Gedichten. Deel 1(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Dochtertrouw. (The Lady of The Lake.) Daar zijn voor menschelijke zielen Genietingen, al zijn zij schaarsch, Die eerder hemelsch zijn dan aardsch; En zoo er immer tranen vielen Gansch vreemd aan elke' onreinen tocht, En zuiver, heilig, godlijk vocht, Dat zich geen engel schamen mocht, Zij zijn het, die eens vaders oogen Op 't voorhoofd van een deugdzaam kroost, Een dochter, die zijn grijsheid troost, Met liefde en eerbied schreien mogen. Vorige Volgende