Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Echte dichtgeest. Mens divinior. Heeft de Aeoolsche harp gespeeld, Heeft een adem uit den hoogen, Langs de snaren heengetogen, Hun zijn Leven meêgedeeld; Viel een vonk uit hooger sfeer, Die de brandstof heeft ontsteken En de vlammen uit doen breken, In d' ontroerden boezem neêr: Hoe gants anders klinkt die toon Dan wat Kunst of Zucht tot pralen Uit haar hout en erts leert halen, Met een oog op lof en loon! Wat is by dien heilgen gloed, Die zich meêdeelt onder 't blaken, 't Vuurwerk dat de feestvermaken Knallend, schittrend kroonen moet? 1861. Vorige Volgende