De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus
(2004)–Carel Baten– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 4v]
| |
De tweede disputatie van Faustus met den geest die Mephostophiles ghenaemt wort.TEghens den avent so verscheen wederomme desen vlieghenden geest, namelick tusschen dry ende vier uren, dewelcke hem aanboodt in alles ghehoorsaem ende onderdanich te wesen, overmitsGa naar margenoot1 hem van zijnen overheer de macht ghegheven was, ende seyde tot Doctor Faustus: ‘Ick brenghe u antwoorde ende ghy moet my wederomme antwoorden. Maer ic moet voor eersten verhooren wat dat u begheeren syGa naar margenoot2, omdat ghy my bevolen hadt op dese ure alhier te verschijnen.’ Doctor Faustus gaf hem eene antwoorde, maer twijfelachtich ende zijner zielen schadelick, want hy en trachte anders niet te verwerven dan dat hy gheen mensche meer wesen en soude, maer eenen openbaren duyvel oft ymmersGa naar margenoot3 een lidt daervan ende hy begheerde van den geest hetghene dat hiernaer volcht. Ga naar margenoot+Voor eersten dat hy mochte eene geschickte formeGa naar margenoot4 ende ghedaente van eenen geest aennemen ende becomen. Ten tweedden dat den gheest alles doen soude dat hy van hem soude begheeren ende versoecken. Ten derden dat hy hem toeghedaen, onderdanich ende ghehoorsaem zijn soude, als eenen trouwen dienaer toestaetGa naar margenoot5. Ten vierden dat hy hem alle-tijt, soo dickmaels als hy hem quame te voorderenGa naar margenoot6 ende tot zijnen huyse te beroepenGa naar margenoot7, hem aldaer soude laten vinden ende in alsulc- | |
[Folio 5r]
| |
ken gedaente soude verschijnen, alst hem soude believen. Ten vijfden dat hy in zijn huys soude willen onsichtbaer regeren ende van niemant anders als van hem alleene en soude laten sien, ten wareGa naar margenoot1 hy sulcks expresselickGa naar margenoot2 quame te begheeren. Op alle dese voorszeyde puncten antwoorde den geest Fausto dat hy hem in alles soude believen ende onderdanich wesen, so verre alsGa naar margenoot3 hy hem daertegens oock eenighe artijckelen wilde accorderen ende ingaen, ende soo verre als hy sulcx dede, so en souder voorts gheene swaricheyt vallenGa naar margenoot4. Van welcke voorszeyde artijckelen dat alhier van de principaelsteGa naar margenoot5 volghen. Ga naar margenoot+Voor eersten dat Faustus hem sal sweeren, beloven ende verschrijvenGa naar margenoot6 dat hy deses voorszeyde gheests eyghen zijn sal. Ten tweeden dat hy sulcx, tot meerder versekeringhe, met zijn eyghen bloet soude moeten betuyghen ende hem daermede also tegens hem verschrijven. Ten derden dat hy alle christgeloovighe menschen soude moeten vyant wesen. Ten vierden dat hy het christelick gheloove soude moeten verloochenen. Ten vijfden dat hy hem niet en soude moghen laten verleyden oftGa naar margenoot7 hem yemant wilde bekeeren. Voor alle welcke gheloften dat den gheest hem, Fausto, sekere jaren geduerende soude tot dienste wesen. Ende wanneer dese jaren souden omme wesen, dat den voorszeyde geest hem alsdan soude moghen halen. Ende so verre als hy dese voorszeyde puncten wilde onderhoudenGa naar margenoot8, so soude hy alles crijghen wat zijn herte soude moghen lusten ende begheeren. Oock soude hy stracx ghewaer worden dat hy eens geestes ghedaente ende forme ghecrijghen soude. Doctor Faustus was in zijnen hoochmoet ende stout wesen so verbolghenGa naar margenoot9, dat hy op zijner zielen salicheyt niet en achtede (nietteghenstaende dat hy hem daerop besinde), maer hy sloech den boosen geest de gelofte toe ende verschreef hem dat hy alle dese artijckelen onderhouden soude. Hy meynde - met meer ander kinderen deser werelt -: de duyvel en is niet soo swart als men hem afschildert, noch de helle niet soo heet als men daervan seght, etc. |
|