Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
16. Brief aan Marie Jars de GournayAnna Maria van Schurman aan mevrouw De Gournay
Mevrouw, Als ik blijk heb gegeven van de ontroering die ik voel met betrekking tot de voordelen die uw heroïsche deugden aan onze sexe hebben verschaft, dan was dat slechts geweest om me te ontslaan van een plicht die de gerechtigheid mij voorhoudt. Welnu, de brief die u zo goed was om aan mij te schrijven toont ons voldoende dat uw beschaafdheid zich nooit meet aan haar objecten en dat zij geen grenzen kent dan van haar zelf. Vandaar komt het dat u er niet op neerkeek om mij te bedanken voor wat u naar rechte toekomt, ware het niet dat u mij de hoop had gegeven dat mijn naam in de toekomst door de gunst van uw muze onsterfelijk zal worden. Zeker zou ik ook het geluk dat u mij zo snel en vrijgevig in het vooruitzicht stelt, waardig willen zijn en dat u aantreft in de harmonie en symmetrie tussen het verheven karakter van uw stijl en tussen de nederigheid van het onderwerp. Maar wat er ook van kome, ik beeld me door een zoete droom in dat de trekken van affectie die in de brief te lezen zijn, mij zonder twijfel niet minder tot eer zullen strekken dan de eer van een lof die ik volgens u zou hebben verdiend. Wat betreft uw mening dat u vindt dat ik me teveel bezig houd met de studie van talen, kan ik u verzekeren dat ik er slechts de uren van mijn vrije tijd insteek en soms na tamelijk lange tussenpozen, indien u me toestaat om een uitzondering te maken voor de heilige taal. Want behalve dat zij als onderwerp het woord van God heeft die het belangrijkste voorwerp in onze gedachten moet zijn, is er geen vertaling die ons zo goed de ongekunsteldheid en de nadruk van deze heilige mysterieën uitdrukt. Ze heeft eigenschappen en sieraden die niet geëvenaard zouden kunnen worden door al de sierlijkheden van Grieks of van Latijn. Laten we deze dingen op aarde leren waar van de wetenschap ons zal bij blijven tot in de hemelen, zegt HieronymusGa naar voetnoot574, en dat zou heel goed toegepast kunnen worden op Hebreeuws (waarvan het gebruik volgens de grootste wijzen zal blijven bestaan tot in het andere leven). Dat u gelooft dat mijn geest geboren is | |
[pagina 287]
| |
voor betere dingen, lijkt me een onfeilbaar bewijs van uw goede gunsten. Wat mij betreft, als ik niet kan voldoen aan de hoge verwachtingen die u van mijn verstand koestert, dan zal ik tenminste proberen om me aan uw goede advies te houden, zoals zij die is, Mevrouw,
uw zeer nederige, zeer gehoorzame en zeer getrouwe dienares, A.M. van Schurman Utrecht, 26 januari 1647 |
|