| |
| |
| |
Herman Koch
Het diner
door Ton Anbeek
Achtergronden en uiterlijke beschrijving
Het diner is de zesde roman van Herman Koch (Arnhem, 5 september 1953) en zijn eerste boek dat bij zijn nieuwe uitgever Anthos verscheen. De schrijver liet in verschillende interviews het volgende over de ontstaansgeschiedenis los: eind december 2005 zat hij met een groot gezelschap te eten in een restaurant in Barcelona. Opeens realiseerde hij zich dat een restaurant een ideaal decor vormt voor een roman omdat een aantal mensen daar urenlang met elkaar zit te praten. Bij diezelfde gelegenheid werd hem ook het onderwerp van zo'n roman als het ware in de schoot geworpen want het gesprek ging over een recent schandaal in Barcelona. ‘Twee jongens hadden in een hokje waar geld gepind kan worden een zwerver in brand gestoken. Toen ik dat hoorde wist ik ook de vorm van de roman. Ik zou de roman schrijven vanuit een vader die zich zou afvragen hoe hij zich zou gedragen als zijn zoon zoiets gedaan zou hebben.’
Toch duurde het nog tot januari 2009 voor Het diner verscheen. Het boek had onmiddellijk succes in Nederland en kreeg hetzelfde jaar nog de NS Publieksprijs. Er zijn op dit moment (november 2013) 650.000 exemplaren van verkocht. Nog opmerkelijker is dat de roman in liefst 33 talen werd vertaald. En niet alleen werd The Dinner in Amerika opgemerkt, het stond zelfs maandenlang op de fictiebestsellerslijst van The New York Times, met als hoogste notering nummer acht. Het resultaat is ook dat er over enige tijd liefst twee verfilmingen van de roman zullen zijn: de Nederlandse van Menno Meyjes die in september 2013 voor het eerst vertoond is op een filmfestival in Toronto, en de Amerikaanse die door de Australische actrice en toneelregisseur Cate Blanchett zal worden gemaakt.
Op het omslag van de eerste druk van Het diner staat een bloedrode kreeft - die overigens in het hele boek niet voorkomt. Zoals vaker bij succesvolle titels verschenen er later drukken met een ander omslag (waarop men vier mensen aan een tafel ziet zitten, een scène uit het toneelstuk naar Het diner dat in 2012 werd gespeeld).
| |
| |
Het boek telt 301 bladzijden. De tekst is ingedeeld in hoofdstukken die het verloop van een maaltijd aangeven: Aperitief-Voorgerecht-Hoofdgerecht-Nagerecht-Digestief-Fooi.
| |
Inhoud
De roman beschrijft hoe twee echtparen een avond doorbrengen in (en rond) een duur restaurant. Het gaat om de ik-verteller, Paul Lohman, met zijn vrouw Claire; en Pauls oudere broer Serge, een Bekende Nederlander want succesvol politicus die waarschijnlijk na de volgende verkiezingen premier zal worden, met zijn vrouw Babette. Paul en Claire hebben één kind, zoon Michel van vijftien. De samenstelling van het gezin Serge-Babette is iets gecompliceerder: ze hebben twee biologische kinderen, Rick (vijftien) en Valerie (dertien), en de geadopteerde Beau (leeftijd onbekend) die uit Burkina Faso komt. Geen van deze kinderen is aanwezig bij het diner, maar van het begin af aan is duidelijk dat de bijeenkomst alles te maken heeft met Michel, Rick en Beau. Als Claire opmerkt dat Michel de laatste tijd ‘raar’ doet, of niet raar, maar anders dan normaal. Afstandelijk’ en vraagt of Paul dat ook is opgevallen, lijkt de reactie van haar man vreemd: ‘Ik moest Claire niet aankijken, wij kenden elkaar te goed, mijn ogen zouden me verraden.’ Het is het eerste signaal dat er iets in dit huwelijk verzwegen wordt.
Paul is al gestrest omdat hij eigenlijk niet in restaurants wil eten, en zeker niet in de chique gelegenheden die zijn vermogende broer gewoonlijk uitkiest. Daarbij komt dat zijn broer altijd te laat komt (en door het personeel onderdanig ontvangen wordt). Maar dan valt op dat de zonnebril die Babette draagt haar roodomrande ogen moet verbergen. Het gesprek kabbelt moeizaam voort (over films en vakanties) maar even later barst ze uit in tranen. Terwijl Claire Babette buiten probeert te troosten, spreekt Serge eindelijk hardop uit waarvoor het viertal in feite bij elkaar gekomen is: ‘Wij moeten het over onze kinderen hebben.’
Paul ontdekt dat hij met de mobiel van zijn zoon in zijn zak loopt. Op de wc onderzoekt hij het toestel en bekijkt opnieuw een video waarop te zien is hoe Rick en Michel in een metrostation een dakloze man tegen de grond slaan. Hij vindt ook een bericht van zijn vrouw aan hun zoon: ‘Papa en ik gaan om zeven uur naar het restaurant, en ik zorg wel dat we tot na twaalven wegblijven. Dus vanavond moeten jullie het doen. Papa weet helemaal van niks en dat wil ik graag zo houden.’
Het volgende hoofdstuk (21) begint met de zinnen: ‘Dit is er gebeurd. Dit zijn de feiten.’
| |
| |
Het blijkt dat een maand of twee geleden Michel, Rick en Beau na een schoolfeest geld uit een pinautomaat in een verlicht hokje wilden trekken. Als ze de deur opendoen vinden ze daar een vrouw in een stinkende slaapzak. Beau gaat weg als Michel en Rick aan de slaapzak beginnen te trekken en vervolgens vuilnis en voorwerpen naar de zwerfster gaan gooien. Michel slingert tot slot een lege jerrycan het pinhokje in. De lucifer die daarna wordt gegooid, zet de benauwde ruimte in lichterlaaie. Deze beelden, opgenomen door de bewakingscamera, worden een paar weken later in Opsporing verzocht vertoond, maar dat heeft niet tot een arrestatie geleid. Claire en Paul hebben hun zoon herkend, maar doen niets en praten er ook niet over.
Later bekijkt Paul het filmpje opnieuw en hij vindt op YouTube andere opnamen van het incident die kennelijk met een mobiele telefoon zijn gemaakt. Wanneer Michel bij het restaurant zijn mobieltje komt halen dringt zijn vader er bij hem op aan alle belastende filmpjes te wissen. De jongen reageert eerst ontwijkend, tot zijn vader doorheeft dat een ander een nieuwe video op YouTube heeft gezet en dreigt met nog meer belastend materiaal: het is Beau, de aangenomen zoon van Serge en Babette, die hiermee zijn broer en zijn neef chanteert [het gaat hier om de video waarop een oude man in een station in elkaar wordt geslagen: stemmen en het gezicht van Rick zijn herkenbaar]. Claire bekent dat ze al op de avond van het wangedrag wist wat er gebeurd was. Ze heeft haar man deze onthulling willen besparen, want ze was bang ‘dat je weer opnieuw... nouja, je weet wel’.
Waarvoor ze bang was blijkt uit de herinneringen die Paul vervolgens vertelt. Hij lijdt aan een ernstige neurologische afwijking waardoor hij ‘een jaar of tien geleden’ moest stoppen als leraar geschiedenis. Hij heeft onder meer een meisje gekwetst dat een optimistisch verslag over Israël had geschreven. En ook zijn stelling dat niet alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog onschuldig waren, heeft weerstand opgeroepen. Paul krijgt pillen tegen zijn (erfelijke) ziekte die hem tegen ongewenste uitbarstingen moeten beschermen. Toch vinden er later nog hevige confrontaties plaats. Wanneer Claire in het ziekenhuis ligt en Paul alleen voor Michel moet zorgen, willen Serge en Babette de jongen meenemen omdat het samenwonen van vader en zoon tot een totale chaos in het huis heeft geleid. Woedend omdat ze zijn zoon willen ‘stelen’ gooit hij een pan met verbrande macaroni naar zijn broer. Michel is van deze scène getuige.
Intussen is het viertal weer aan tafel gegaan voor het nagerecht. Eindelijk komt de kwestie aan de orde waarvoor de bei- | |
| |
de echtparen in het restaurant zijn gekomen. Serge kondigt aan dat hij zich wil terugtrekken als lijsttrekker van zijn partij bij de komende verkiezingen. Hij heeft al een persconferentie geregeld die de volgende dag zal plaatsvinden. Babette en Claire zijn fel tegen dit plan, omdat elke verklaring van Serge tot de arrestatie van Rick en Michel kan leiden. De twee vrouwen bagatelliseren de daden van hun zoon: het lijken wel volwassenen maar het zijn nog kinderen. Paul sluit zich hierbij aan. Zijn mening is dat een dakloze die in een pinhokje gaat liggen maffen, niet de toekomst van zijn zoon mag beschadigen.
Bij het digestief denkt Paul terug aan een gesprek dat hij met de rector van Michels school heeft gehad. Het gaat om diens werkstuk waarin de mogelijkheid wordt verdedigd om ernstige criminelen zonder proces te liquideren. Wanneer de rector suggereert dat de vader deze opvattingen heeft ingefluisterd en een verband legt met zijn ziekte, mishandelt Paul deze man.
Zodra Paul en Claire alleen in het restaurant zijn achtergebleven, dringt zij erop aan dat hij zijn broer iets moet ‘aandoen’. Serge moet zodanig toegetakeld worden dat hij zich niet voor de buitenwereld durft te vertonen om zijn terugtreden bekend te maken. En verder vertelt ze dat ze tegen hun zoon heeft gezegd dat hij Beau ‘tot rede moet zien te brengen. En als dat niet lukt, dat hij dan moet doen wat hem het beste lijkt’.
Paul kijkt zijn vrouw bewonderend aan (‘En dat allemaal uit liefde, liefde voor onze zoon’). Maar hij legt uit dat hij al een tijd zijn medicijnen niet meer slikt en om die reden [hij is toerekeningsvatbaar] zijn broer niet kan ‘verwonden’. Wat hij wel doet, is de gerant - die hem met Michel heeft zien praten - zwijggeld toestoppen.
Ondertussen heeft Claire met een boven de steel afgebroken wijnglas haar zwager Serge bewerkt. Zijn gezicht is zo geschonden dat Serge zijn baard moet laten staan. Onder andere daardoor verspeelt hij het vertrouwen van zijn kiezers en verliest hij de verkiezingen.
Hij dient geen aanklacht tegen zijn schoonzus in. Hij en zijn vrouw hebben het te druk met de opsporing van hun sinds de avond van het diner vermiste zoon.
Paul, Claire en Michel vormen weer een gelukkig gezin.
| |
Interpretatie
Genre
Wie Het diner begint te lezen, zou kunnen denken dat het om een satirische roman gaat. Genadeloos wordt het wollige jargon van een gerant in een chic restaurant weergegeven: ‘“Dit
| |
| |
zijn Griekse olijven uit de Peloponnesos, licht besprenkeld met een eerste oogst extra vergine olijfolie uit Noord-Sardinië, en afgemaakt met rozemarijn uit...”’ In een later hoofdstuk wordt naar aanleiding van een bezoek aan het huis van Serge en Babette in de Dordogne het gedrag belachelijk gemaakt van Nederlanders die alles wat met Frankrijk te maken heeft ‘énig vinden’. (Hier herkent de lezer de schrijver Herman Koch die jarenlang een van de drijvende krachten was van het satirisch-absurdistische tv-programma Jiskefet.)
Maar in beide gevallen neemt het verhaal een onverwachte wending. Bij het voorgerecht ontspint zich een gesprek met de gerant over het woord ‘afgemaakt’ waarbij Paul zegt: ‘Ik weet dat dat niet betekent dat de olijven zijn “afgemaakt”. Zoals in “neergeknald” of “doodgeschoten”.’ En de beschrijving van het bezoek in Frankrijk eindigt met een scène waarin Michel, Rick en Beau door een groep boeren worden opgebracht. Vooral Beau is nauwelijks in bedwang te houden, hij wordt ten slotte door de Fransen tegen de grond gewerkt.
| |
Compositie
Zulke gegevens ondersteunen de spanning die langzaam wordt opgebouwd. De lezers weten dat er iets verborgen wordt gehouden, een geheim dat stukje bij beetje wordt onthuld. Heel vaak breekt ik-verteller Paul het verhaal af om pas veel later de informatie te geven waarop de lezers zitten te wachten. Een extreem voorbeeld is de zojuist aangeduide scène waarin de kinderen van de beide echtparen Lohman door een groep woedende boeren worden opgebracht. Pas in het laatste hoofdstuk wordt onthuld waarom de boeren zo kwaad zijn: Beau heeft een kip gestolen. Door dit voortdurend oproepen van spanning door middel van uitstel lijkt Het diner op een thriller.
| |
Personages
Maar evenzeer heeft het boek trekken van een psychologische roman waarin motieven en houding van de vier volwassenen worden aangeduid. Hoofdpersoon is natuurlijk Paul, de ik-verteller. Zijn stemmingen, meningen, zijn ziekte, de afkeer van zijn broer en de liefde voor zijn zoon en zijn vrouw kleuren het hele verhaal. Je zou daarom kunnen stellen dat we hem het beste leren kennen.
| |
Vertelsituatie
Maar in hoeverre zijn de woorden van deze Paul Lohman betrouwbaar? Vanaf het begin lijkt het of hij zich rechtstreeks tot de lezers richt: ‘We gingen eten in het restaurant. Ik ga niet zeggen welk restaurant, want dan zit het er de volgende keer waarschijnlijk vol met mensen die komen kijken of wij er ook weer zitten.’ Met die zinnen wordt meteen een werkelijkheidsillusie opgeroepen. Andere opmerkingen bevestigen de band tussen de verteller en zijn publiek, zoals: ‘Ik ga niet zeggen hoe laat het precies was. Exacte tijden kunnen zich later tegen je keren.’ Zulke zinnen geven de indruk dat er een open- | |
| |
hartige verteller aan het woord is, juist omdat hij ook aangeeft iets niet te willen prijsgeven.
Niettemin moet het een zorgvuldige lezer wel opvallen dat hij niet altijd eerlijk is. In hoofdstuk 3 zoekt en vindt hij Michels mobiel. Het is een cruciaal moment want hij ontdekt beelden die hem schokken (pas later vertelt hij wat hij zag). In hoofdstuk 18 vindt hij die mobiel in de zak van zijn jasje. Hoe het ding daar terechtgekomen was ‘kon ik niet zo een-twee-drie reconstrueren’. Een leugen, want hij heeft het apparaat in zijn zak gestoken om te controleren wat zijn zoon heeft opgeslagen en met wie hij contact heeft gehad. Tegenover Claire verzwijgt hij informatie, hij doet of hij niets weet van wat er rond hem gaande is. Kortom, Paul is wat in de narratologie een onbetrouwbare verteller wordt genoemd.
| |
Thematiek
Ook in het morele dilemma waar Het diner over gaat - de keuze waarvoor de twee echtparen worden gesteld: hun zoon aangeven bij de politie of zwijgen in alle talen - is zijn houding halfslachtig. Van de vier volwassenen kiest alleen zijn gehate broer voor de wet; hij moet als politicus aftreden omdat hij zich in die functie geen skelet in de kast kan veroorloven. De beide vrouwen zijn faliekant tegen een openbare bekentenis, want daarmee wordt de toekomst van hun zoon geruïneerd. Het is Claire die haar zoon impliciet een vrijbrief geeft om Beau die hem chanteert te laten verdwijnen. En vervolgens verminkt ze het gezicht van haar zwager. Zo zorgt ze ervoor dat hun zoon niet in de gevangenis komt. De enige bijdrage van Paul is dat hij de vrouwen steunt en de gerant omkoopt. De rest laat hij aan zijn vrouw over, want niet voor niets heeft hij in het begin van het boek onderstreept dat Claire slimmer is dan hij.
| |
Vertelsituatie
De slimheid van Paul ligt op een ander terrein: hij manipuleert het gezichtsveld van de lezers. Zijn stellige uitspraak: ‘Ik geef alleen maar weer wat ik tijdens ons gezamenlijke etentje in het restaurant heb gezien en gehoord’ is misleidend. Hij is geen afstandelijke verslaggever van de feiten, eerder gaat hij vóór de gebeurtenissen staan. Door zijn ogen zien we een broer die alleen maar als een irritante ijdeltuit wordt afgeschilderd. In zijn afkeer gaat Paul zo ver dat hij hem niet alleen ‘een onbehouwen lul’ noemt maar hem ook neerzet als ‘niet een van de slimsten, in zekere zin zou je hem zelfs achterlijk kunnen noemen’. De laatste typering zegt waarschijnlijk meer over Paul zelf. Als ontslagen leraar die al tien jaar werkloos is lijkt hij jaloers te zijn op de Bekende Nederlander die zijn broer geworden is.
In zijn rol van partijdig verteller geeft hij ook een eenzijdig beeld van Beau, de Afrikaanse jongen die Serge en Babette geadopteerd hebben: er wordt geen enkel goed woord aan zijn
| |
| |
gedrag gewijd. Toch kan de lezer concluderen dat de poging die Beau doet om zijn leeftijdgenoten Michel en halfbroer Rick te chanteren een vorm van wraak is voor de kleinerende manier waarop ze met hem omgaan. Zo noemen ze hem nooit ‘Beau’ maar ‘Faso’, naar het land waar hij vandaan komt. Opvallend is dat hij niet mee wil doen met de aanval op de zwerfster in het pinhokje - een beslissing die uiteindelijk tot zijn dood (‘verdwijning’) zal leiden.
En dat is misschien wel het ultieme doel van Pauls onbetrouwbare verslag: door de volle aandacht op het ‘ongeluk’ in het pinhokje te vestigen - een roekeloze daad waarvoor Paul met zijn agressieve theorie over ‘het recht in eigen hand mogen nemen’ misschien de basis heeft gelegd - verdwijnt de latere moord met voorbedachte rade naar de achtergrond.
| |
Stijl
Paul is een vlotte verteller die de lezers van het begin af aan bij het verhaal betrekt en met zijn ‘conferences’ over het gedrag van de obers in een chic restaurant en dweepzieke Hollanders in Frankrijk de lachers op zijn hand krijgt. Pas op het eind zullen die lezers zich realiseren dat ze in een dubieuze morele positie zijn gemanipuleerd. Niet ten onrechte vergeleek een recensent Paul met Jekyll en Hyde in de bekende roman van Stevenson.
| |
Intertekstualiteit
In de roman komen drie interessante gevallen van intertekstualiteit voor. Aan het begin van Het diner gaat er iets mis met de bediening: de kurk van een door Serge bestelde fles superbe wijn breekt. Het is een klein incident op een avond die hoe langer hoe tumultueuzer zal verlopen, een aankondiging zou je kunnen stellen. En dat is precies de manier waarop Paul het incident interpreteert: ‘En toch was er iets gebeurd dat mij de hoop deed behouden op een explosie later op de avond. Het was als met het pistool in het toneelstuk: wanneer er in het eerste bedrijf een pistool wordt getoond, kun je er donder op zeggen dat er in het laatste bedrijf mee zal worden geschoten. Dat is de wet van het drama. Volgens diezelfde wet mag er zelfs helemaal geen pistool worden getoond wanneer en níét mee geschoten wordt.’ Deze wet is een stelling die voor het eerst door Tsjechov is geformuleerd. Paul (Koch) noemt die naam niet, misschien omdat er met de laatste zin verwezen wordt naar een andere auteur, namelijk Willem Frederik Hermans die in zijn poëticale essay ‘Experimentele romans’ dezelfde opvatting over coherentie heeft uitgewerkt.
Geeft het pistool-voorbeeld aan hoe de roman Het diner is gestructureerd, een ander citaat introduceert de thematiek van het boek. In het tweede hoofdstuk wordt de beroemde eerste zin van Tolstojs Anna Karenina geciteerd: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn
| |
| |
eigen wijze.’ Voortdurend komt Paul op dat begrip ‘gelukkig gezin’ terug, in feite zijn al zijn handelingen (en die van Claire) erop gericht om het geluk van hun gezin te bewaren, tegen elke prijs. Die prijs is in dit geval de moord op Beau.
Er is nog een verwijzing die bij herlezing een bijzonder wrange bijklank krijgt. Bij het voorgerecht komt ook de film Guess Who's Coming to Dinner ter sprake, waarin een blank echtpaar schrikt wanneer blijkt dat hun dochter een zwarte verloofde heeft. Maar het is een goede, intelligente neger en dus wordt hij door zijn schoonouders geaccepteerd. Claire noemt het ‘de meest racistische film ooit gemaakt’: alleen aangepaste negers deugen. Paul legt dat nog eens uit: ‘Het gaat over het recht om een klootzak te zijn.’ Beau gedraagt zich eerst als een aangepaste neger - maar als hij Rick en Michel chanteert, mag hij uit de weg worden geruimd.
Het slothoofdstuk bevat een intrigerende passage. Paul vindt de uitslag van een vruchtwateronderzoek. Paul wil het volgeschreven vakje ‘bijzonderheden’ niet lezen. Want daaruit zou kunnen blijken dat hun zoon dezelfde neurologische stoornis heeft waaraan Paul later lijdt. Als Claire deze ‘bijzonderheden’ tijdens haar zwangerschap wel gelezen heeft, negeerde ze dan deze informatie omdat ze hun kind hoe dan ook wilde baren? Heeft ze welbewust een mogelijk gewelddadige zoon op de wereld gezet?
Het antwoord op die vragen is moeilijk te geven want er zijn twee complicerende factoren: ten eerste wist Claire destijds nog niets van de symptomen die Paul later zou vertonen. En ten tweede is niet duidelijk of Michel werkelijk aan dezelfde ziekte lijdt. Hij treedt bij het incident bijzonder agressief op. Maar kan dat bijvoorbeeld ook niet komen omdat hij in zijn jeugd verschillende woedeaanvallen van zijn vader heeft meegemaakt?
| |
Context
Zoals gezegd is Het diner Kochs zesde roman. De eerdere boeken zijn niet slecht besproken, maar hebben geen grote weerklank gevonden. De enige uitzondering daarop is Kochs debuutroman: Red ons, Maria Montanelli (1989), een boek over een opstandige scholier dat een zekere cultstatus kreeg. Juist dit boek toont een paar duidelijke overeenkomsten met Het diner. Zo is er in de eerste plaats een ik-verteller die in heftige spreektaal een satirische beschrijving geeft van zijn omgeving. In de tweede plaats wordt het verhaal niet chronologisch verteld. De eerste zin luidt: ‘Het verhaal dat ik wil vertellen gaat
| |
| |
over de zwakbegaafde jongen.’ Deze jongen komt wel voortdurend in de tekst terug, maar wat er gebeurd is met hem wordt sprongsgewijs weergegeven. De lezer voelt een dreigende spanning, maar wordt steeds op een zijspoor gezet. En ten derde is ook het element ‘geweld’ sterk aanwezig.
Wat betreft Kochs plaats in de Nederlandse literatuur kan worden gesteld dat hij aansluit bij de schrijvers die ‘plotgericht proza’ schrijven. Vertegenwoordigers van deze richting zijn Tim Krabbé en Renate Dorrestein. De laatste legt in haar poëtica Het geheim van de schrijver uit dat elk element in een roman in dienst moet staan van het conflict dat het verhaal voortstuwt. Deze opvatting wordt door sommige Hollandse critici afgewezen.
Ten slotte kan nog worden opgemerkt dat Het diner een zekere overeenkomst vertoont met een vroege film van Haneke, Benny's Video (1992) waarin een jongen, als zijn ouders een weekend weg zijn in een videotheek een meisje uitnodigt en haar vermoordt. Als de ouders de video-opname van deze gruweldaad gezien hebben, staan zij voor het dilemma: de politie inlichten of al het bewijsmateriaal vernietigen.
| |
Waarderingsgeschiedenis
Het diner kreeg meteen na verschijnen buitengewoon lovende recensies. Max Pam oordeelde dat het boek ‘spannend, humoristisch en strak geschreven’ was. Daniëlle Serdijn waardeerde ‘de zorgvuldige bouw’, de ‘opvallend effectieve timing’ en bovenal ‘de vele geestige observaties van menselijke ijdelheid’, Pieter Steinz noemde Het diner ‘de Nederlandse beste roman die ik in maanden gelezen heb’ en boven Vullings' recensie staat: ‘Na Het diner kan niemand meer ontkennen dat Herman Koch een volleerd schrijver is.’
Ook uit Vlaanderen kwam bijna niets dan lof. De redactie van Humo heeft het over een ‘huiveringwekkend goed boek’, Herman Jacobs noemt het een ‘meesterlijk boek’. Marc Cloostermans roemt ‘de meeslepende stijl, de intelligente plot, de humor en het vage ongemak dat de lectuur van Het diner achterlaat’. Wel heeft hij kritiek op het feit dat de factor erfelijkheid een belangrijke rol speelt in de roman. En dat is precies het punt dat terugkomt in enkele meer gereserveerde latere kritieken. Deze recensenten erkennen het vakmanschap van Koch dat zijn roman vaart geeft, maar maken bezwaar tegen het feit dat de hoofdpersoon Paul als ‘een échte gek’ wordt neergezet, ‘met een pathologisch ziektepatroon, in plaats van iemand zoals jij en ik en iedereen’ (Marja Pruis). Dat bezwaar wordt uit- | |
| |
gewerkt in een lang artikel van Arnold Heumakers. Ook hij vindt het jammer dat het geweld in Het diner door een erfelijke afwijking (van Paul en zijn zoon Michel) wordt verklaard, want daardoor wordt het thema minder universeel. Om die reden noemt hij het boek ‘een schim van wat het had kunnen zijn’.
In een opvallend denigrerende recensie van Chris Morgenstern verschijnt ook de vaak gehoorde kritiek op ‘makkelijk weglezende boeken’ die vaker tegen succesrijke Nederlandse auteurs in stelling wordt gebracht. Toch geeft ook de criticus Arie Storm - die het heeft over iets ‘wat zo wezenlijk kinderachtig is als een verbazingwekkend plot’ - zich gewonnen als hij de auteur ‘schitterend denkend en schrijvend’ noemt. Anderen vermelden het feit dat Het diner een ‘plot-driven’ boek is als een neutraal gegeven, of prijzen Koch als ‘een meesterlijke plotbouwer’ (Bas Belleman) of hebben het over ‘de uitgebalanceerde plot’ (Leyman).
Ten slotte is van de buitenlandse receptie vooral de aandacht in The New York Times interessant omdat The Dinner daar twee keer besproken werd. In de krant van 7 februari 2013 kraakte Jane Maslin het boek af op morele gronden: ‘It's the morality of the story that's really sickening.’ Maar op 10 maart verscheen er een recensie van Claire Messud, die veel positiever oordeelde. Daarna werd het boek opgevoerd als ‘Editor's Choice of The Week’ en begon de opmars op de bestsellerslijst (zie voor details het stuk van Vullings 2013).
| |
| |
| |
Secundaire literatuur
Maarten Moll, Herman Kochs ‘Diner’. In: Haarlems Dagblad, 7-1-2009. (interview) |
Daniëlle Serdijn, Het recht een klootzak te zijn. In: de Volkskrant, 9-1-2009. |
Max Pam, Vaders en zonen. In: HP/De Tijd, 9-1-2009. |
Bas Belleman, Dat moet wel leiden tot een explosie. In: Trouw, 10-1-2009. |
Pieter Steinz, Dr Jekyll in de Watergraafsmeer. In: NRC Handelsblad, 16-1-2009. |
Rudie Kagie, Een restaurant is geen museum. In: Vrij Nederland, 17-1-2009. (interview) |
Jeroen Vullings, Instinct wint. In: Vrij Nederland, 24-1-2009. |
Dirk Leyman, Met het mes op tafel. In: De Morgen, 4-2-2009. |
Redactie Humo, Herman Koch. Het diner. In: Humo, 10-2-2009. |
Annet de Jong, ‘Het diner’ van Koch is licht verteerbaar. In: De Telegraaf, 13-02-2009. |
Arie Storm, Herkenbaarheid en een plot. In: Brabants Dagblad, 14-2-2009. |
Teunis Bunt, Als blijkt dat je kind zoiets wél doet. In: Nederlands Dagblad, 20-2-2009. |
Herman Jacobs, Rozemarijn uit het Ruhrgebied. In: Knack, 25-2-2009. |
Mark Cloostermans, Gepeperde afrekening. In: De Standaard, 27-2-2009. |
Marja Pruis, Het Zwitserlezen gevoel. In: De Groene Amsterdammer, 13-3-2009. |
Arnold Heumakers, Licht verteerbaar, ontziet de maag. In: NRC Handelsblad, 20-3-2009. |
Johanna Cassiers, Het diner. In: De Leeswolf, 1-4-2009. |
Chris Morgenstern, Vergeetproza. In: Het Financieele Dagblad, 23-5-2009. |
Arjen Fortuin, ‘Ik heb een driftige natuur, maar ik houd me in’. In: NRC Handelsblad, 10-7-2009. (interview) |
Hans van Soest, In mijn fantasie sla ik irritante mensen. In: AD/Algemeen Dagblad, 21-12-2009. (interview) |
Arjen Fortuin, Honderdduizend lezers vergissen zich niet; Herman Koch, Thomas Vaessens, Renate Dorrestein en de opkomst van het populisme in de literatuur. In: NRC Handelsblad, 24-12-2009. |
Eric van der Velden, Heel bijzonder, een boek waar iedereen van houdt. In: AD/Algemeen Dagblad, 18-8-2012. |
Marja Pruis, Onze Nobelprijskandidaat. In: De Groene Amsterdammer, 3-10-2013. |
Jeroen Vullings, ‘Het Diner’: niet zomaar een succes. In: Vrij Nederland, 19-10-2013. |
lexicon van literaire werken 102
mei 2014
|
|