[1582.] handt ende werpeu de ghebuyren de Burght Handtwerpen ghenoemt hebben. Tot bevestinghe van dit boven-verhaelde dient aengemerckt/dat deser Stadt wapen noch op desen dach/is een Burght/ende daer by staende twee afghehouwene handen.
Schoone Musijck isser eenighe daghen lanck al de Stadt door geweest. Op de wijde plaetsen der Stadt stonden alomme de Borgheren in fraeye slach-ordre/ onder hare Vaendelen: In somma hy is Conincklijck ontfanghen ende ghewillecomt: Al de solemniteyten/ ceremonien/ende triumphen duyrden soo langhe/dat sijn Hoocheyt eerst des avondts spade / alst doncker was/in sijn Palleys ghecomen is: De geheele Stadt door stonden veel Tortsen en Fackelen/oock warender vuyren in alle de straten der Stadt/ ende op de Kerck-toorns; Soo dat de Stadt scheen in een vuyr te staen. De Herauten van Brabant/ Limborgh/ ende Lotrijck/&c. riepen elcke reyse Vive le Duc de Brabant, ende sy saeyden hier en daer goudene ende silveren penningen/met des nieuwen Hertoghs beeltenisse [1582.] aen d'een sijde / met een omschrift in den rinck daer drie F.F.F. in quamen/beduydende Franciscus Filius Franciae, doch andere maecktender van Frustra funera facis. Op d'ander sijde stondt sijn devise / namelijck Een opgaende Sonne, die alle duysterheyt ende onweder verdrijft / met Fovet & discutit, dat is / Sy coestert ende verdrijft, willende daer mede te kennen gheven / dat hy hoopte als een opgaende Sonne/ alle donckerheyt ende onweder te verdrijven/ ende alle vruchten ofgoede saken te coesteren ende te verquicken. Den Hertoghe doe hy sijn incomste binnen Antwerpen dede / volchden by de drie hondert misdaders ende ghebannene / bloots hoofts/ al aen een coorde haer vast houdende/begeerende ghenade ende landtwinninghe /die sy vercregen. Als hy in het Palleys ghecomen was/so werdender wel xx. of xxx. duysent Roers en Musquetten tseffens los geschoten/ende tot tweemael toe al het grof Geschut rontom de Stadt.
Vanitas vanitatum, & omnia vanitas,
Sic transit gloria mundi.