De duinen gillen mee!
(1997)–Willem van den Berg, Hanna Stouten– Auteursrechtelijk beschermdH.A. van Langeraar Wz. (naar Haug)
| |
[pagina 163]
| |
maar 't gruwzaamst nog de jongling
die mij verlaten heeft!
Ach stil maar, stil, mijn kindje!
verwarm u in mijn schoot;
uw vader kent ons lijden,
noch denkt aan onze nood!
O, wist hij onze jammer.
Hoe wreed hij is gezind.
Hij zou, hij moest ons redden,
beschermen voor die wind!
Dood... engel? - Dood!... Mijn lievling!
Bezweken?... Hemel, ach!
O geef mij warme tranen,
daar ik 't mee laven mag!...
Zij vallen niet... mijn ogen
zijn traanloos door 't geween!
Nu, diep rampzaalge moeder,
is alles, alles heen!...’
Vertwijfeld zonk zij neder
en snikte zwaar en luid
en gilde al telkens flauwer
haar wee en doodsangst uit.
Zij kuste nog het lijkje
en leide 't naast zich neer,
zag smachtend naar de hemel
en bad en was niet meer.
|
|