Dat kaetspel ghemoralizeert
(1915)–Jan van den Berghe– Auteursrecht onbekend
[pagina XCIII]
| |||||||||
VII. Het Keulsche handschriftGa naar voetnoot1).a. De Taal.Niet alleen de aanduidingen op het titelbladGa naar voetnoot2), ook verschillende bijzonderheden in de taal van dit handschrift dragen bij tot het aannemen van Keulsche afkomst en oorsprong. Het Keulsch dialect, dat tot het Middelfrankisch taalgebied behoortGa naar voetnoot3), leert men het best kennen door lezing van twee rijmkronieken, t.w.: ‘Des Stadt-Secretarius Cristianus Wierstraat, Reimchronik der Stadt Neuss zur Zeit der Belagerung durch Karl den Kühnen, Herzog von Burgund’Ga naar voetnoot4) en Des Meisters Godefrit Hagen, der Zeit Stadtschreibers Reimchronik der Stadt CölnGa naar voetnoot5). Een meer nauwkeurige vergelijking van K.H. met deze beide kronieken zou zeer zeker belangwekkend en de moeite waard zijn, doch in ons bestek een te groote plaats innemen; te dezer plaatse moeten we met de volgende opmerkingen volstaan. In vocalisme en consonantisme wijkt het Middelfrankisch, en in het bijzonder het Noordelijk gedeelte van dit taalgebied, in sommige gevallen belangrijk van het Middelnederlandsche af; o.a. is de Hoogduitsche klankverschuiving op verschillende punten (doch nog niet overal) doorgedrongen. Een van de meest bekende uitzonderingen op de tweede klankverschuiving in het Mfrk. - en ook in dezen tekst - zijn wel de neutrale vormen van het pronomenGa naar voetnoot6). Behalve deze vinden wij in dezen tekst talrijke voorbeelden van typisch-Rijnfrankische taalvormen en woorden, afwijkende van de Hgd., doch overeenstemmende met de Mnl., vooral de Oostnederfr., Limb. Zoo b.v.: | |||||||||
[pagina XCIV]
| |||||||||
1) germ. d > stemhebb. media (hgd. t): deil, eyns sprechwordes, gebruychde, doin, seden, dades (lat. mortis). 2) neutrale vormen van het pronomen demonstr. op -t (nhd. -s): dit, dat, wat, it. 3) p na l of r blijft onverschoven: helpen, werpen. 4) anlautend pl- blijft onverschoven: pleet (nhd. pflegt). 5) pron. pers. 3e pers. masc. sing.: he (mnl. hi, hij, hgd. er). 6) woorden of woordvormen, hetzij al dan niet met de Mnl. overeenstemmende, die K.H. met Cristianus Wierstraat's Reimchronik gemeen heeftGa naar voetnoot1): boich (buch), in(de) (und), zo (zu), disz (dieses), wail(l) (wohl), ouch (auch), groit (grosz), dorch (durch), from (tilchtig), vrede (friede), verleenen (verleihen), verblijden (erfreuen), schuwen (scheuen), setten (setzen), vroych (fruhe), katijff (captivus, chétif, sklave), ijser (eisen), geboit (erzeugt, angeregt), ewech (hinweg, fort). 7) woorden, hetzij al dan niet met de Mnl. overeenstemmende, die K.H. met Des Meisters Godefrit Hagen Reimchronik gemeen heeft: ane, ain, aine (ohne), allein (gleichviel, ebenso), balt (kühn), bejach (beute), bejegen (erbeuten), bestain (bestätigen), betwang (bezwang), bispel (sprichwort), boissen (büszen), doin (thun), doit (tod), dorp (dorf), dorperliche (roh, plump), entgouden (berauben), gan, gain (gehen), gein (keiner), gewach (mittheilung), hain (haben), helpen (helfen), he, hie (er), int (und), matt (mädchen), mer (aber), moder (mutter), neder (nieder), plegen (pflegen), rede (vernunft), riden (reiten), seder (seither), suverlich (säuberlich), trecken (ziehen), uns (unseres), up (auf), veir (vier), vrede (friede), weder (wieder), ze, zo (zu). Uit deze enkele proeven blijkt dat K.H. in het Keulsch dialect is omgeschreven. Hiermede wil echter volstrekt niet gezegd zijn, dat K.H. woord voor woord overeenkomt met de destijds door de bewoners van die streken gebezigde omgangstaal; nu en dan komt men zuiver Middelnederlandsche vormen tegen, die bewijzen dat deze omwerker onder den invloed heeft gestaan van het handschrift, dat voor hem lag. Of dit verschijnselGa naar voetnoot2) hierin zijn oorzaak vindt, dat de omschrijver van geboorte geen Keulenaar was, dan wel hierin, dat hij in deze gewesten had vertoefd en daardoor met de taal van zijn origineel vrij goed vertrouwd was, is natuurlijk niet te beslissen; misschien moet het alleen of vooral aan slordigheid worden geweten of aan inconsequentie. | |||||||||
[pagina XCV]
| |||||||||
b. De betrekking van K.H. tot de Kopenhaagsche Handschriften.Daar de beide Hss. K. en T. naar den inhoud bijna geheel gelijk zijn en zelfs in stijl, behoudens enkele minder ter zake doende inlasschingen en doorhalingenGa naar voetnoot1), slechts een zeer gering verschil vertoonen, is het niet zoo heel gemakkelijk uit te maken, met welk der beide Hss. K. en T., het Keulsche omschrift het meest verwant is. Doch wanneer we nagaan, hoe K.H. zich gedraagt ten aanzien van enkele hierboven genoemde verschillen tusschen de beide Kopenhaagsche Hss., dan meen ik, dat er wel eenige reden bestaat voor de onderstelling, dat de auteur van K.H. het Hs. K. of een voor ons verloren gegaan handschrift, dat zeer dicht bij Hs. K. stond, heeft omgewerkt. Het begin van K.H. en dat van Hs. K. b.v. komen onderling overeen en wijken beide van dat van Hs. T. af. Bij de geringe verschillen tusschen Hs. K. en T. staat K.H. meestal 't naast bij het eerste. In elk geval mogen we aannemen dat de punten, waarin K.H. en K. van elkander afwijken, vrij nietig en te verwaarloozen zijn. Om dit laatste aannemelijk te maken en tevens om een proeve van de taal van het omschrift te geven volgen hieronder eenige proeven uit Hs. K. en K.H. naast elkander.
| |||||||||
[pagina XCVI]
| |||||||||
| |||||||||
[pagina XCVII]
| |||||||||
|
|