Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 331]
| |
24. CommentaarAnna Maria van Schurman schreef een trits gedichten bij de inwijding van de universiteit: een Nederlands gedicht op de preek van Voetius, een Latijns gedicht op de opening en een Frans gedicht dat ze improviseerde op de dag zelf, 16 maart 1636. Schotel verhaalt het als volgt: Toen de Utrechtsche hoogeschool in 1636 zou worden ingewijd, was het een sombere en donkere morgen. Eensklaps echter, toen de plegtige optogt zich in beweging stelde, drongen vriendelijke zonnestralen door de wolken en wierpen een' stroom van licht over de feestvierende schare. Dit treffende oogenblik schildert Anna Maria van Schurman in de regels ‘Quelle mine de deuil’.Ga naar voetnoot672 Dat Franse gedicht had ze diezelfde ochtend nog even geïmproviseerd toen de dag met stortregen begon, maar later o zo symbolisch de zon doorbrak.Ga naar voetnoot673 Ook in dat Franse gedicht schijnt er een sterretje der gerechtigheid, een ‘Astre de Justice’, maar er wordt zo op het oog af met geen woord over vrouwenzaken gerept.Ga naar voetnoot674 Het is niet zo duidelijk als in het eerdergenoemde Nederlandse gedicht ‘Op het Sermoen’, waar ze dat heel nadrukkelijk wel doet. Daarin spreekt ze haar eigen sekse als volgt aan: Ghy die een voncken hebt noch van een hooger moet,
Ick segh van ons geslacht, als wel een slave doet:
En sijt soo besigh niet in 't cieren en pareren,
of aen u vluchtigh haer, of aen u schoonen kleeren;
Soo u den Hemel geeft de ruymte van den tijd,
Geeft die den spiegel niet die geen gebreecken slijt.
Hier is de schoonheyd veil die cieren kan van binnen
En die met meerder craght kan aller gunste winnen.
| |
[pagina 332]
| |
Ghy vind hier, wat ghy soeckt, een ongemeenen vondt,
Hoe dat ghy alle daegh noch schoonder worden kondt.Ga naar voetnoot675
Ook is het niet zo duidelijk als in het Latijnse gedicht waar omnibus (voor iedereen) toch wel heel centraal staat. Maar toch in het licht van het Latijnse gedicht dat ze al geschreven had en even later zou voordragen, zou je het Franse gedicht op verschillende lagen kunnen lezen. De hemel houdt de poort uit misnoegen gesloten, wil haar licht, de zon niet laten schijnen omdat vrouwen niet toegelaten worden. Pallas Athene de godin van de wijsheid maakt zich op om haar triomfantelijke overwinning te vestigen, dat wil zeggen de opening van een universiteit, maar kan niet als de zon der gerechtigheid niet ook de toelating van vrouwen met een goedkeurend oog bekijkt. Apollo, ofwel de zon komt haar te hulp en begint boven de optocht te schitteren. Alsof hij ons wil overtuigen dat hij slechts voor haar, de Wijsheid, schijnt en dat hij ons voorgaat in de plechtigheid waar officieel de universiteit geopend wordt. Dat hij ons voorgaat naar een gouden eeuw van wijsheid die geboren wordt voor het nageslacht. De wonderlijke voorspelling en het zeer gelukkige voorteken slaan dan niet alleen op het gelukkige verloop dat de stichting van de Universiteit van Utrecht zal hebben, maar ook op de toelating van vrouwen. Van Schurman heeft de gedichten zelf afzonderlijk uitgegeven, zoals ze schrijft in een brief aan Jacobus Revius, gedateerd 31 maart 1636: Nunc vero postquam aliquantisper respirae coepi, non potui committere quin inter primos te salutarem, simulque versus quos nuper in nascentis Academiae nostrae laudem edidi, ad te perferendos curarem. Nu ik echter weer een beetje op adem begin te komen, kon ik niet nalaten om u als een van de eersten te groeten en om tegelijk ervoor te zorgen dat de gedichten, die ik onlangs ter ere van onze nieuwe Academie heb uitgegeven, bij u bezorgd worden. Dat kan op losse planovellen gebeurd zijn. Maar die zijn niet overgeleverd. Wel verschenen haar drie gedichten in 1636 in de uitgave met de inaugurele redes van de professoren.Ga naar voetnoot676 Later werden | |
[pagina 333]
| |
het Franse gedicht (maar pas vanaf 1652) en ook het Latijnse (vanaf 1648) in haar Opuscula opgenomen, het Nederlandse niet. |
|