De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus
(2004)–Carel Baten– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 5v]
| |
De derde tsamensprekinghe van Doctor Faustus met den boosen geest aengaende zijne belofte.
NAerdat Doctor Faustus de belofte ende promissie ghedaen hadde, soo heeft hy des anderen daechs vroech den geest tot hem ghevordert, denwelcken hy beval dat, soo menichmaels als hy hem ontbode, in minnebroershabijtGa naar margenoot1 met een belleken verschijnen soude.aant. Dat hy ooc tevoren eenighe sekere teyckenenGa naar margenoot2 zijner comste doen soude, opdat hy zijne aencoemste gewaer mochte worden. Hy vraechde oock den gheest hoe dat zijnen name was. Daerop den gheest antwoorde dat hy Mephostophilesaant. ghenaemt was. Op dese selve ure viel desen goddeloosen man af van zijnen schepper ende God die hem geschapen hadde. Ja, hy wierdt ooc een lidt des helschen duyvels, welckes afvals oorsake geen ander en is geweest als alleene zijne grooten hoochmoet, zijne vertwijffelinge ende zijne grooten vermetentheytGa naar margenoot3, gelijck daer waren de reusen, daervan dat de poëten schrijven dat sy de bergen tesamen draghen ende teghens Godt strijden wilden. Jae, ghelijck den boosen enghel die hem teghens God opposeerdeGa naar margenoot4. Daeromme dat hy oock vanweghen zijner hoochmoet ende hovaerdije van Godt verstooten wierdt, sodat deghene die hooghe willen climmen oock van hooghe comen neder te vallen. Dit aldus ghepasseert wesende, so heeft Doctor Faustus, voor een groote verbolgentheytGa naar margenoot5, met den boosen vyant | |
[Folio 6r]
| |
alle zijne contracten door opentlicke brieven ende instrumentenGa naar margenoot1 volbracht ende gheconfirmeertGa naar margenoot+ (hetwelcke voorwaer een schrickelick werck gheweest is), welcke obligatieGa naar margenoot2 ende contract, naer zijnen doot, in zijn huys is ghevonden gheweest. Welcke obligatie ende voorschrijvinghe ic, tot een waerschouwinghe van alle vrome christenen, alhier openbaren wille opdat sy den duyvel gheen gheloove en gheven ende haer aen lijf ende aen ziele en comen te vercortenGa naar margenoot3, gelijck Doctor Faustus daernaer oock zijnen aermen dienaer door dese duyvelsche raserijenGa naar margenoot4 verleyt heeft. Also nu dese beyde partijen haer met malcanderen verbonden hadden, so nam Doctor Faustus een scherp mes ende stack hemselven een ader in zijne slinckeGa naar margenoot5 hant. Ende men seght voor de waerheyt dat men in de voorszeyde hant een ingegraveerde schrift gesien heeft met dese woorden: ‘O homo fuge!’ Dat is te segghen: ‘O mensche, vliedt van hem ende doet wat recht is, etc.’ |
|