knechten/ [1592.] ende tachtentich Ruyteren. Hier over was Gouverneur een cloeck ende ervaren Crijchs-man Anthonio de Quocquello, uyt Walsch-Vlaenderen geboortich/ Overste Luytenant van La-Motte. Prins Maurits heeft voor dese Stadt een katte of platte forme laten maken / ende hy heeft daer vier stucken Gheschuts op-ghesett/om de belegerde van de borstweeringhen te houden / ende om alles in de Stadt te ondecken. Dese katte veerdich zijnde / heeft sijn Excellentie van de hoochte der selfder in eyghenen persoon willen besichtighen de gelegentheyt der Stadt; Als hy daer op tusschen twee Schans-corven stondt te loeren/soo wierdt hy uyt der Stadt met een Roer in de rechter wanghe gheschoten / datter het loot in bleef steken: Maer het is op een corts wederom fijn ghenesen. Daer zijn rontom de Stadt
gheplantt vijf en veertich stucken Gheschuts/daer mede sijn Excellentie op den xiii. Iunij heeft begonnen te schieten/ daer mede doende op eenen dach wel seven duysent scheuten / waer mede nochtans weynich is uyt-gherichtt/ jae qualijck heeftmen daer mede connen de borst-weeringhe af-werpen. Die van binnen hebben tot bewijs van de cleyn-achtinge des schietens / elcke reyse met bessemen over en lancx de vesten en wallen ghestreken ende gheveecht/willende te kennen geven/ dat al het schieten niet te beduyden en hadde/want de wallen waren soo sterck van de vette aerde daer sy van ghemaeckt waren/ende soo vaste met boomen en rijsen door-vlochten ende door-naeyt/ dat het schier onmoghelijck was met schieten bresse daer in te maken. Sijn Excellentie heeft oock eenighe vuyr-ballen in de Stadt schieten laten/om eenen schrick ende vreese onder de belegherde te brenghen: Maer sy vonden raedt en middel om het vuyr stracx te lesschen/so dat het gheen groote schade ghedaen heeft.
Als dan fijn Excellentie sach en bevondt/dat dit alles soo weynich te beduyden hadde/ soo heeft hy het principalijck op het mineren ende onder-graven aengheleyt/ [1592.] soo langhe gravende tot datmen in het Conterscherp ghecomen was/ ende men het selfde die van binnen af-ghenomen hadde. Doe is hy voorts meester gheworden van den voet des wals des Bollewercks aen de Oost-sijde / d'welck het principaelste bolle-werck der Stadt was / daer men met mineren ende sapperen ghecomen ende gheraeckt is drie en twintich voeten ter Stadt waert in / onder d'aerde/ eer de Mineurs keerden om eenighe camers te maken. Over dit werck wasmen wel thien daghen lanck besich/welcken tijdt geduyrende/die van binnen twee lustighe uyt-vallen deden. Des nachts tusschen den xxvi. ende xxvii. Iunij vielen sy uyt / sterck zijnde wel tusschen de vier ende vijfhondert Man/hemden over hare cleederen en̄ wapenen ghetrocken hebbende: Sy hebben wel dertich Mannen van der Staten volck doodt gheslaghen / die aldaer de Wacht hadden: Onder anderen was de Luytenant van Capiteyn Olthof, jae oock de Capiteyn selfs/die binnen dese Stadt ghelegen ende in honghers-noodt sich mannelijck gequeten hadde/doe Rennenbergh Anno 1581. dese Stadt belegherde/maer nu droncken zijnde/is hy van sijnen vyandt over-vallen. Eenighe van der Staten Soldaten/ die sy in desen uyt-val ghevanghen creghen/ hebben sy op de Stadts-vesten ghehanghen: Maer noyt en heeftmen eenighe van de belegherde connen ghevanghen crijghen/ om dit hanghen met hanghen te beloonen/ende om te vernemen hoe het in de Stadt ghestelt was. Doch die van binnen best wetende in hoe groot perijckel dat sy stonden van over-vallen te worden/ sonden den xxx. Iunij drie Capiteyns in het Legher van sijn Excellentie om te parlamenteren. Prins Maurits stelde haer dese conditien voor/
namelijck/dat sy souden mogen uyt-trecken sonder wapeuen en Vaendelen/doch met hare baggagie/midts conditie/ dat sy terstont over den Rijn trecken ende