Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Hollandsch huishouden, de huisvader spreekt: De Keizer is in Frankrijk baas, In Nederland de Koning, Ik in mijn eigen woning; Dat 's ieder op zijn plaats. De Grondwet van mijn rijksgebied Is God en de Ouders eeren; Is Vrede en Rust, mijnheeren! Is dit en anders niet. Van Vrijheid is hier Spraak noch Schrift Maar wèl wordt zy genoten, Door kleinen en door grooten, In groote en kleine gift. [pagina 45] [p. 45] Elk brengt tot aller vreugd wat by; Dat is zoo alle dagen De Schatting, die wy vragen En brengen, vrij en blij. De Bronnen onzer Welvaart zijn: Vlijt, en des Heeren zegen Op onbesproken wegen; Geen goud- of zilvermijn. Van al wat goed is blijven wy Een duurzame' Invoer wenschen, Maar weeren van de grenzen Begeerte en Hoovaardy. 1860. Vorige Volgende