Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
13, 14 en 15. CommentaarAnne de Rohan (1584-1646) was een Franse, protestantse prinses die de liefde voor kunst en wetenschappen van haar moeder Catherina de Parthenay geërfd had.Ga naar voetnoot570 De familie Rohan behoorde tot de leidinggevende protestanten onder Lodewijk XIII. Anne kwam met haar moeder in Rochelle gevangen te zitten. Na haar bevrijding vestigde zij zich te Parijs in een paleis en hervatte haar letterenstudies. Haar roem van schrandere en geleerde vrouw was tijdens haar leven al gevestigd.Ga naar voetnoot571 Anne de Rohan kende de meeste nieuwere en oude talen, maar gaf de voorkeur aan de Hebreeuwse taal. Dat ze in ieder geval die taal goed beheerste blijkt uit het feit dat Van Schurman haar een citaat in Hebreeuws schreef zonder vertaling of preciese tekstverwijzing (doc. 13. r.26-27). Anne de Rohan maakte, volgens Schotel vooral religieuze dichtkunst, maar Van Beverwijck geeft een gedicht waarin ze de dood van koning Hendrik IV beklaagde met behulp van het klassieke pantheon.Ga naar voetnoot572 Volgens Schotel was haar paleis het middelpunt waar alle fraaije vernuften en uitstekende geleerden zich vereenigden. Meermalen had het ook zijne deuren geopend voor Andre Rivet, voor wien zij een heilige vriendschap had opgevat. Deze had haar over Anna Maria gesproken, later in zijne brieven van hare uitgebreide kennis, wonderbare talenten en ongeveinsde godsvrucht melding gemaakt; zij had hem haar verlangen te kennen gegeven om met de geleerde jonkvrouw van Utrecht in betrekking te komen en deze van hare toegenegenheid laten verzekeren. Anna Maria was niet ongevoelig voor deze toenadering der prinses.Ga naar voetnoot573 Uit de brief hierboven valt dat ook op te maken. Zo was Andreas Rivet ook hier de schakel tussen Anna Maria van Schurman en Anne de Rohan (doc. 13. r.4). Van Schurman looft en prijst Anne de Rohan. Vooral twee zaken heeft Anne de Rohan gecombineerd: hoog aanzien en christelijke wijsheid, iets wat normaalweg onverenigbaar is. Ook al staat Van Schurman niet op | |
[pagina 285]
| |
gelijke voet met haar, toch komen ze overeen in hun streven naar Wijsheid. Anne de Rohan zal als voorbeeld voor haar dienen als een schitterende ster in deze duistere, verdorven eeuw. De volgende brief is een antwoordbrief van Anne de Rohan aan Anna Maria van Schurman uit 1643. De prinses is dan al 59 jaar oud, Van Schurman 36. Ook dit keer was Andreas Rivet de tussenpersoon geweest bij het bezorgen van de brieven. Het is een kort en krachtig briefje waarvan vooral het slot erg gevat is: Van Schurman is al zo afgerond dat Anne de Rohan haar niets kan geven, haar diensten niet kan aanbieden. (Hoe zou ze ook als meerdere in status?) Van Schurman moet slechts de herinnering koesteren aan een persoon in Frankrijk die dezelfde naam als zij draagt en die haar vereert zoals zij zich verplicht voelt en haar het geluk toewenst dat zij verdient. De brieven vormen fraaie staaltjes van zeventiende-eeuwse epistolografie. Lovend, in onze ogen soms vleiend, een prachtige stijl, woordspelingen etc. De schrijfsters gaan een wedstrijd aan in bescheidenheid, zoals heel gewoon was in die tijd. Alweer komt de tussenpersoon van Rivet ter sprake. Ook al was het briefje van de prinses waarop Van Schurman nu reageert erg kort (3 zinnen), toch ziet ze in die brief de tekenen van vorstelijke gunst. Ook al zegt Anne de Rohan dat ze aan de correspondentie wil deelnemen, we kennen helaas niet meer brieven van haar hand aan Van Schurman. We weten dan ook niet of ze werkelijk als een voorbeeld van een geleerde vrouw voor Van Schurman gediend heeft. |
|