Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 163] [p. 163] Eindlijk. (Naar 't Hoogduitsch.) ‘Eindlijk’ blijft niet eeuwig uit; Eindlijk is de troost verschenen; Eindlijk groent, o Hope! uw kruid; Eindlijk houdt men op van weenen Breekt de traankruik die men droeg; Eindlijk zegt de Dood: ‘Genoeg!’ Eindlijk wordt uit water wijn; Eindlijk komt de rechte stonde; Eindlijk stilt de hartepijn; Eindlijk heelt de diepe wonde; Eindlijk maakt de slaverny Den gevangnen Jozef vrij. Eindlijk kan de nijd, de wrok, Eindlijk ook Herodes sterven; Eindlijk Davids herdersrok Zijnen zoom in purper verwen; Saül zelf raakt door den tijd Veerkracht en vervolglust kwijt. [pagina 164] [p. 164] Eindlijk neemt het bang getob Onzes Zwervens ook een ende; Eindlijk staat een Heiland op, Die het juk des dienstknechts wende; Eindlijk maken veertig jaar Gods beloften tijdig waar. Eindlijk bloeit een Aloë; Eindlijk draagt de Palmboom vruchten; Eindlijk eindigt aller wee, En de laatste smart moet vluchten. Eindlijk ziet men Vreugdendaal; Eindlijk, Eindlijk komt eenmaal. Vorige