Versteend zeewier(1941)–Theo van Baaren– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Zwaar rust... Zwaar rust de hand op het bord, nog moe van de zwaai van het zwaard, de stukken, in orde geschaard, zijn door elkander gestort. Iedere kosmos verwordt: koning, noch toren, noch paard, geen van die eens voor een kort moment mochten staan, wordt gespaard. De droom van bestand is een schim, de naroem een ijdel bezit, het uitzicht beloont niet de klim. Het hemelse Groenland is wit als de dood, met een vaalgrauwe lucht vol bliksems en dondergerucht. Vorige Volgende