dag in de weke te laten of te doen, gelukkig of ongelukkig zy. Tot een proefje zy die van den Sondag van ure op ure gesteld, welker dertig tusschen Sonnen op- en ondergang by hen gesteld worden.
1. Goed tot alle saken van praat en raad,
2. Iets om voordeel by der hand genomen, sal seer wel gelukken.
3. Sal niet gelukken.
4. Die iet goeds meint te bekomen, 't sal hem missen en voor den vyand zijn.
5. Koopmanschap met voordeel te doen.
6. Goed feest houden; of iet ter hand genomen, dat vreugd of leeringe raakt.
7. Handel met vrouwen sal na wensch uit vallen.
8. Koopmanschap sonder winst.
9. Even eens als op de seste ure.
10. Geen voornemen sal wel gelukken.
11. Geneesdrank, of iet voor vermaak ingenomen, sal niet wel bestaan.
12. Die overwinninge beoogt, sal geluk hebben.
13. Goed koeijen en andere beesten te kopen.
14. Goed iemant in dienst te nemen.
15. Kwaad in een niew huis te trekken, of iemant te besoeken.
16. Goed, huisen, dorpen of steden te beginnen.
17. Geen goed reisen.
18. Goed grote te besoeken.
19. Goed beelden ter eere van Pagoden te maken.
20. Kwaad iet by der hand te nemen.
21. Niets te winnen.
22. Die enen slag ter hand neemt, sal dien verliesen.
23. Goede vriendschap te soeken.
24. Goed vechten.
25. Goed met iemant raad te plegen.
26. Koopmanschap sonder winst.
27. Die ene vrouwe bekent sal een kind gewinnen.
28. Al wat iemant ter hand neemt, sal gelukken.
29. Sal niet gelukken.
30. Goed planten.
‘'s Nachts wil 't mede so gaan, van uur tot uur.
En op dese wyse zijn voorts alle de dagen en nachten door de gansche week verdeeld.
§. 6. Dese Bygelovigheid gaat so verre, datse de konste self, in sich vry en deugdelijk, bevlekt. Want so als D'Aviti uit Osorius verhaalt, vindmen by de Malbaaren in 't gebruik, dat sy 't jaar beginnen in September; maar den eersten dag en ure door bygelovige waarneminge betekenen. Die boven den ouderdom van 15. jaren zijn, bedekken op dien dag hun aangesigt en ogen, om geen ding te konnen sien. Daarop geleid door kinderen in d'Afgodstempelen, sullen sich aanstonds ontdekken, en op 't gene regt tegen over staat schielik hunne ogen werpen. Vallen die ten eersten op't beeld van den Afgod, die by