Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De betoverde wereld (1691-1693)

Informatie terzijde

Titelpagina van De betoverde wereld
Afbeelding van De betoverde wereldToon afbeelding van titelpagina van De betoverde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.52 MB)

Scans (102.75 MB)

ebook (4.68 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De betoverde wereld

(1691-1693)–Balthasar Bekker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VIII. Hoofdstuk.
De verscheidene Toverplegingen by die volkeren gebruikelik zijn daar uit ook ontstaan.

§. 1. DEwijlmen doorgaans Toverye noemt, het gene men gelooft dat door Duivels hulp word uitgewerkt: so en kan ik niet anders oordeelen, of het is aan 't selfde vooroordeel, dat ik hier voor ontrent den so genaamden Duivel-dienst heb aangemerkt, toe te schrijven; datmen enige menschen Tovenaars en Toveressen noemt, die het misschien niet en zijn: want watse waarlijk zijn, is het gene dat hier na eerst ondersocht sal worden. Ik wil hier nu slegs seggen, datmen die Heidenen aan geen Toverye schul-

[pagina 33]
[p. 33]

dig houden moet, uit dien hoofde dat de schrijvers, der selven seden meldende, dikmaals Toveraars en Toveressen daar in benoemen: waar door ik bemerke datse doorgaans de gene zijn houdende, die als Priesters en Priesterinnen, of mindere amptenaren, ontrent hunne offerplegingen besig zijn. Maar wat ons van hun doen self voortkomt, het gene hunne gemeenschap met de mindere Goden of Geesten, goeden en quaden, betreft; dat magmen alles tot dit eene hoofdstuk wel betrekken.

§. 2. De eerbiedigheid, die 't volk doorgaans tot de Sonne, Maan en Sterren heeft, is magtig om de Dagverkiesinge onder hen te vestigen. Want ook Pieter van den Broek heeft aan gemerkt, van de Benjanen in Narsinga sprekende, dat, so veel als de quade en goede uren aangaat, sy deselve uit den loop der sterren oordeelen waar op sy seer naaw achtinge geven. In Sina (seit Trigaut lib.1. cap.9.) is geen bygelovig gebruik so gemeen, als 't waarnemen der Feest- en Werkedagen, om al hun doen na regels van den tijd te schikken. Tot dien einde word jaarlix twederley Almanak gedrukt, die uit 's Konings naam van sijne sterrekykers gemaakt is. Daar van word dit bedrog te meer voor waarheid aangenomen. Daar in teikenen sy, wat hen op elken dag te doen of te laten; of tot wat ure 't gene tusschen beide voor valt te verschuiven zy.

§. 3. Dit schrijvende bevinde ik, dat Carolyn het verhaal van Trigaut in 't vervolg bequamelik aldus verkort heeft. ‘Behalven dese zijnder noch andere boeken, hier noch nauwer af handelende, en sodanige meesters, die nergens anders hun onderhoud af trekken, als met voorschrijven van goede dagen en uren, aan de genen die hen daarom raad vragen; waarin sy den luiden voor een klein geld dienen. En aan dese voorseggingen uit dagen en uren houdense sich so vast, datse den aanvang van een gewigtig werk, of sware reise dikwils langen tijd uitstellen; om immers dien gelukkigen dag of ure daar toe waar te nemen. En hoewel het dikwyls geschied, dat op den gelukkigen dag of ure een sware regen valt, of de wind fell en tegen is: al soudense maar vier treden doen, of om een huis te grondvesten, maar twee korven aarde graven. So dedense, als geseid, die by ouds Astrologi Mathematici genaamd zijn.

‘§. 4. Geen minderen vlijt plegense in 't waarnemen en aantekenen van den tijd der geboorte: om daar uit den ganschen loop huns levens te voorseggen. Dit zijn de Genethliaci dat is Geboortelesers der ouden, van welken hier voor 3. §. 4. al enige meldinge is gedaan. Ook zijnder veel andere Waarseggers, die sich vermete, uit de sterren, uit de aangesigten, uit de handen, uit dromen, woorden; ja uit iemants sitten en staan iets toe komende te voorseggen: en in grote achtinge by de menschen zijn.

§. 5. 't Gene van der Sinesen Dagverkiesinge geseid is, verklaart Ro‘gerius, dat ook nevens andere volkeren insonderheid plaats heeft op de kust van Coromandel. Want daar zijn diergelijke Almanakken mede in gebruik, die sy Pamangam noemen, Dese seit hy ook tweederley te zijn: waarvan hy eenen ten vollen stelt; met alles wat op ieder uur van elken

[pagina 34]
[p. 34]

dag in de weke te laten of te doen, gelukkig of ongelukkig zy. Tot een proefje zy die van den Sondag van ure op ure gesteld, welker dertig tusschen Sonnen op- en ondergang by hen gesteld worden.

1. Goed tot alle saken van praat en raad,

2. Iets om voordeel by der hand genomen, sal seer wel gelukken.

3. Sal niet gelukken.

4. Die iet goeds meint te bekomen, 't sal hem missen en voor den vyand zijn.

5. Koopmanschap met voordeel te doen.

6. Goed feest houden; of iet ter hand genomen, dat vreugd of leeringe raakt.

7. Handel met vrouwen sal na wensch uit vallen.

8. Koopmanschap sonder winst.

9. Even eens als op de seste ure.

10. Geen voornemen sal wel gelukken.

11. Geneesdrank, of iet voor vermaak ingenomen, sal niet wel bestaan.

12. Die overwinninge beoogt, sal geluk hebben.

13. Goed koeijen en andere beesten te kopen.

14. Goed iemant in dienst te nemen.

15. Kwaad in een niew huis te trekken, of iemant te besoeken.

16. Goed, huisen, dorpen of steden te beginnen.

17. Geen goed reisen.

18. Goed grote te besoeken.

19. Goed beelden ter eere van Pagoden te maken.

20. Kwaad iet by der hand te nemen.

21. Niets te winnen.

22. Die enen slag ter hand neemt, sal dien verliesen.

23. Goede vriendschap te soeken.

24. Goed vechten.

25. Goed met iemant raad te plegen.

26. Koopmanschap sonder winst.

27. Die ene vrouwe bekent sal een kind gewinnen.

28. Al wat iemant ter hand neemt, sal gelukken.

29. Sal niet gelukken.

30. Goed planten.

‘'s Nachts wil 't mede so gaan, van uur tot uur.

En op dese wyse zijn voorts alle de dagen en nachten door de gansche week verdeeld.

§. 6. Dese Bygelovigheid gaat so verre, datse de konste self, in sich vry en deugdelijk, bevlekt. Want so als D'Aviti uit Osorius verhaalt, vindmen by de Malbaaren in 't gebruik, dat sy 't jaar beginnen in September; maar den eersten dag en ure door bygelovige waarneminge betekenen. Die boven den ouderdom van 15. jaren zijn, bedekken op dien dag hun aangesigt en ogen, om geen ding te konnen sien. Daarop geleid door kinderen in d'Afgodstempelen, sullen sich aanstonds ontdekken, en op 't gene regt tegen over staat schielik hunne ogen werpen. Vallen die ten eersten op't beeld van den Afgod, die by

[pagina 35]
[p. 35]

hen besonderlik geërd word, so makense staat dat hen 'tjaar wel sal vergaan.

‘§. 7. Die op Vogelgeschrey acht geven, komen aldernaast aan desen te pas, en byna met deselven overeen. Want wy letten daar sonderling op (seit Carolyn) noch verder uit Rogerius) welke vogelen, en aan wat syde hen voorby vliegen oordeelde daar uit van hun geluk of ongeluk. Sy seggen, so iemant in 't vliegen van een bontekraay (die aan de voorseide kust seer veele zijn) geraakt word; dat sulx een kwaad teken is: te weten, dat de gene die geraakt is, of iemant van sijne vrienden binnen ses weken sterven sal. Dus verhaalt Linschoten van de Decanyns en Gusuratters, datse, 'smorgen ten eersten ene bontekraay siende, dien dag om geen goed ter weereld uit den huise sullen gaan.

§. 8. By D'Aviti vind ik mede uit Mendoza aangetekend, dat de Heidenen in de eilanden by de Spanjaarden genaamd Philippynen, sekere Wicchelaarsters Holaoy genaamd, voor priesterinnen eeren; en verhaalt, datse (na sijn verstand) dagelix met de Daemons spraak houden, ende dikmaals in 't openbaar voor 't volk veelerhande gebaar maken; waardoor hen de waarseggende Geest komt in te nemen, ende door hen antwoord te geven op al watmen vraagt. Daar voegt hy dan noch by, dat by hen dit besonder slag van Wicchelarye in 't gebruik is, datse op reise enen Cayman ontmoetende, weder om t'huiswaart keeren: also sy sulx, na't schijnt, voor een quaad voorspel houden.

§. 9. Vorder sietmen de Waarseggery uit allerhande voortekenen onder die volkeren in swang. So sy staan om uit een huis te gaan, ende iemant niest, so sullense wederom na binnen keeren; want sy sulx voor een quaad voorteken houden. 't Selfde word door Pieter van den Broek aangaande die van Narsinga bevestigd: die daar by voegt, dat sose 's morgens uitgaande enig quaad voorteken ontmoeten; sy te rugge keeren, of so lange blijven staan, tot dat een ander hen zy voorgegaan. Vorder Teikenen die sy goed of quaad, gelukkig of ongelukkig achten, worden by Carolyn, uit Twisk en van den Broek aldus beschreven. ‘Quaad en ongelukkig zijn, behalven het voorseide niesen en vogelvliegen: een ledige of ongeladen karre; een hond, die geen eten in den mond heeft; een buffel, ezel, geitenbok, aap, en ongebonden hert; een goudsmid, timmerman, barbier, kleermaker, kattoenkoper, smid of wever; ene weduwe; een dode, of die van ene begraffenisse komen sonder sich gewasschen of gekleed te hebben. Ook houdense voor ongelukkig, so hen iemant, die boter, oli, soete melk, swarte suiker, of al wat suur is, als appelen en limoenen, ook yser en al wat tot den oorlog dient, dragende, ontmoet. Maar voor een goed teken houdense enen olifant; een kameel, geladen of ongeladen; een peerd, sonder last beter dan geladen; ene koe; enen osse of buffel met water geladen, want ongeladen is niet goed; enen bok, enen hond met eten in den mond; ene katt aan de regterhand. Desgelijx, so hen iemant ontmoet met vleesch, gestremde melk, of witte suiker geladen. Ook een haan, of een haas die voor uit loopt; en honderd diergelijke dingen meer welke als gelukkige teikenen hen ontmoetende, sullense onbeschroomd hunne weg

[pagina 36]
[p. 36]

volgen, als versekerd van hun aanstaande geluk. Texeira voegter by, datse 't quaad achten, na Sonne ondergang te eeten; ja datse 't ook voor sonde houden.

§. 10. Dus veel van Waarseggery: van welke, ende besonderlijk Tovery, ik verwonderd ben dat so weinig aangetekend vinde, by so vele schrijvers als ik daar over met neerstigheid hebbe nagesien. Selfs en heugt my mede niet, dat ik veel besonderlijx daar af gehoord hebbe, uit mondelinge t'samen-spraak met luiden die in d'oostersche landen lang en veel bereisd zijn. En 't gene my aldermeest vreemd dunkt, so en maakt Baldeus, die voordachtelik over d'Afgoderye der Oost-indische Heidensche schrijft, daar van nauweliks gewag. Dit is 't eennigste, dat ik by hem vinde 't gene hy van de besweringe der Slangen schrijft. D'inwoonders, seit hy, van Choromandel weten, neffens sommige Cingalesen en Malabaren, de Slangen te belesen so dat sy op hun singen staan danssen, tot verwonderinge. Als sy iemant laten sweeren, doen sy hem de hand in enen pot steken, daar ene slange in is: ende indien de sweerder niet beschadig word, so heeft hy wel geswooren; maar word hy gesteken, so verklaart men hem meineedig. Pyrard doet 'er by, (gelijk deselve Baldeus ook te kennen geeft) dat sy de grootste en arglistigste slangen besweeren, om hen niet de beschadigen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken