Bijdrage tot een klankatlas van het dertiende-eeuwse Middelnederlands
(1984)–Amand Berteloot– Auteursrechtelijk beschermd0.5. De inbreng van de scribentOok al speelt de dictator of opsteller van een oorkonde bij het tot stand komen van de tekst een grote rolGa naar voetnoot15) en al heeft ook wel eens een corrector zijn hand in het spelGa naar voetnoot16), toch hangt de uiteindelijke vorm van het document in hoofdzaak van de schrijver of mundator af. Al vroeg heeft De Vooys erop gewezen dat de herkomst en de opleiding van de scribenten sporen in hun teksten nalaten en dat met deze factoren bijgevolg in de mate van het mogelijke rekening gehouden dient te wordenGa naar voetnoot17). Ook Moors maakte in zijn studie over de Limburgse oorkondentaal hierop attentGa naar voetnoot18), maar kon dit aspect bij gebrek aan informatie over de scribenten niet verder uitdiepen. Ondanks het zeer verdienstelijke onderzoek ter zake door MeissburgerGa naar voetnoot19) hebben ook de samenstellers van de HSS het probleem van de schrijvershanden bijna volledig buiten beschouwing gelaten. In de Franse atlas van DeesGa naar voetnoot20) komt de inbreng van de scribenten nergens ter sprake. | |
[pagina 15]
| |
Voor wat de 13de-eeuwse Nederlandse schrijvers aangaat is het meestal volkomen uitzichtsloos iets over hun herkomst en hun opleiding te willen achterhalen. We mogen ons al gelukkig achten als we bij gelegenheid eens een naam te weten komen. Niettemin mogen we op dit punt niet resigneren daar het onderscheiden van de schrijvershanden zowel bij het samenstellen van kaarten als bij de interpretatie ervan belangrijke perspectieven opent. Het paleografische onderzoek van Gysseling in het CG is daarbij van onschatbare waarde |
|