Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd21. De naamen (34) Ga naar voetnoot21. aant.‘Fillis, zegt gij, liefste meisje,
Deze naam bevalt mij niet!’
Maar, kunt gij mij dan niet zeggen
Hoe gij gaarne anders hiet?
5[regelnummer]
Galathea, Chloris, Roosje,
Zijn die naamen meerder zoet?
Ga naar voetnoot6
Immers is uw naam, mijn Fillis,
Even streelend, even goed?
| |
[pagina 28]
| |
Zeg, hoe zal ik u dan noemen? -
10[regelnummer]
Engel...? ja! dat zijt gij mij!
Gul en vriendlijk zijn ook de Englen,
Eveneens, mijn meisje, als gij.
Maar, de naam mogt meer beteeknen.
'k Noem u liefst dan hartvriendin!
Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Doch, hoe flaauw zijn deze naamen
Bij het vuur van mijne min!
Waardste, Liefste, lust mijns levens...
Neen! dit drukt het ook niet uit!
Zagt! mij schiet een naam te binnen,
20[regelnummer]
Die het al in zich besluit:
'k Zal u steeds mijn Leven noemen!
Ja, want ware ik van u af,
Schielijk zonk ik vol van droefheid,
In het eeuwigzwijgend graf.
25[regelnummer]
Gij zult dan mijn Leven hieten!
Maar - zoo noem ik u alleen!
Neen! die lieve naam, mijn meisje,
Blijve slegts aan ons gemeen!
Andren mogen Fillis zeggen;
30[regelnummer]
Dit staat aan een ieder vrij.
Maar - mijn Leven! ... ô mijn Leven!
Dit zijt gij alleen voor mij!
|
|