
Homberch de prozaroman Olyvier van Castillen. Het betreft een
vertaling van een vijftiende-eeuwse Franse prozaroman die door Philippe Camus
zou zijn geschreven. De vertaler heeft twee prologen toegevoegd. In de tweede
proloog verklaart hij dat hij wil vermijden anders of mooier dan het Franse
origineel te formuleren, omdat zo'n werkwijze al snel tot dwalingen leidt. Vgl.
Nijhoff en Kronenberg 1923-1971 (nr. 3170), Oude drukken 1960 (nr. 110) en Debaene 1977 (p.
125-133; uitgave op p. 132).
1Ten alder heylichsten ende alder salichsten love, magnifiencie ende
hoocheyt van 2 onsen behouder Jhesus Christus ende van Zijnder alre
heylichster ende glorioos-3ter moeder Maria, dye beroeringhe ende
verweckinghe zijn van allen goeden ende 4 duechdelijcken wercken ende
sonder welcke gheen dinck beghonnen noch gheeyndt 5 wesen en mach. Ick
.N., hopende inder gracien Gods, hebbe begrepen desen te-Ga naar voetnoot56ghen
woordighe historye te translateren ende over te setten vanden Walsche int
Duyt-7sche ter begheerten ende bevelen van N., nyedt aensiende
noch denckende dye in 8 ander oft schoonder tale te setten dan si int
Walsche staet oft ghesedt is, wandt daer 9 in hadt ick lichtelijck
moghen dwalen. Soo bidt ick alle den ghenen diese lesen 10 sullen oft
hooren lesen, als dat si excuseren ende ontschuldighen mijn arme cleyne 11 ende donckere verstandenisse, onsen lieven Here biddende als dat Hy
my gracie 12 ende cracht verleenen wille dye te volbrenghen in
alsulcker manieren dat si beha-13ghelijck zijn mach, danckelijck ende
profijtelijck alle den ghenen dyese lesen sullen 14 oft hooren
lesen.