Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Dichterban. (Walter Scott.) Bestaat er mensch, zoo dood van hart, Die nimmermeer bewogen werd Door 't denkbeeld vaderland? Die nooit een stil genoegen smaakte, Als hy, gekeerd van 't vreemde strand, Zijn eigen erfgrond weêr genaakte? Bestaat hy? 't Zij zoo! Maar weet wel: Voor hem geen lied of citherspel. Hoog zij zijn rang en oud geslacht, Zijn rijkdom veel, en groot zijn macht: 't Baatzuchtige gemoed [pagina 116] [p. 116] Dat niet dan voor zichzelven leeft, Doe zich op de ijdelheên te goed, Waar 't lage hart aan kleeft; Maar wachte vruchtloos al zijn leven, Dat 's Dichters lier een enklen toon Voor hem ten beste zoude geven! Vergetelheid zie daar zijn loon. Hy moog met pracht ten grave gaan, Geen oog wordt nat, geen luit slaat aan. 1833. Vorige Volgende