Niemand zal het ooit een conservator verwijten dat hij een aangeboden tentoonstelling afwijst, indien hij voor die weigering geldige redenen kan aanvoeren en bereid is deze ook publiek op tafel te leggen. In Gent is er echter van weigering geen sprake. De heer Van de Walle ging met de tentoonstelling akkoord. Hij werd zelfs op de opening te Eindhoven als medeorganisator vermeld. Op deze opening was hij echter niet te zien, evenmin als op de andere manifestaties, die naar aanleiding van deze tentoonstelling plaats vonden. Hij had er blijkbaar geen behoefte aan met verzamelaars of minstens met hun werk kennis te maken en na te gaan of zijn museum de mogelijkheden had om dit tentoon te stellen. Zijn houding was: als ze willen komen, mij goed! Juist in deze houding ligt de fout. Ten overstaan van een manifestatie als ‘Three Blind Mice’ heeft geen enkele conservator het recht onverschillig te zijn. Hij is publiek verplicht de maximale gelegenheid te scheppen om met de kunstuitingen, hoe dan ook, in contact te komen. Als hij dit niet doet, of door veronachtzaming ervoor zorgt dat het misloopt, is hij publiek verantwoording schuldig. Dat ook een conservator verplichtingen heeft tegenover de gemeenschap wordt te vaak vergeten.
Door deze houding waren de bruikleengevers reeds kregelig en achterdochtig geworden, nog voor de werken van Eindhoven naar Gent waren getransporteerd: waar zouden die werken terechtkomen? En vooral: wie zou er borg voor staan dat ze op een behoorlijke manier werden behandeld en gepresenteerd? Een blik ter plaatse in het Gentse museum volstond om er rekenschap van te geven dat die achterdocht gegrond was. Als mijn informaties juist zijn, gaat ook het Nederlandse transportbedrijf dat voor de overbrenging instond, niet vrij uit, evenmin als de collectioneurs die geen voldoende voorzorgen namen. Maar dit neemt niet weg dat de werken te Gent niet werden onthaald zoals dat in een museum, die naam waardig, hoort. Ze werden behandeld zoals het werk van de eerste de beste routine-tentoonstelling, één van de veertig per jaar. Toen de bruikleengevers dit hebben geconstateerd was de maat vol; ze besloten geen verdere risico's meer te lopen en namen hun werk terug.
Het is heel waarschijnlijk een toeval dat dit feit samenviel met de bezetting van het Gentse museum door enkele kunstenaars. Maar ook al houdt ze er geen enkel verband mee, ze past volkomen in de situatie.
Bij het ter perse gaan vernemen we dat de tentoonstelling toch zal geopend worden op 15 juni □