De duinen gillen mee!
(1997)–Willem van den Berg, Hanna Stouten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 164]
| |
S.J. van den Bergh
| |
[pagina 165]
| |
Helaas! Eer zijn scheepsbijl nog dreunt op de boom,
daar heeft reeds een kogel zijn rechte doen bloeden,
maar toch, hoe gewond, zou het niemand vermoeden,
want vijand op vijand ploft neer in de stroom.
Want altijd nog zwaait hij het wapen in 't rond,
nu beukend op 't hout, wat de vloot doet vertragen,
dan treffend wie rustloos zijn arbeid belagen,
en veertien Spanjolen, zij bijten de grond.
En nu er een vijftiende dijkwaarts zich haast,
waar vruchtloos zijn makkers de dappre bestreden,
daar slaat hij de lansknecht van Flips naar beneden,
daar klettert de klank van zijn scheepsbijl voor 't laatst.
De boom spat er los en de vliet splijt vaneen,
de vloot stuift vooruit en de vijanden wijken;
de stad moet de vlag van 'slands dwingeland strijken,
en 't: ‘Leve de Prins!’ schalt door Muiden heen.
En 't stift der historie, door Spanje gehaat,
door Neerland geliefd, waar het waarheid moet melden,
schreef nog op die dag in het eerboek der helden
de onsterflijke naam van de bootsman Jan Braadt.
|
|