Het secreet-boek vol heerlijke konsten
(1694)–Carel Baten– AuteursrechtvrijVan de Aqua vite, hoe dat men die sal distileeren, ende van hare krachten.Het gene dat uyt den Wijn gedistileert wort, dat wordt genoemt Aqua Vite, om dattet leven des menschen seer versterckt, ende de jongheydt verlenght, dan men mochtse liever het water des doods noemen, als die niet oprecht gemaekt en wordt: Sommige noemen dat Brandewijn, overmits dat so wanneer men den brant daer in steeckt, brandende wordt. Sy wordt ook genoemt quinta essentia, als sy vijf of ses mael is overgehaelt. Dese Aqua vite wordt uyt eenigen stercken Wijn gebrandt. Als men wil weten of de Aqua vite oprecht is of niet, so maeckt een doecxken daer in nat, hout hem over de vlamme, wordet stracks brandende, sonder het doecxken te verbranden, soo is ’t oprecht Aqua vite. En soo verre als gy een weynigh daer van op uwe hant laet druype, het selve met een papierken aensteeckt, sonder de hant te branden, soo is ’t oprecht: dese Aqua vite heeft onder andere veelderley krachten, sy breeckt alle inwendige, ende alle uytwendige Aposteunen, als men daer van drinckt of uytwendigh daer op smeert. Sy beneemt alle Vlecken ende roodigheydt der Oogen, ende alle tranende Oogen. Sy is oock goet voor alle koude gebreken der Lever, en der Milte, als men daer van soberlijck in neemt. | |
[pagina 496]
| |
Sy geneest oock alle versche Wonden, alle Flerezijn, den Kancker ende Fistels, als men daer van indrinckt, of de Fistels daer mede bestrijckt. Sy verscherpt het verstande als men soberlijck daer van inneemt, sy maeckt den mensche vrolijck, en sy behoudt den mensche by sijne jonckheyt. Sy beneemt oock den stanck der tanden, des monts, en der oxelen. Sy is oock seer dienstelijck voor alle melancholijcke menschen, ende voor alle de gene die met het Flerezijn gequelt worden. Sy geneest oock de watersucht, die uyt een koude oorsake gekomen is. In de Colijcke ist een sonderlinge remedie. Sy beneemt de vier-daegse Coortse, als men daer van soberlijck gebruyckt. Als de melaetsche menschen daer daegelijcks wat van innemen, soo en sal de melaetsheyt geenen voortganck hebben. Oock vordert sy het kinderbaren, als de bevruchte Vrouwen dagelijcks daer van drincken. Levinus Lemnius schrijft oock de Aqua vite, dese navolgende kracht toe: Daer en is, seght hy, geen Liqueur op aerden die de mensche in ’t Lijf genomen, meer vorderlijcks is, meer doordringt, noch beter van alle corruptie, ende verrottinge bevrijdt als de rechte Aqua vite, maer de magere dorre lieden, ende principalijck in de heeten Somer is sy meer schadelijck als vorderlijck, want sy verbrant de lichamen, en sy verdroogt de natuerlijcke vochtigheydt. De groove vette Menschen zijn, en die vol waterachtige vochtigheyts zijn, die en is sy niet schadelijck, want sy verteert de selve, en sy preserveert alsulcke lichamen van de Popelzy, van alle koude sieckten en van de slaep sieckte. Daerom dat men inson- | |
[pagina 497]
| |
derheydt des winters, alle morgens wel stoutelijck eenen goeden lepel mach van innemen met suycker soet gemaeckt, en een weynigh broots daer ingebrockelt, waer door datse des te min, de hersenen ende lever beschadigen sal. Als men dese Aqua vite van buyten op leght, soo sterckt sy seer alle zenuachtige partyen, die met pijne gequelt worden, en uyt eenige koude humeuren veroorsaeckt hebben. Als dese Aqua vite twee tot driemael wort overgehaelt, soo heeft sy een ongelooffelijcke kracht van peneteren. Dit zijn de woorden van Levinus Lemnius. | |
Den Brandewijn, ofte Aqua vite, drie maels overgehaelt.Neemt 20. pondt goeden dicken Wijns, ende treckt hier uyt 4. pont, gelijk hier vooren geseyt is, treckt daer na uyt dese 4 ponden, 2 pont, ende wederom van dese 2 pont, een pont. Dese Aqua vite is insonderheyt goet tegens alle Flerezijn, en tegens de vlecken der oogen, voor alle versche Wonden, voor de Catarren, voor de Fistelen, en voor meer ander gebreken. So verre als gy een Perdrysgalle daer by doet, soo sal ’t alle duysterheyt en alle hitte der oogen wech nemen. Item in de oogen gedruypt, soo stremmet alle traningen der selver, namelijk, als men daer wat Saps van Serpilli onder menght. | |
Een Aqua vite, voor veel diversche koude gebreken.Neemt goeden Brandewijn, een pondt, Euphorby, Bedelli, Sagapeni, Spody, langen Peper, Cubeben, Nagelen Muscaten, Pyre- | |
[pagina 498]
| |
trum, Cypri, Squinantum, van elcks een once, stotet al onder een, latet samen leggen weycken in Brandewijn drie dagen lang, en distileert hier uyt een Aqua vite: van dese Aqua vite machmen een lepel vol af innemen, ende oock uytwendig strijcken op alle koude gebreken. | |
Een Aqua vite, tegens de Peste. Uyt een geschreven Boeck.Neemt Nagelen een half dragme, Caneel, Zeduar, wortels van Gentianie, van Pimpinelle, van Tormentille, en roode roosen van elcks een dragme, geelen Sandel, roodel Sandel, Spody, Citerschellen, Doronici, Terre, Sigillate, Diptami, Seseleos, Melisse, Marioleyne, Alantwortel, Carabe, Raberber, Muscaten, Foelie, van elcks een half draghme, Scabiose, bloemen van Bornage, van Buglosse, en bloemen van Roosmarijn, gebranden Hertshoorn, Rute, Coriander, Specierum, Liberantis, Letitie, Almansoris, Diarhodon, Abhatis, Diamarg, Hiacinti, Smaragdi, Margaritar van elcks een dragme, Medridaet, Veneetsche Triakel, Boli Armeni, van elcks een halven Scrupel, Gout-bladers, Silver-bladers van elcks seven, goeden Brandewijn acht pont, stoot al watter te stooten is, en menget onder den Brandewijn, stoppet dicht toe, latet te samen staen weycken drie dagen lang, distileret daer na met langhsaem vyer, in Balneo marie Men geeft hier van in de Peste, met eenigh bequaem Electuario. | |
[pagina 499]
| |
Een welrieckende Aqua vite, het Aensicht en de Oogen klaer makende.Neemt Rute, Venckel, Verbena, Betoni-wortel, Roosen, ende steenruite van elcks even veel, laetse den gantschen nacht weycken in witten Wijn, ende distileert hier uyt een Aqua vite. Fumanellus. | |
Een Aqua vite, om alle versche wonden seer lichtelijck te genesen. Fumanelles.Neemt vier oncen Brandewijn, Triakel een half once, distileert hier uyt een en water, legt dit met wiecken in de wonden, of druypet daer in, en stroyter dan een drooge poeder in, van Wieroock en van Mirrha onder een gestoten, en legget een wiecke daer in nat gemaeckt, boven op. | |
Een Aqua vite, om slaep te maken.Neemt witte en swarte Heul-zaedt, van elks een half once, witten Wijn, Hasen-galle van elcks twee draghmen, Brandewijn vier oncen, latet te samen vier dagen langh staen weycken, distileert daer dan een water uyt. Een druppelken daer van ingenomen, doet een ure lang slapen, twee druppels twee uren lang, en so voorts. | |
Een seker compositie van Gesnero voor de watersucht, ende voor het Astma.Neemt goeden ouden Wijn twee pont, Caneel een once, Yreas van Florencen, een half once, Yreas van desen Lande twee draghmen en een half, roode Roosen, drie draghmen, Coriander een draghme en een half, Venckel en Genber van elcks twee dragmen, Hasel-wortel drie drag- | |
[pagina 500]
| |
me, Astrantie een half once, Chameleontis albi, Bryonie van elcks twee dragmen, Schorsen van Esula drie dragmen, Ari een dragme, Electuary de succo rosar, een half once, latet drie dagen lang achter een staen weycken in een geluteerde Vesica, distileret in Asschen: Geeft hier van in een once om te proeven, tot het selfde machmen oock met Weye van Melck, of met Wijn ingeven, doet daer by so veel Suycker als ’t u belieft. Somtijdts heeft hy eenen Wijn doen distileren, daer in dat geraspt Pock-hout, Genever-besien, Caneel ende Roosen in geweyckt hebben. | |
De Aqua vite van D. Thome Vinck, tegens veelderley gebreken.Neemt Lavendel, Savie, van elks drie deel, Rute een half once, Gengber, Muscaten, Nagelen Caneel, Greyn, witte Suyker van elcks een half once, Foeli, Kriecken van Over-zee, van elcks een half once, olie van Olyven twee draghmen, set dit al te samen te weycken in goeden stercken Wijn, drie pinten, 14 dagen lang, distileret daer naer met kleyn bier. | |
Een seer excellent Aqua vite, voor een groot Heer, tegens de teeringe.Neemt vier pondt Brandewijns, van Malveseye gedistileert, een Terven-broot, latet te samen 14. dagen langh staen weycken, distileret daer na door het Balneum. Neemt daer naer Specierum diamarg, Diambre, Diarhodom abbatis, Dianthos, Diapliris, Metitie, Galeni van elcks twee dragmen, Caffie, Suyckerkandy, van elcks een once. Sap van Soet-hout twee on- | |
[pagina 501]
| |
cen, Roosmarijn, drie dragmen, Mesci Alexandrini een half once, latet al te samen een maent langh staen weycken, in een Distileer-vat, distileret daer na in Balneo marie, ende deylt het water in twee deelen, want het eerste water is veel excelenter als het tweede. | |
Een excelente Aqua vite, tegens de Catarren.Neemt Ysope, Scharleye, witte Malrove, Alant-wortel, Yreas, Lavesse, Betonie, Savie van elks een half pondt, kappet, stootet al onder een, ende legget te weycke in goeden stercken Wijn, dattet met den Wijn overdeckt staet. Distileert dit ende bewaret als Gout, of kostelijck Gesteente. | |
Een schoone en wonderlijcke Distilatie, waer van dat ick de experientie dickmaels versocht hebbe, seght den Autheur.Neemt seer goede Malvaseye, ses potten, distileert die negenmael achter een met langhsaem vyer, doeter daer na by Ambregrijs, Walschot, Rabarber een half once, Muscus een half dragme, stootet onder een, en bindet in een fijn doexken, en legget in den voorsz: Brandewijn. Dit is een Aqua vite, van een wonderlijcke kracht, voor alle Princen en Koningen. | |
Een Aqua vite van Keyser Fredrick tegens alderley gebreken.Neemt een pot Malvaseye, Caneel drie oncen, Nagelen, een once, Gengber anderhalf on- | |
[pagina 502]
| |
ce, Muscaten, een once, Zeduar drie oncen en een half, Greyn ander half once, Galigaen twee dragmen, Cubeben een half once, Roosemarijn een half once, Ysope oock so veel, Hemst-wortel, Wortels van Benedicta van elcks een once, Savie een once, Lavendel een half once, breeckt ende stoot dit al te samen, doetet in een groote glasen Flessche, van vier of vijf Potten, Suycker Candy drie oncen, Corinten een half pondt, Rozijnen een vierendeel, Camfer een dragme, Roos-water drie oncen, Vlier-water oock soo veel, Endivi-water oock soo veel, latet al te samen dichte gestopt acht dagen langh in de heete Sonne staen, ofte noch langer, ende gietet daer naer door een doeck. Hier van sult gy gebruycken als ’t u belieft, namelijck in alle groote swackheyt des Lichaems, eenen lepel elcke reyse, ende gy sult een groote kracht daer in vernemen: Men seght dat Keyser Frederick, alleene met dese Aqua vite, is onderhouden geweest. |
|