zijn eigen persoon en werk te binden. In die persoonlijke stimulans lag zijn grootheid én zijn beperktheid. Men kan deze zien als gevolg van een intelligentie die tegelijk heel lucied een situatie wist te doorzien en meteen in die situatie verlangde in te grijpen. Misschien hing deze laatste activistische trek samen met zijn opleiding als ingenieur. Alles wat hij aanpakte deed hij trouwens met de op efficiëntie afgestemde precisie van een ingenieur.
André Bloc is in wezen een publicist geweest, in de meest omvattende betekenis van het woord; iemand die te midden van de communicatie is gaan staan. Hij was daarbij bijzonder geïnteresseerd voor alles wat in de avantgarde op het gebied van de architectuur en de beeldende kunsten leefde. Hij zelf heeft in een Hommage aan Le Corbusier verteld hoe hij in zijn jeugd onder de indruk is gekomen van Le Corbusiers publicistische activiteiten, vooral van de uitgaven L'Esprit Nouveau. ‘In die tijd was ik helemaal niet geïnteresseerd in architectuur of plastische kunsten. Ik was een jonge ingenieur, juist afgestudeerd en helemaal gekeerd naar het praktische leven. Ik liet echter niet na elk nummer van L'Esprit Nouveau te kopen en zag met vreugde hoe daarin valse idolen werden neergehaald. De nieuwe ideeën op gebied van architectuur en stedebouw begonnen me te boeien. Sinds 1921 was Le Corbusier mijn gids. Ik streefde er enkel nog naar mij van mijn beroepsbeslommeringen los te maken om met architectuur en beeldende kunsten te kunnen bezig zijn.’ ‘Nog tien jaar moest ik wachten en L'Esprit Nouveau bestond sinds lang niet meer toen ik in 1930 L'Architecture d'Aujourd'hui oprichtte. Mijn eerste zorg was Le Corbusier voor dit initiatief te winnen en een speciaal nummer werd aan deze uitzonderlijke architect gewijd.’
Tot op de dag van vandaag is het tijdschrift van André Bloc L'Architecture d'Aujourd'hui niet alleen blijven bestaan, maar heeft zich als een van de voornaamste vakbladen weten te handhaven. Het was echter wel merkbaar dat de persoonlijke interesse van André Bloc, vooral sinds de tweede wereldoorlog, zich had verlegd, of liever, zich had toegespitst op een meer bepaald probleem van de verhouding van architectuur tot sculptuur. Het is niet heel nauwkeurig dit zo te stellen omdat de schijn gewekt wordt dat Bloc op de eerste plaats dacht aan wat de jongste jaren ‘integratie van de kunsten’ werd genoemd. Ook dat aspect speelde wel mee, maar theoretisch stelde Bloc de zaken juister. Hij draaide uitgangspunt en eindpunt om. De integratie van de kunsten was voor hem een op zijn kop gezet probleem. Het gaat er niet om beelden in een architectuur te plaatsen, maar, met zijn eigen woorden ‘om de eenheid van creatie’. Of het nu om urbanisatie, architectuur, binnenhuisinrichting of zuivere kunst gaat, in alles moet de menselijke creativiteit zich uitwerken.
Ik haal die woorden uit de presentatie van het eerste nummer van Aujourd'hui, het nieuwe tijdschrift waaraan André Bloc sinds 1955 zijn beste krachten zou wijden. De ondertitel ervan: ‘art et architecture’, is sprekend