Versteend zeewier(1941)–Theo van Baaren– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] De zee besprong... De zee besprong de murw gebeukte wering, zodat het schuim mij in de ogen stoof, en wind noch water week voor de bezwering, die ik als grendel voor de palen schoof. Ik zag mijn spreuk, die slap en krachtloos neerhing, verworden tot een machteloze roof der golven. En in deze samenzwering van storm en oceaan brak mijn geloof: De mens is niet geboren tot een koning, zijn macht bestaat slechts bij de gratie van een vreemde macht, bij wijze van beloning voor 't zoet naar bed gaan. Elken avond kan het buitenste geheim in onze woning de kruispaal zetten of de wereldwan. Vorige Volgende