De hond van de hertog van Alva
(1997)–Guilliam de Bay– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Cipion komt weer in Madrid bij de raadsheer, en zijn ervaringen daarcipion De zon begon al uit het blonde oosten te blozen, toen ik de Pyreneeën verliet en voortgedreven door de honger de rivier bij Behobiaaant. overzwom, waar ik wat schapen zonder herder zag rondzwerven. Ik greep er een om mijn holle maag mee te verzadigen. Daarna liep ik, meer tevredengesteld dan een hongerige kanunnik, zonder te rusten door tot Pancorvo,aant. waar ik 's avonds aankwam en me eens lustig opfriste met het lekkere water dat ze daar hebben. Aldus legde ik mij te slapen in een stal met jonge kippen. Zeker, Berganza, de honger is sterker dan de schaamte, in ieder geval was dat op dat ogenblik zo bij mij, want ik snuffelde net zo lang totdat ik er een bij de kop vatte die ik lekker oppeuzelde. Maar dat was zoiets als een boon in een brouwketel, zodat ik er nog een paar greep die ik ook ongebraden verslond. Ik wilde nog een greep doen, toen ik het ongeluk had dat ik een oude haan bij de poten kreeg, die voordat ik hem goed kon pakken, zo een lawaai maakte dat de mensen in het huis wakker werden en met groot geraas naar beneden kwamen, terwijl ze schreeuwden: ‘Dieven! dieven!’ Toen ik dat hoorde, dacht ik bij mijzelf: dit is mijn einde. Kon ik me maar bevrijden van mijn zilveren halsband! In deze benarde situatie kon ik niets beters bedenken dan me achter de trap te verbergen waarlangs ze naar beneden kwamen, en dan als ze naar de kippen gingen, naar boven te lopen en ergens uit een raam te springen. Maar het liep beter af dan ik me had voorgesteld, want een van de mensen deed snel de voordeur open en posteerde zich er met een degen. Die was zó verroest door het vele Spaanse bloed dat ik hem in het schijnsel van de maan eerst voor een stok aanzag. Terwijl de anderen naar de kippen liepen, sprong ik de deur uit, maar op zo een haastige, onvoorzichtige manier dat ik de deurwachter onder de voet liep, en het ongeluk wilde dat ik in zijn val een haal met de degen kreeg die ik me nog drie dagen zou | |
[pagina 56]
| |
heugen. Maar de persoon die mij verwond had, viel een gat in zijn kop en het bloed liep langs zijn ogen naar beneden. Omdat hij meende dat hij dodelijk gewond was, riep hij om een biechtvader. Ik bekeek het gedoe op veilige afstand en zag dat er een priester en een barbier aankwamen. De priester vroeg hem onmiddellijk hoe en door wie hij zo verwond was. Hij vertelde hun de oorzaak en zei erbij dat ik een weerwolf was (ik dacht: lieg dat de raven je opvreten, want alle weerwolven zijn naar de hel gestuurd) en dat hij, door aan Onze-Lieve-Vrouwe Del Buen Suceso te denken,aant. meteen uit de klauwen van die duivel was vrijgeraakt. Hierop bekruiste en zegende de priester hem en hij zei: ‘Als je deze wond weer te boven komt, moet je een schilderij van je wonderbaarlijke verlossing in de orakelkapel van Onze-Lieve-Vrouwe laten ophangen.’ Dat beloofde de arme patiënt te zullen doen. Allemachtig, Berganza, ik begon bijna te lachen toen ik dit hoorde en dacht met mijn hondenverstand: als jullie mensen zo snel een mirakel kunnen smeden, dan verbaast het me niets dat de kerken zo vol mirakelschilderijen hangen. Hierop gingen ze naar boven om de wond te verbinden, en ik liep nog die nacht tot aan Rodillas,aant. waar ik in een schuur in slaap viel en doorsliep totdat de zon opging. Toen ging ik weer op een draf door naar Lerma,aant. waar ik gratis, zoals de capucijnen, veel rustiger dan de nacht daarvoor, een paar kippen verslond. Na een flinke tijd te hebben uitgerust ging ik weer op weg en liep zo snel dat ik de volgende dag 's avonds al in Madrid aankwam, waar ik goed ontvangen werd door mijn raadsheer. Want toen hij de halsband afgedaan had, zei hij: ‘Loop naar de keuken, Pardon, ik zal opdracht geven dat ze je wat te eten geven.’ En dat gebeurde, want de meid gaf me op zijn bevel een flink stuk schapenvlees dat goed gebraden was. Hij beval ook dat ze achter de voordeur een slaapplaats voor me maakte, wat zeer snel gedaan werd, en waarop ik vervolgens ging liggen uitrusten. berganza Hoe kwam het dat hij nu zo vriendelijk was, of was zijn jaloezie verdwenen? | |
[pagina 57]
| |
cipion Zeker, want zijn vrouw was dood, waar hij volgens mij niet rouwig om was. Maar laat ik het hier niet verder over hebben, want de dag begint te naken. berganza Ga maar door, Cipion. cipion Toen ik, zoals ik zei, 's nachts achter de deur lag te slapen, werd ik plotseling wakker door een zacht geluid. Ik sprong onmiddellijk op en luisterde waar het vandaan kwam. Het waren dieven die een gat in de deur aan het maken waren om er een arm door te steken en dan met hun gereedschap de grendels en sloten te openen. Ik hield me heel stil totdat ik zag dat eentje er zijn arm door stak, misschien om te zien of het gat groot genoeg was. Maar dat pakte niet goed voor hem uit, want ik greep hem zo hard bij zijn arm, dichtbij zijn hand, dat hij niet meer kon bewegen, hoewel zijn makker hem probeerde weg te trekken. Maar ik hield de buit vast en maakte zo een groot tumult dat de raadsheer en zijn dienaren ontwaakten en gewapend naar beneden kwamen om te zien wat er aan de hand was, wat ze al snel doorhadden. De deur werd snel opengedaan, maar de dief lag al op sterven, want zijn makker had hem twee keer met zijn dolk gestoken, opdat hij niet te veel zou verklappen. Hij leefde echter nog en riep om een biechtvader, maar middenin de nacht was er geen priester bij de hand, zodat een knecht het moest overnemen. De dief beleed openlijk dat hij tot het gilde van Monipodioaant. behoorde en hij zei ook waar deze vader der dieven woonde en wanneer er een vergadering zou zijn. Hierop bad hij om vergiffenis en stierf met groot berouw over zijn zonden. Toen het dag werd, liet mijn baas alles aan de schout weten, die plichtsgetrouw noteerde wat er gebeurd was en bevel gaf de dode te begraven. Als dit in een gewoon burgermanshuis gebeurd was, dan zou men de hele buurt in de gevangenis gestopt hebben, om volgens Spaans gebruik een nauwkeurig onderzoek te doen. berganza Zo is het, Cipion, maar je meesters gezag en deugd maakten hem volkomen geloofwaardig, omdat hij zelf | |
[pagina 58]
| |
raadsheer en een voornaam persoon was. Maar ga door met je verhaal. cipion Zodra de schout ons huis had verlaten, ging hij naar dat van Monipodio. Ik liep mee om te zien wat er zou gaan gebeuren. Zodra de schout bij het huis aankwam, opende hij de deur met geweld en viel er met zijn dienaren binnen, die het snel doorzochten. Ik liep ondertussen naar de hoogste zolder van het huis, waar ik de ene dief na de andere in hoeken en gaten verborgen zag liggen, zodat ik vreselijk begon te blaffen (ik herinner het me nog), waarop een van de dieven zei: ‘De duivel hale die jonge rekel, we zijn verraden.’ Woedend stond hij op en begon me met zijn dolk achter mijn vodden te zitten, zodat ik halsoverkop de trap af tuimelde, waarop de dienaren onmiddellijk naar boven vlogen. Maar de slimste dieven klommen door het dakvenster en verdwenen zo over de buurhuizen. berganza Wel, waarom hadden ze dat niet gedaan zodra zij de deur hadden horen openen? cipion Het schijnt dat de dieven eerst twijfelden of het niet een van de schildwachten was die, wanneer ze enige onraad bemerkten, vaak met hetzelfde lawaai de deur intrapten, maar nu werden ze onverwachts overvallen. berganza Hoe liep het uiteindelijk af? cipion Toen de dienaren boven gekomen waren, waren alle dieven gevlucht en alleen Monipodio zat, stram en oud als hij was, eenzaam in een hoekje. Hij werd snel opgepakt en tot voorbeeld van anderen binnen drie dagen opgehangen, nadat hij veel schurkenstreken bekend had. Ik werd voor mijn trouw met een goed stuk vlees beloond. Ongeveer twee dagen later ging de raadsheer naar de Raad van Oorlog en ik was benieuwd wat er onder zoveel wijze mannen (op wier raad de oorlogen van Spanje berusten) besproken zou worden. Daarom volgde ik mijn meester tot in de raadskamer, hoewel de portier mij de toegang wilde beletten. berganza Heel goed, Cipion, want het is beter schaamte- | |
[pagina 59]
| |
loos te zijn dan onwetend. cipion Soms, Berganza, want schaamteloosheid is vaak schandelijk, en ze komt ook vaak uit onwetendheid voort. berganza Het kan zijn dat ze er soms uit voortkomt, maar zeker niet bij de Portugezen, die door hun schaamteloosheid de meest doortrapte kooplieden ter wereld zijn, zoals ik al verschillende keren heb horen zeggen. cipion Daar heb je gelijk in, want dit volk schaamt zich niet om overal zijn neus in te steken en alles te doorzoeken, opdat ze een ander, wanneer dat mogelijk is, uit het nest kunnen gooien. O, dit volkje vreet heel Spanje op, want ze verpachten de meeste inkomsten van het rijk en ze zuigen de koning helemaal uit met hun altijd voorhanden zijnde geld, waar ze grote woekerrente van trekken. Ik verfoei vaak onze blinde Spanjaarden dat ze dit volk, dat in zijn hart slechts joods is, nog verder laten inburgeren. Maar ik heb uit geheime bron vernomen dat de Inquisitie hen binnenkort onverwachts zal overvallen, en dan zijn al hun goederen, zoals je weet, verbeurd verklaard. Op die manier zullen ze snel te gronde gaan. Er is geldgebrek en dit is het enige middel om in korte tijd de achterstallige koninklijke kas met enige miljoenen te verrijken. berganza Dan vervallen de pachtgelden weer aan de Genuezen, die even grote sjacheraars zijn als de joden. Maar ik begin te denken aan je les van afgelopen nacht. Vind je niet dat dit nu kwaadsprekerij is? cipion Wat waar is en tot de verbetering van een staat kan bijdragen, kan niet als kwaadsprekerij beschouwd worden. Maar uit ijver dwaal ik van het spoor af. berganza Kom er weer op! Je was gebleven bij het moment waarop je met je heer de raadskamer in ging. cipion Daar ging ik in een hoekje op mijn achterste zitten en zag dat er verschillende eerbiedwaardige mannen binnenkwamen, onder wie twee jongens, die meer dankzij hun hoge afkomst dan vanwege hun ervaring de plaats van raadsheer be- | |
[pagina 60]
| |
kleedden. Toen deze twee plaatsgenomen hadden naast de anderen, zei een van de oudste raadsheren: ‘Mijne heren, u weet zeer goed uit de brieven van de hertog hoe de zaken in Nederland ervoor staan en dat alles snel tot een eind zou kunnen komen als de gevluchte edelen (die geen gehoor hebben gegeven aan de dagvaarding van Alva) in onze handen waren. Want het staat vast dat zolang deze lieden het vuur van onenigheid bij buitenlandse prinsen aanwakkeren, alles wat met wapens gewonnen wordt, wankel op zijn grondvesten staat. Het is derhalve de wens van Zijne Majesteit dat we ons met wijsheid op deze zaak beraden. De ongewisse uitkomst van de oorlog hangt hiervan af. Daarom wordt eenieder verzocht zijn mening te laten horen, opdat er iets goeds besloten kan worden.’ Na deze woorden begon een van de jonge mannen aldus te spreken. berganza Waarom eerst de jongsten? cipion Dat is zo de gewoonte, want anders zouden zij alles beamen wat de ouderen zeggen, begrijp je wat ik bedoel? berganza Heel goed, ga maar door. cipion ‘Deze zaken,’ zei hij, ‘vereisen een snel ingrijpen, daarom raad ik aan dat, aangezien zij de hertog niet als wettig rechter erkennen, men hen allemaal door twaalf deurwaarders van het hof laat dagvaarden om hier voor het hoogste gerecht te verschijnen. Hun moet streng bevolen worden dat zij zich hier binnen zes maanden komen verantwoorden op straffe van verbeurdverklaring van lijf en goed. Zeker is dat zij zoiets niet zullen durven nalaten, wanneer ze door twaalf van zulke aanzienlijke mannen opgeroepen worden en nog wel om voor deze hofraad te verschijnen. Als zij maar niet van angst zullen sterven, wat wel te vrezen is, al zou dat niet veel uitmaken, want sterven zij daar, dan zijn we hier van hen verlost. Maar komen ze opdagen, dan kunnen we hun een duivelsproces aan de broek smeren en bovendien kunnen we hun verdedigers omkopen.’ Hierop zweeg hij en de andere jongen begon aldus: ‘Dit advies, mijne heren, is volgens mij het juiste en het is eenvoudig uit te | |
[pagina 61]
| |
voeren, ik stem er daarom mee in en voeg er alleen aan toe dat indien zij niet goedschiks willen komen, dat men ze dan met geweld moet laten halen, en dat men hen bovendien dientengevolge aansprakelijk stelt voor onkosten en schade, waaruit anders nog weer een proces zou kunnen ontstaan.’ Wat vind jij van die raad, Berganza? berganza Wel, Cipion, zulke raadsheren behoort de grote Turk te hebben. Maar hoe liep het uiteindelijk af? cipion Ik grinnikte binnensbeks, en was ik een mens geweest, dan zou ik voluit gelachen hebben. Het leek me dat ook de oude raadsheren een weinig glimlachten, maar zij kunnen zich beheersen. Na veel beraadslagingen werd uiteindelijk besloten dat Alva alle macht en middelen zou gebruiken om de afvalligen weer tot gehoorzaamheid aan de koning te brengen, maar dat men de nieuwe ketterij helemaal geen plaats zou geven en alles wat ermee verbonden was tot de grond toe zou verdelgen. Dat hoef je niet aan mijn baas te schrijven, want dat wist hij al voordat hij naar Nederland ging, dacht ik. Hierop ging de Raad uiteen en mijn meester nam het op zich om de koning te vertellen wat er besloten was. |
|