vertrouwen in een moderne levenssfeer, zoals de inrichters die hier tentoonstelden.
Juist daartegen verzetten zich de specialisten met een heftigheid in verhouding tot het succes bij het publiek. Ze voelden zich eens te meer bedrogen en zonken verder weg in hun onmacht om op het woonmilieu enige invloed uit te oefenen. Ook zij waren in groten getale naar Kortrijk gekomen, gedreven door ik weet niet welke motieven, misschien de hoop er iets te beleven dat buiten het gewone viel, dat de gesloten kringloop doorbrak. Hun ongenoegen uitte zich in scherpe aanklachten tegen het gepleegde bedrog: het bleek eens te meer een commerciële zet te zijn, die op reële menselijke behoeften inspeelde, niet om die te bevredigen maar om er in de letterlijke zin van het woord munt uit te slaan.
Deze aanklacht kwam het hevigst tot ontlading in een gesprek tussen studenten en producenten, maar hij was ook te beluisteren in meerdere informele gesprekken bij de opening, op het congres voor binnenhuisarchitecten op het weekend over wonen van de Stichting Lodewijk de Raet. Jul de Roover sprak over waardenvervalsing. Zijn tussenkomsten waren passioneel, en daardoor aangrijpend omdat ze zo direct de onmacht van de hedendaagse mens en designer ten overstaan van zijn milieu tot uitdrukking brachten. Met klem wees hij het opzet van Interieur 68 af, maar was niet in staat zelf iets in de plaats te stellen. Niemand overigens van wie gedurende die dagen het woord nam bracht het verder dan het verwoorden van een malaise. Dat was aanleiding tot een ongehoorde spraakverwarring, waarin de grofste contradicties tegen elkaar opbotsten, contradicties overigens die niet konden tegengesproken worden omdat ze alle, minstens partieel, een deel van de waarheid bevatten. Van enige geordende of wetenschappelijke denkarbeid was er in de tussenkomsten geen spoor te bekennen. Alles beperkte zich, zoals we dat gewoon zijn, tot kreten. Deze kunnen we echter niet zo maar naast ons neerleggen. Ze zijn een té directe weergave van een diepe gekwetstheid. Maar met kreten alleen komen we toch ook niet vooruit. Er moet eerst en vooral een diagnose gesteld worden. Pas dan kan aan een therapie gedacht worden. Het is zeer de vraag of architecten en designers alleen tot een dergelijke diagnose in staat zijn. Is hier geen taak weggelegd voor de initiatiefnemers van Interieur 68 om het opmaken van deze diagnose te stimuleren? Ze zou een basis kunnen zijn voor Interieur 70 □
Die naïeve Amerikanen.
K&C-agenda, 13 november 1968.