De crumen diet volc niet eten en mochte. Nederlandse beschouwingen over vertalen tot 1550
(1999)–Bart Besamusca, G. Sonnemans– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 6
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 67]
| |
17
| |
Hier beghint een voerredene op Sente Gregorius Dyalogus2Om mine eenperleke siecheiden ende crancheiden van minen licht dat mi van out-Ga naar voetnoot2 | |
[pagina 68]
| |
3heiden sere gefalleert es, so hadde ic ghemeint - also ic vor tijts in een voerredeneGa naar voetnoot3Ga naar voetnoot3-4 4 van enen boeke gescreven hebbe - dat ic nemmeer boeke uten Latine te Dietsche 5 getrocken soude hebben. Maer ic mach seggen met Jeremia den prophete: ‘Ic weetGa naar voetnoot5 6 dat in den mensch sijn wech niet en es.’ Dats te verstane: dat sijn wille ende sijn 7 meenen niet gestade en sijn, want Onse Here leid se te Sinen wille, op dat de men-Ga naar voetnoot78sche betrouwen in Hem heeft. Want seder dat ic den vorseiden wille ontfinc, so heb 9 ic daer af binnen een croenen gehadt ende eenperleke vermanen ende nopen sonderGa naar voetnoot9 10 rusten om Sente Gregorius Dyalogum (dat men bedieden mach ‘ondertalen’ dat esGa naar voetnoot10 11 ‘vragen ende antwerde’) te Dietsche te treckene, ten profite van den ongeleerden 12 menschen. 13Ende dit Dyalogus es gedeilt in vier boeken, also de materie van den werke 14 heischt. Mer vele geleerde liede becnagen ende lachteren dat men den leecken men-Ga naar voetnoot1415schen de scrifture in Dietsche maect. Selke om dat sijt niet gedoen en connen datGa naar voetnoot15Ga naar voetnoot15-16 16 anderen doen, andere om dat men verholenheit dat scrifturen den gemeenen lie-Ga naar voetnoot16Ga naar voetnoot16-1717den oppenbaert. Maer in wat dat ic te Dietsche getrocken hebbe, daer ic gedoelt 18 mach hebben met miere onconstecheit, biddic ende begere dat elc dat betere diesGa naar voetnoot18 19 wel vroet es. Want mijn wille en es niet yet jegen Gods geloeve, ocht jegen de hei-20lege kerke te doene. Hier omme mag ic jegen dusdane becnagers met Davitte ant-Ga naar voetnoot20 21werden: ‘De Here es mijn hulpe; ick en sal niet ontsien wat de mensche doen sal.’Ga naar voetnoot21 |
|