konnense natuurliker wijse binnen tijds kruiden en rijpe vrugten, self ook ongedierte, doen voortkomen; alleenlik datse door natuurlike middelen, anderen onbekend, het gebrek des tijds weten te vervullen; gelijkmen in minderen trap van volmaaktheid aan de hoveniers bevind, dat elk yverende om de eerste te wesen, niewe vrugten levert, en de natuur door konst te hulpe komt; sonder nochtans andere middelen, dan die in de nature self zijn, te gebruiken. Het onderscheid bestaat slegs daar in, dat een Magus, die daar geheel sijn werk af maakt, door grondiger kennisse van de kragten der Nature, den gemeenen man, ja self den geleerden, welker weinige sich bemoeiden om sich so diep in de Natuur te begeven, merkelijk te boven gaat. Doch mitsdien dat dit alles dus verre buiten 't besondere behulp der Goden en der Geesten is: so en dientet sonderling tot onse sake niet. Dan alleenlik, om ons wel te leeren onderscheiden, 't gene buiten 't geschil is dat wy verhandelen willen, en 't gene daar toe behoort.
§. 4. Dus verre hebben wy dan der Heidenen Magia binnen de palen der Natuurkunde gesien: maar nu wil ik den Leser gebeden hebben, dat hy sig erinnere 't gene ik in mijne Uitl. over Daniel §. 25. uit Diodorus en Plinius aangetekend hebbe; dat de Magia, so alsse doorgaans van oudsher in 't gebruik was, de Wiskonst, de Geneeskonst, en den Godsdienst tot behulp nam; d'een op dese, d'andere op die wijse meest daar in besig zijnde. Daar uit is dan ook een ander onderscheid in d'oefeninge deser konst ontstaan: waar af sommige der genen die daar mede omgingen, Mathematici, Wiskonstige; andere Geneeskundige, en hateliker Venefici, Vergiftigers genaamd zijn. De eersten waren meest om wonderen, d'anderen om boosheid te doen.
Onder sulke wonderen magmen tellen de houtene duive van Archytas, welke vloog; en, de beelden van Mercurius die spraken. Maar de Vergiftigers doen dit: datse door ongewone, en dikmaals onbekende dingen, doch waar van sy die het doen de kennis hebben, datter die kragt in steekt; ende voorts op d'allerheimelijkste wijse, so weinig te merken, dat het naaulix geloofd kan worden geschied te zijn, de menschen of hun vee, of saak of suivel beschadigen en bederven. Dit is 't gene sy waarlik deden: maar 't gene sy daar en boven noch voorgaven, of self misschien ook geloofden te doen; was datse ook wel door kragt van kruiden, en ander stoffen, op allerleije wijse gemengd, menschen en beesten in malkanderen veranderden, en doden uit de graven trokken.
§. 5. Nu ook iets van de gemaakte Magia te seggen, die mag met reden also genaamd zijn: om datter niets in is van de Nature; maar dat de Kunst alleen werkt, de natuur vooronderstellende. Dese kan gevoegelik, schoon op veelerhande wijse in 't werk gesteld, onder den gemeenen name van Tovery, Besweeringe, of Beleesinge begreepen worden. Want wy noemen Tovery, al watmen houd dat door Duivels kragt en gemeenschap van de menschen word uitgeregt: 't welk nooit sonder d'eene of d'andere wijse van beleesingen geschied. Dese bestond altijd in 't gebruik van sekere woorden of tekens, gesproken of geschreven; beneffens sonderlinge gebaren, en ene wij-