vele beschouwingen aan ophangen, maar deze schampen alle af op de betekenisloze waarachtigheid van zijn bestaan.
Hetzelfde moet men zeggen van de Kunsthalle te Bern die Christo deze nazomer van boven tot onder in halfdoorzichtige plastic heeft verpakt en met koorden dichtgebonden. Sinds jaren droomt Christo ervan monumentale gebouwen, bij voorkeur musea, in te pakken zoals hij dat reeds gedaan had met bomen, fietsen, meisjes, beelden, stoelen, kinderwagens, matrassen, boeken, revues, en wat weet ik meer. Van verschillende soortgelijke monumenten had hij zulke nauwkeurige fotomontages gemaakt, dat men aan de realiteit ervan kon geloven. De Kunsthalle van Bern is echter het eerste monument geworden (een kleine toren te Spoleto niet te na gesproken) dat door Christo werkelijk werd verpakt, en dat bij gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan. Door H. Szeemann, directeur van de Kunsthalle, werden een aantal kunstenaars uitgenodigd om in het museum een environment te maken, o.m. Warhol, Raysse, Brusse, Lueg, Uecker, Kowalski, Schnyder. Het environment werd door Christo gemaakt. Hij nam het gebouw en al wat het bevatte in zijn geheel in; en niet alleen het gebouw, maar ook de hele stadswijk. Men hoefde het museum niet meer binnen te gaan om met Christo's kunstwerk geconfronteerd te worden. De Helvetiaplatz van Bern was van aangezicht en schaal veranderd.
Christo loopt momenteel met nog andere plannen rond, die binnenkort, als het enigszins meevalt, uitgevoerd zullen worden. In New York gaat hij een wolkenkrabber van ik weet niet hoeveel verdiepingen inpakken en aan het Californische strand is hij van plan een kuststrook van 150 hectaren (20 km lang en meer dan 1 km breed) in te pakken.
Meer commentaar hoeft hier niet bij. Christo zelf weigert elk commentaar op zijn werk. Het kan, geloof ik, maar juist gecommuniceerd worden in een lakoniek krantenbericht: ‘Christo pakt de kunsthalle van Bern in’, of ‘Christo heeft 150 hectaren strand ingepakt’ □