tegen de Toveressen, die hedendaags by velen in 't gebruik is, waardig datse sijne keiserlike Majesteit versta, en Duitschland overwege. Het antwoord is in 46 stellingen begrepen, die ik tot 15 wil betrekken, en dan noch bekorten; dat gene overslaande dat geheel paapsch is, so veel die regtsplegingen belangt, en wel besonderlik dat tot de Inquisitie behoort.
1. 't Begin is dan, ene ongelooflike bygelovigheid van 't gemeen volk in Duitschland: daar ik wel by mag seggen, dat die niet weinig door de Geesteliken word gevoed, niet alleen des Pausdoms, maar ook sekerlik der Protestanten. ‘Alle straffen, welke God ons in de H. Schriften dreigt komen na 't gemeene seggen van de Toveraars.
2. Dies worden de Geregten in de vorstelike hoven aangelopen, maal op maal, met een gemeen geroep, om ondersoek te doen.
3. Om d'eerste toveres te vinden, dat sal de gene zijn, die in geringen staat, by desen ende genen wat in 't oog is, of ook ('t zy met schuld of onschuld) ergens over in geen goed geruchte staat.
4. Want men maakt dusdanig ene sluitreden met twee hoornen. Is sy van geen goed leven geweest, d'argwaan is wel gegrond; indien ja, dat zijnse, die 't wolfs herte onder lammervliesen dekken.
5. Noch eens: word sy beticht, en sy ontstelt sich niet; 't is een bewijs van Duivelsch verhardinge; maar indien ja, so heeftse schuld. Vertrektse vredeshalven uit de buurt, of om de quellinge t' ontgaan: flux is het woord, die loopt heeft schuld
6. Die haar nu niet ten beste wil, vind lichtelik iet in haar leven, woorden, daden, dat van 't beste niet en was: (want wie leest sonder faut) dat dient dan mede tot voedsel van 't vermoeden harer tovery.
7. Men spoedigt ook het ondersoek, somtijds ten selfden dage der beschuldiginge; en laat haar selden Advocaten toe, die ook tot sulks niet seer genegen zijn.
8. Op d'eerste ondervraginge, 't zy datse iet of niet belijd; so wordse opgesloten: en by haren onschuld blyvende, hoe beter sy dat weet te seggen, hoe meer de Duivel word geloofd haar dese les te geven; so niet, die sich niet weet te suiveren, heeft schuld.
§. 5. Dan gaatmen verder: want men wil dat sy bekennen sal.
‘9. Men dreigt haar met den pijnbank, kleedse naakt uit, en bescheertse over 't gantsche lichaam, om quansuis geen tovertuig, ook hoe gering het zy, by sig verholen te behouden. Dit word self ook van mans aan vrouwen, en met dertelheid gepleegd.
10. Indiense door den drang der pyniginge tot bekentenisse komt: so is de saak gedaan: sy heeft de tovery bekend, en moet na 't vuur.
11. Maar sose niet bekent; het is herdnekkigheid: sy moet er beter aan, so lang, tot datse eindelik bekent. Herroeptse, na 't bedaren van de smert; dat is al wederom herdnekkigheid: bekennen word geloofd, maar geen ontkennen.
12. Sietse rondom, 't is na den Duivel, haren boel. Slaat sy de o-