wereld, die een andere, misschien grotere werkelijkheid bezit dan de vertrouwde.
Bij vervreemding horen in elk geval beide polen: vertrouwdheid en afstand. Alles wat Beuys gedurende zijn actie onderneemt is vertrouwd en alledaags. Tenminste hij doet alsof dit zo is. Hij is geen speciaal begaafd medium, dat in trance met een bovenzinnelijke sfeer in communicatie treedt. Hij doet eenvoudig wat hem te doen staat, zoals een huisvrouw in haar keuken. Slechts één enkele keer schijnt hij meer op effect uit en gaat hij gebaren maken die aan een goochelaar doen denken. Maar die enkele gebaren niet te na gesproken, zou iedereen die aan het schouwspel deelneemt in de plaats van Beuys kunnen staan en de ritus voltrekken. Hij vergt geen enkele initiatie.
De ritus is een volstrekt willekeurige handeling. Hij is niet meer dan het noodzakelijke vertrekpunt vanwaaruit een verbreding van het bewustzijn kan bewerkt worden, het bewustzijn van de mens die de ritus voltrekt, en van de materie of, juister misschien, de ruimte waarin de ritus voltrokken wordt. Ook hier speelt de vervreemding: alles wat Beuys doet is materie, waarvan de materialiteit beklemtoond wordt. Maar juist in de beklemtoonde aandacht ervoor wordt ze gespiritualiseerd. Daardoor distantieert Beuys zich van Oosterse meditatiepraktijken. Zijn ritus overstijgt de materie niet, maar voltrekt zich in de materie, in haar meest onvatbare eigenheid. Vandaar wellicht zijn voorliefde voor het vet. In alle acties en in vele van zijn kunstwerken past Beuys het toe. Met het vet bewerkt hij de ruimte, maakt hij ze tastbaar, maar heft ze ook in haar materiële begrensdheid op. Als hij een hoek van de kamer met vet opvult en laat verdwijnen, maakt hij terzelfdertijd die kamer in haar platte bepaling bewust, maar laat haar ook zo diep in haar materialiteit verzinken dat ze anti-materie wordt en openkomt voor de ambivalentie van de geest. Al deze begrippen zijn vanzelfsprekend inadequaat omdat de actie van Beuys erop gebaseerd is deze begrippenschema's te ontmantelen. Er steekt dan ook een dosis inconsequentie in er over te willen schrijven. Maar ook deze inconsequentie behoort tot onze realiteit. Beuys heeft er in zijn actie mee af te rekenen. Meer nog, juist op die inconsequentie is zijn ritus en de mystiek, die er de oorzaak, gevolg en doel van is, gebaseerd. Tot 5 maart zijn in de Wide White Space Gallery nog enkele relicten van een dergelijke actie, oorsprong en instrument, te zien □
André Lurçat.
K&C-agenda, 21 februari 1968.