Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678)
(1997)–Pieta van Beek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 252]
| |
7. Brief van MeletiosMeletios, bisschop van Efeze, stuurt de adellijke en bijzonder intelligente vrouwe Anna Maria een zegen van de Heer onze God en een gebed in nederigheid.
Van alle kanten hoorde ik over je hoogstaande morele leven en ook over je filosofische instelling en opleiding in Grieks.Vooral hoorde ik over je religieuze studies, maar ik stond in volle bewondering voor je maagdelijkheid, Anna Maria, beeldschone, gezegende en bijzonder wijze maagd. Eervolle woorden vallen met jouw daden samen. Toen ik dus - stellig met instemming van Boven - uit het Oosten naar jouw Westen kwam, gebeurde het onder andere, dat ik ook van velen hoorde over jouw talenten en studies. Je prestaties hierin moeten uitmuntend zijn. Nadat ik daarom bewondering kreeg voor jouw hoogstaande levenswandel en manier van leven die bijna spiraalsgewijs opstijgt, heb ik onmiddellijk de allerhoogste God gedankt omdat er nu, aan het einde der dagen, net als vroeger, nog dochters zijn die, getrouw aan ontberingen, niet alleen in de deugd van wijsheid, maar ook in die van maagdelijkheid uitblinken en schitteren. Toen leek het me juist om je een zegen te sturen omdat je zulke grote ontberingen en verstervingen moet verduren en zo moet afzien. Ja, dit was voor mij de hoofdreden om jou te schrijven opdat ik, de vreemdeling, jouw integriteit naar behoren prijs door middel van een brief. Ik bid God voor je heil en gezondheid en breng je het ‘wees gegroet’ en verkondig je de vrede van onze Heiland Christus. De schitterende reputatie van jouw leven en van je maagdelijk-wijze intelligentie spoorde mij dwingend aan om dit te doen. Zou iemand al menen dat het vrijpostig van hem zou zijn om aan een onbekend persoon te schrijven, toch overschrijdt hij daarmee de grenzen van het fatsoen niet. Ik wil immers de deugd prijzen en spreek haar blij en vrijmoedig aan: O maagdelijkheid, engelachtige eigenschap! (zij is immers eigen aan wezens zonder lichaam); o wijsheid, goddelijk eigenschap (zij is immers niet vreemd aan maagden). Want wat anders is in de ogen van God gelukkigzaliger en nuttiger in het leven, wat is eerbiedwaardiger en zaliger in de wereld dan dat minnaars van het goddelijke zich op de studie toeleggen in maagdelijkheid en vroomheid, | |
[pagina 253]
| |
opdat zij volgens het beeld van GodGa naar voetnoot503 door zodanige deugden te hebben bewaard, ook aan de allerhoogste God zelf gelijk worden (zoals staat geschreven).Ga naar voetnoot504 Jij bent echter als een roos tussen de doornen, omdat je heel je heilige en onafhankelijke geest helemaal aan het hoge en bovenaardse onderworpen hebt en al buiten het vlees woont door de inspanningen van de wijsheid en moeiten van de maagdelijkheid. Jouw goddelijke ziel heeft beide zaken in bezit. Wees dus gegroet, hoogedelgeboren vrouw, zeer verstandige Maria, jij die het goede deel gekozen hebt, zoals de andere Maria die door Christus zalig werd geprezen, omdat ze naar zijn woorden luisterde.Ga naar voetnoot505 Zo immers heb ook jij je ontdaan van iedere aardse materie en je verstandig afgewend van de rivier van Babylon,Ga naar voetnoot506 ik bedoel dat vreemde landGa naar voetnoot507 en ben je het leven volgens de filosofie binnengetreden, [het leven] dat altijd blijft en eeuwig duurt, en zing je in beschouwing het lied van de Heer en mediteer je alleen over de hemelse en zekere dingen, omdat je goed weet dat al het aardse gewoel maar onstabiel en onzeker is. Gefeliciteerd dus met je hoge deugden en voortreffelijke prestaties, waardoor je ook als in een helder spiegel de gestalte van Christus ziet. En daarom heeft de kenner van harten zelf, het Alziend Oog, de liefde die je Hem toedraagt, opgemerkt. Hij heeft jou daarom nu zo met talenten bedeeld en uitgerust, opdat hij jou ook straks zal kronen met hemelse en eeuwige erekransen. Haast je dus en waak, prachtige bruid van de onsterfelijke bruidegom, opdat je jouw lamp (dat is je hart) goed voorbereid houdt, onbesmet en ondoofbaar, en je voortschrijdt om hem met de verstandige bruidsmeisjes te ontmoetenGa naar voetnoot508 en je het goddelijke bruidsvertrek binnengaat en de parelGa naar voetnoot509 zelf van het eeuwige licht en het eeuwige leven verwerft, de zoete Jezus en almachtige Heer, die leeft en heerst in alle eeuwigheid. Ik wens je een leven in goede gezondheid toe, vrome dochter in Christus!
Leiden, 18 maart 1645 A.D.
| |
[pagina 254]
| |
Naar Utrecht, van de nederige aartsbisschop, de eerbiedwaardige metropoliet van Efeze en exarch van heel Azië, etc.Ga naar voetnoot510 |
|