Print Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets Vorige Volgende [p. 94] 't Viooltjen. (Walter Scott.) * Als 't viooltje' in 't lindelommer 't Geurig vijftal openplooit, Mag het vrij zich schooner roemen Dan de rijkstgekleurde bloemen, Waar zich woud en dal meê tooit. Vriendlijk gloort zijn gloeiend purper, Knikkende van morgendaauw, - Van zoo'n droppel overtogen, Blonken me eens twee dierbare oogen Van nog liefelijker blaauw! 't Zonlicht doet den daauwdrop droogen, Eer de morgen middag wordt, - Ach, de traan der afscheidsrouwe Blonk in 't oog der ongetrouwe Ook zoo lieflijk, ook zoo kort! * (Op Muzijk gezet door J.J. Viotta. (Stud. Almanak 1837.) Vorige Volgende