Gedichten. Deel 1
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 70]
| |
Dat holle klip en diepe kuil
Weergalmen van een bang gehuil,
De bergbeek overloopt in 't vloeien,
De bloem een traan plengt onder 't bloeien,
Een doffe zucht door 't boschje suist,
Zijn lievlingsplek in blijde dagen,
Beantwoord door een plechtig klagen,
Dat door den top der eiken ruischt;
Dat stroomen hunne golven leeren,
Zijn uitvaart met een treurzang te eeren!
|
|