| |
| |
| |
Kristien Hemmerechts
Brede heupen
door Marcel Janssens
Achtergronden en uiterlijke beschrijving
Brede heupen, in april 1989 uitgegeven door De Arbeiderspers in Amsterdam, is het vierde (Nederlandstalige) boek van Kristien Hemmerechts (*1955 te Brussel). Zij debuteerde in 1987 met de roman Een zuil van zout, die haar op slag bekend maakte, ook al doordat het boek als manuscript al met de driejaarlijkse ‘Provinciale Literaire Prijs van Brabant’ gekroond werd. In 1989 verscheen een verhalenbundel Weerberichten met in de titel een allusie zowel op een belangrijk aspect van Hemmerechts' poëtica als op een constante in de eerste recensies van haar werk, met name dat zij droogjes en afstandelijk rapporteert over de ‘werkelijkheid’. Een aantal verhalen uit Weerberichten was tevoren in het Engels verschenen en werd door Gert van Istendael in het Nederlands vertaald. In het najaar van 1989 publiceerde zij een nieuwe verhalenbundel 's Nachts, zoals de vorige twee boeken uitgegeven te Antwerpen. Met Brede heupen kwam zij voor het eerst bij een Nederlandse uitgever terecht. Voor ondermeer die roman, haar tweede, kreeg zij in 1990 de Driejaarlijkse Gemeenschapsprijs voor verhalend proza.
De roman is verdeeld in acht genummerde hoofdstukken en beslaat 216 pagina's. Voor het omslag is gebruik gemaakt van een schilderij van Léon Spilliaert, ‘De dame in de trein’ uit 1908.
| |
Inhoud
Brede heupen vertelt het levensverhaal van een jonge vrouw, Laura, 26 jaar in het ‘heden’ van de roman. Zoals uit de bespreking van de chronologie in dat levensverhaal zal blijken, bevat de vertelde tijd per hoofdstuk zoveel tijdsprongen, meestal retroversies, dat het onbegonnen werk is het handelingsverloop na te vertellen zoals de roman het in zijn lineair verloop aanbiedt. Daarom wordt hier het levensverhaal van Laura met behulp van de retroversies gereconstrueerd naar het ‘heden’ van de vertelling toe.
| |
| |
Laura groeide op in een gezin met vier kinderen: Elza, de oudste, is twee jaar ouder dan Laura, de twee broers heten Tom en Bart. Hun vader stierf toen Laura vier was. Als kind voelde Laura zich de mindere van Elza, die mooier en intelligenter was, maar toen al 's nachts verontrustende angstaanvallen kreeg. Via de padvinderij leert Laura Carla kennen en via Carla haar broer, Jasper. Elza komt in een psychiatrische instelling terecht en weigert verder contact met haar familie. Inmiddels gaat Laura samenwonen met de oerlelijke mislukkeling Jasper. Ze trekt in bij Carla, terwijl Jasper, die nochtans weet dat Laura zwanger is, geen kik geeft bij dat vertrek. (De situatie roept herinneringen op aan de zwangerschap van de 24-jarige Anna in Een zuil van zout: ook daar wordt niet meer omgekeken naar de vader, een Amerikaans toerist.) Laura bevalt van een dochtertje, Edith, dat spoedig aan de hoede van haar moeder wordt toevertrouwd.
Een eerste intermezzo leidt Laura naar Londen, waar ze op advies van haar moeder haar kennis van het Engels wil gaan bijspijkeren. Ze leer er in een tijdelijke job de Italiaan Antonella Mela kennen, die haar als zijn dochter vertroetelt - een rol die Laura zich laat welgevallen. Ook die relatie met haar ‘Ersatzvader’ (p. 118) wordt bruusk afgebroken. In Londen maakt Laura ook kennis met een Australische, Gail, tegenover wie zij zich als een manziek wezen opstelt. Die twee rollen in Londen laten haar psychologische en maatschappelijke onverschilligheid zien.
Het tweede intermezzo, van langere duur dan de escapade naar Londen, vertelt over Laura's relatie met haar werkgever Vincent. Terug thuis inwonend bij Carla en verlost van de zorgen voor Edith die door haar moeder opgevoed wordt, verzet zij zich op kantoor niet tegen de avances van haar baas, Vincent. Zij meent dat haar baan als secretaresse haar ertoe verplicht, de intimiteiten van haar werkgever te gedogen. Vincent begint ook aan haar uiterlijk te sleutelen, omdat hij haar lichaam te dik vindt. Ze heeft (te) ‘brede heupen’. Hij schrijft haar diëten en sportprestaties voor, wat zij gewillig opvolgt. Ze hebben op den duur seksueel contact en Vincent verdenkt er haar van zwanger te zijn. Laura, die ijzig kalm blijft, laat hem daaromtrent in het ongewisse (ze heeft hem zelfs niet verteld dat ze al een dochtertje heeft).
Inmiddels zijn we in het ‘heden’ van de vertelling beland. Laura maakt een balans op van de huwelijkskandidaten die ze gekend heeft, maar vindt dat ze, na al haar faliekant aflopende relaties, maar best met Vincent breekt en ongehuwd blijft. Een ‘normale man’ ontmoeten lijkt wel een zielige utopie.
Haar zus Elza verblijft nog altijd in de instelling, hoewel
| |
| |
niemand weet (en de lezer ook niet) waarom eigenlijk. Het boek wordt dan toch ironisch besloten met een huwelijk, namelijk dat van twee vrienden van Laura, Rob en Annemiek. Laura heeft een nieuwe baan (welke wordt niet gezegd), maar misschien loopt ze straks stage in Parijs... een uitlaat voor het zoveelste intermezzo zonder uitzicht? Eigenlijk staat Laura aan het eind van het boek even ver als in het begin: de vader van haar kind is in de mist van alcohol verdwenen, Edith is nog altijd bij haar grootmoeder, Laura meent niet te moeten trouwen omdat iedereen in haar omgeving dat doet, haar onverschilligheid, die haar wezen kenmerkt en haar gedrag bijna de hele duur van de vertelling heeft bepaald, stijgt ten top in haar overtuiging dat ze er niet aan gebonden is te volgen wat maatschappelijk van haar verlangd wordt om gelukkig te zijn. Heeft zij zich mentaal uiteindelijk tóch ontworsteld aan haar inertie en passiviteit? Ook op dat vlak blijft de lezer met een vraagteken zitten. Het eindresultaat van Laura's levensverhaal puilt uit van onzekerheden, helemaal conform haar eigen psychologie.
| |
Interpretatie
De belangrijkste thema's in deze roman blijken te zijn: lichamelijkheid en seksualiteit (van het standpunt van een jonge vrouw bekeken en beleefd), communicatieproblemen en isolement, het failliet van het traditionele gezin, maatschappelijk non-conformisme, de spanning tussen vluchtende inertie en geëngageerde zelfbevestiging. Daar die thema's zo nauw verbonden zijn met de psyche en het gedrag van Laura en ze overigens alleen gefilterd door haar bewustzijn overkomen, is het zinvol de behandeling van de thematiek te verbinden met een schets van het hoofdpersonage. Die analyse zal meteen constanten in het oeuvre van Kristien Hemmerechts blootleggen.
| |
Thematiek
Laura's psyche kan gevat worden onder de noemers inertie en passiviteit. Die komen het duidelijkst tot uiting in haar relatie met het andere geslacht. In die contacten gedraagt Laura zich graag als een willoos object. Het is alsof zij door zich te schikken naar het rollenpatroon van de onderdanige vrouw, toch een afweermechanisme van ‘sociale ongehoorzaamheid’ inbouwt. De component ‘verzet’ in haar gedrag wordt echter doorlopend overschaduwd door een verwonderlijke gewilligheid om zich te onderwerpen aan de man, superieur in zijn rol van seksuele partner én van werkgever. Zij vertoont niet het minste initiatief, noch tegenover Jasper, Antonello of Vincent,
| |
| |
noch tegenover haar sociale plicht om haar kind zelf op te voeten. Ook plooit zij zich gewillig naar de wensen van haar bazige moeder. De instructies van de psychiaters in de instelling waar Elza om wat voor reden ook werd opgenomen, worden eveneens zonder tegenstribbelen opgevolgd. Laura heeft kennelijk haar leven niet de hand en probeert geenszins om actief in te grijpen.
Althans, zo lijkt het, want inertie dekt niet haar hele gedrag. Innerlijk komt ze wel in verzet, omdat ze het hare denkt van sociaal geconditioneerde rollenpatronen. Waar ze zich ogenschijnlijk het meest passief gedraagt - in haar relatie met Vincent -, is ze innerlijk het scherpste in de contramine. Ze laat niets over zichzelf los, laat staan over haar kind. Afstandelijkheid is haar richtsnoer en houvast in sociale contacten. Haar passief verzet oefent zij stoïcijns kalm uit. Zij zal zich nooit in haar innerlijk laten betrappen. Haar inertie kan het gevolg zijn van haar minderwaardigheidsgevoel, opgelopen in haar kindertijd in de concurrentiestrijd met haar zoveel knappere zus Elza. Ook als jonge vrouw zal ze zelden voor zichzelf opkomen en zich al te geredelijk (maar zonder innerlijke instemming) neerleggen bij wat anderen voor haar bedisselen.
Zoals Anna in Een zuil van zout zoekt ook in Brede heupen een mentaal vrijgevochten vrouw moeizaam een leefbare plek onder de mensen. Het thema van de nieuwe roman lijkt te zijn de spanning tussen de noodzaak van de inburgering en de weigering om zich mentaal en sociaal te laten inkapselen. Laura levert dat gevecht evenwel op een verwonderlijk gedesinteresseerde manier, alsof zij de beschikking over haar lichaam loskoppelde van haar mentale onaantastbaarheid. Ogenschijnlijk voldoet zij de hele tijd aan de verwachtingen van anderen, wat haar niet belet zelf een paar rollen te spelen. Conformiteitsdrang, in haar burgerlijk, conventioneel gezin van herkomst haar ingehamerd, botst voortdurend met haar onweerstaanbare drift om anders te zijn dan anderen. Zoals de broer in Een zuil van zout realiseert hier de broer Tom met Heleen, beiden ‘normale’ mensen, een ‘normaal gezin’, en ‘Hij zou gelukkig zijn’ (p. 184). Geluk lijkt alleen voor ‘normalen’ (geconformeerden) weggelegd. Deels door een gebrek aan zelfvertrouwen (een relict uit haar kindertijd), deels door de goedschikse aanvaarding van maatschappelijke normen, laat zij het leven passief over zich heen gaan, al mokt zij inwendig voortdurend.
In de literatuur over Kristien Hemmerechts en vooral over Brede heupen wordt voortdurend gewezen op een belangrijke thematische constante, de centrale positie van de lichamelijkheid van de vrouw, die uiterst precies weergegeven wordt. In Brede heupen weidt zij uitgebreid uit over fysieke ervaringen
| |
| |
van het hoofdpersonage: Laura's eerste menstruatie, haar ontmaagding, haar zwangerschap en bevalling, borstvoeding, penetraties al of niet met condoom worden zonder franjes beschreven. ‘Ik ben opgegroeid met stiltes. Lichamelijkheid was onbestaande en onbespreekbaar terwijl je er als meisje en vrouw voortdurend mee geconfronteerd wordt. Ik vind dat vrouwen over zichzelf moeten leren schrijven en een taal moeten zoeken om over hun eigen ervaringen te spreken’, zei ze in een interview met Trouw (2-6-1988). Haar literaire oeuvre heeft inmiddels de stiltes en taboes van haar opvoeding ruimschoots en glansrijk overstegen.
In datzelfde interview sprak zij over de ‘asymmetrie in seks’, waarbij de mannelijke partner biologisch gezien altijd actiever is dan de vrouw. Die asymmetrie ligt ook aan de basis van haar passiviteit in seksuele relaties. Ook daar ontspint zich weer dat gevecht tussen conformisme en non-conformisme. Laura wil van seks genieten, maar schaamt er zich onuitgesproken voor, omdat dat maatschappelijk niet zo getolereerd wordt, althans niet binnen de coördinaten van haar opvoeding.
Is Laura aldus niet bijster ‘communicatief’ in seks, dan is ze dat nog minder in andere omgangsvormen, met om het even wie. Een vertrouwelijk gesprek is een grote uitzondering. Geeft zij zich niet grootmoedig met haar lichaam, dan nog minder met haar geest of haar hart. Doordat ze eigenlijk met niemand contact heeft, is haar levensverhaal ook het relaas van haar stigma der eenzaamheid. Aan het eind wordt gesuggereerd dat een maand stage in Parijs haar goed zou kunnen doen. Om weer een zekere Antonello Mela tegen het lijf te lopen? Laura draagt haar eenzelvigheid als een harnas rond en met zich. Die mentale onaanraakbaarheid van het vrouwelijke hoofdpersonage is een thematische constante bij Kristien Hemmerechts, exemplarisch in beeld gebracht in de attitudes van het hoofdpersonage Laura, maar ook in die van nevenpersonages als Jasper, Antonello, Vincent, Elza, Carla, Gail en andere ‘verwisselbare’ nulliteiten in haar omgeving. Tom, de burgerlijke modelzoon, en zijn Heleen zijn de enigen die het ‘normale’ leven blijken aan te kunnen.
Het ‘normale’, klassieke gezin is overigens geen vluchtheuvel in dit boek. Motieven als de kerstdagviering worden wrang aangestipt. Een zo burgerlijk huis als dat van vader en moeder kan voor de mentaal zo weerbarstige Laura geen behouden thuiskomst bieden.
| |
Vertelsituatie
In Brede heupen treedt weliswaar bij gelegenheid een externe verteller op, maar het overgrote deel van Laura's levensverhaal wordt van haar gezichtspunt uit verteld. Zij is de ware en
| |
| |
nagenoeg permanente focalisator van het verhaal, al werd de roman in de derde persoon geschreven. Daar de focaliserende instantie samenvalt met het hoofdpersonage, krijgt de lezer een wel zeer subjectief gekleurde levensgeschiedenis opgedist.
Wat Laura zegt niet te kunnen begrijpen, kan de lezer zeker niet invullen. Bijvoorbeeld: de oorzaak van Elza's ziekte, of de ware aard van Vincent, die misschien niet zo'n engerd is als Laura hem afschildert, zo kan de lezer zich afvragen. Die strategie van de open plekken kenmerkt niet alleen de vertelwijze in Brede heupen; zij blijkt een constante in Hemmerechts' narratieve praxis te zijn. De karige informatie over anderen, de weglatingen en gissingen beantwoorden in dit geval wel helemaal aan de weinig mededeelzame psychische inertie van het hoofdpersonage, bovendien focalisator van de gebeurtenissen. Er blijkt in dit boek een opmerkelijke coherentie te ontstaan tussen de psychologie, de achterliggende houding van non-conformisme en de weigerachtige communicatie van het hoofdpersonage enerzijds en de vertelstrategie evenals de al even ‘zuinige’ stijl anderzijds.
| |
Poëtica
Er valt zelfs een coherentie tussen die vertelwijze en Hemmerechts' poëtica of romanconcept te onderkennen. In een interview met het weekblad Knack (21-7-1989) zei ze: ‘Voor mij is een verhaal wat de Amerikanen “a slice of life” noemen. Geen conventioneel begin en einde, geen bepaalde plot die afgehandeld wordt, geen mysterie dat wordt opgelost. Je stapt in het leven van mensen en op een bepaald moment stap je er weer uit. Bij wijze van spreken natuurlijk, want ze bestaan niet buiten het boek.’
Zo is het niet te verwonderen dat de lezer van Brede heupen de indruk krijgt dat hij een suite van een drietal of viertal verknipte novellen rond een centraal personage Laura aan het lezen is: ‘slices of life’ rond Jasper, Antonello, Vincent, Elza, Carla, en zo meer. Aan de basis daarvan ligt als poëtologisch concept de weigering om de voorschriften en gebruiken van het traditionele verhaal te volgen. Kristien Hemmerechts verzet zich van nature tegen de traditionele auctoriale vertelinstantie, zelfs tegen een extern vertellende instantie die te veel zou weten of - erger nog - ‘verklaren’. Zij leent een subjectief inkleurend cameraoog bij haar centrale personages, die broksgewijs (om zo te zeggen in de vorm van short stories) rapporteren over wat aan hun (innerlijk) oog voorbijtrekt. Daarachter steekt de poëtica van de nieuwe (of postmoderne?) roman die het concept van verteller en personage evenals de structurering van de chronologie en de ruimtelijke setting grondig wil bijsturen.
| |
Chronologie
Kristien Hemmerechts springt in Brede heupen zeer vrij om
| |
| |
met de chronologie. De lezer kan er na wat speurwerk achter komen dat het primaire verhaalmoment (het ‘heden’) een periode van de zomer 1987 tot ongeveer april 1988 moet omspannen. De chronologie wordt in deze roman immers voortdurend overhoop gehaald, zo zeer zelfs dat de verteller even in de war raakt met Laura's leeftijd: was ze nog 24 toen ze voor het eerst Vincent ontmoette (p. 8), of moest ze dan al niet dik in de 25 zijn, zoals blijkt uit de rest van het vertelde ‘heden’?
De flitsen uit dat ene jaar, rond haar zesentwintigste, geven aanleiding tot tal van retroversies. Meestal gaat het om herinneringen die associatief aaneengeregen worden. Laura stapelt herinneringen op herinneringen, overstappend van de ene levensfase naar de andere. Zo kan de raadselachtige Elza onverhoeds opduiken op elk willekeurig punt van de associatieketen.
Exacte tijdsaanduidingen moet de lezer dientengevolge niet verwachten. Vage verwijzingen (‘Op een dag, Ooit, Toen, Op een ochtend’) volstaan. Zeer verrassend is dan weer een kennelijk ironisch geladen mededeling als de volgende: Vincent penetreerde haar voor het eerst zonder condoom ‘op maandagmiddag twintig voor drie’ (p. 175). De snuggere lezer kan opmaken dat dat eind 1987 moet hebben plaatsgehad.
De roman wordt in onvoltooid verleden tijd verteld, soms afgewisseld met de voltooide vorm maar die tijden worden niet consequent gehanteerd, alsof Laura geen greep krijgt op de relatie tussen ‘heden’ en retroversies. Daarmee ondergraaft de auteur andermaal het traditionele concept voor de chronologie in een verhaal.
| |
Ruimte
Hetzelfde geldt voor de behandeling van de ruimte, die even associatief in kaart gebracht wordt. Laura's herinneringen verspringen onverhoeds van locatie naar locatie. Meestal echter gaat het niet om expliciet beschreven, maar om subjectief beleefde ruimtes. De lezer krijgt weinig informatie over een gegeven uit de ‘werkelijkheid’ als Londen of een kantoorruimte waar Laura werkt in een al even vaag aangeduid baantje. ‘Beschrijvingen’ van ruimtes, steeds vanuit Laura's beleving weergegeven, roepen meer iets innerlijks op dan dat ze iets uiterlijks zouden afbeelden. Het mooiste voorbeeld van zo'n subjectief opgeroepen ruimte is de ‘witte kamer’ in het hotel, waar Vincent wil vrijen met Laura. Daar is alles hygiënisch en klinisch wit, als in een ziekenhuis: de muren, de overgordijnen, het vloerkleed, de donsdeken, de zoldering en het bed (p. 23). Dat is een overduidelijk door de focalisator ervaren ruimte, een beeld tegelijk van de kille, steriele, haast klinische seks van Vincent èn van Vincent als koele kikker. Kristien Hemmerechts ‘beschrijft’ over het algemeen zeer ambigu.
| |
Titel
Vincent, een maniak van fysieke fitness, vindt dat Laura
| |
| |
wat aan haar lichaam moet gaan doen. Hij stuurt haar naar een kapsalon en een schoonheidsinstituut. In een zaak voor dameskleding constateert hij dat ze te brede heupen heeft. Hij koopt rekwerktuigen voor haar en schrijft haar diëten voor. De titel zinspeelt op die tussenkomsten van Vincent, maar hij roept meer nog een van de centrale thema's op: de vrouwelijke lichamelijkheid en, verbonden daarmee, de manier waarop vrouwen seksuele contacten beleven (of ondergaan). De titel kan dan ook verbonden worden met het conflict tussen conformisme en non-conformisme in Laura's gedrag tegenover het andere geslacht: zij zet zich tegelijkertijd af tegen de ‘schoonheidsmythe’, die in de maatschappij rond haar het verkeer van mannen en vrouwen bepaalt, en toch laat zij zich daardoor meeslepen, omdat ook zij de mythische schoonheid van de vrouw wil belichamen. Te brede heupen misstaan haar dus wel - hoe ambigu dat in haar geval moge klinken. Ten slotte spot zij met Vincent en diens poeders en massages en rekwerktuigen, hoewel zij zich toch maar aan die schoonheidscultuur onderwerpt.
| |
Stijl
In de kritiek wordt Kristien Hemmerechts' stijl steevast ‘koel, nuchter, afstandelijk, zakelijk’ genoemd, en terecht. Afstandelijke verslaggeving ligt haar het best. Zij mijdt het uitstallen van emoties; literaire metaforiek in dat verband is voor haar taboe. In een interview met Knack (26-8-1989) zei ze zelf over haar schrijfstijl: ‘Ik zal wel een zeer pragmatisch mens zijn, maar al die franje hoeft voor mij niet. In een vertellende tekst kun je heel veel zeggen door middel van bepaalde beelden, bepaalde personages, zonder in directe commentaar en beschouwingen te vallen [...]. Ik verafschuw clichés. [...] Ik heb geen ander alternatief dan waarnemen en observeren.’ Of in een ander interview (Knack, 20-12-1989): ‘Ik heb een verhaal geschreven: “Woorden”, dat je kunt lezen als mijn programma. Daaruit blijkt een dubbelzinnige houding tegenover de gevestigde taalcultuur. Ik wil me daarin wel integreren, maar tegelijkertijd afstand houden. Vandaar wellicht mijn zuinige zinnetjes.’ Vinden we in dergelijke uitspraken niet het boven vermelde conflict tussen conformisme (‘integreren’) en non-conformisme (‘afstand houden’) terug? En maakt haar stijl ook geen deel uit van een wel heel stevig coherente poëtica?
Haar stijl - evenals haar behandeling van de plot - speelt heel wat vragen naar de lezer toe. Zij suggereert meer dan ze verklaart. Zij kan ergens gewoon halt houden (zoals op het eind van Brede heupen), en de lezer kan de rest aanvullen, zo hij wil. ‘Ik zou zeker niet naar een oplossing toeschrijven’, zei ze. ‘Ik ben meer geïnteresseerd in het puzzelen, in het tonen van de stukken, het weergeven van de complexiteit. Daar heb- | |
| |
ben veel lezers vaak moeite mee. [...] Ook bij mij blijven vele vragen. De puzzel wordt nooit volledig afgemaakt.’ (Knack, 20-12-1989) Naar aanleiding van De aanslag van Harry Mulisch, waar alles verklaard wordt en klopt als een bus, getuigde ze, dat ze zich door de auteur bedrogen voelde: ‘Ik vind het juist adembenemend om dingen te versluieren.’ (Vrij Nederland, 19-3-1988) Dat belet haar niet om soms kluchtig te chargeren en karikaturaal te werk te gaan, zoals, naar haar eigen getuigenis, in het eerste hoofdstuk van Brede heupen, een stuk onvervalste ‘comedy’ (interview in Toestanden, 30-6-1989).
| |
Context
In de context van Kristien Hemmerechts' werk bekeken, bevat Brede heupen een aantal motieven die stilaan constanten in haar werk geworden zijn. Te vermelden zijn: de afwezige vader, de psychiatrische patiënte, isolement en eenzaamheid van het hoofdpersonage, het failliet van het traditionele gezin, de dominantie van lichamelijkheid en seksualiteit in de zelfrealisatie en in intersubjectieve contacten en inerte ‘toeschouwers’-attitude. In die context is Brede heupen een onmiskenbaar Hemmerechts-boek.
Tot de context behoort ook de feministische opstelling van de auteur. Haar feministische ideeën zijn zeker niet agressief en worden ook niet programmatisch of pamflettair in haar verhalen verwerkt. Zij opteert wel voor feministische stellingnamen in verband met het doorbreken van gevestigde rollenpatronen, en in dat opzicht is haar kennismaking met het feminisme in haar persoonlijk leven een bevrijding geweest. Het feminisme heeft haar verlost van een bepaalde inerte volgzaamheid die haar opvoeding haar had ingepompt. Maar ze heeft zich vooral als feministisch auteur willen profileren, ingaand tegen stereotypen en clichés betreffende de vrouw in de literatuur (en vanzelfsprekend daarbuiten). Vandaar dat ze met zo'n indringende attentie unieke vrouwelijke ervaringen zoals menstruatie beschrijf, die in een preutsere literaire traditie meestal werden verzwegen.
| |
Waarderingsgeschiedenis
De meeste recensenten van Brede heupen hebben de intrinsieke artistieke waarde van de roman erkend en geprezen, maar velen lieten niet na te wijzen op een opvallende continuïteit in relatie met het debuut Een zuil van zout. Vooral de zakelijke
| |
| |
‘net geen reportagestijl’ (Willy Copmans) is in de kritieken aan bod gekomen, maar werd helemaal niet als stijlarmoede afgedaan. Hemmerechts bezweert doorgaans het gevaar van zweverigheid, ‘altijd aanwezig als er veel wordt verzwegen’, door haar zakelijke observaties, aldus G.H. Raas in De volkskrant. Niet iedereen kon die verhullende zuinigheid appreciëren. Zo schreef Gertie van den Berghe in Lektuurgids: ‘De schrijfster blijft er omheen draaien: telkens brengt ze nieuwe gegevens met de nodige suggesties aan - maar het wil tussen de regels blijft wit. De roman laat daardoor een weerbarstige indruk en de lezer blijft onvoldaan achter.’ Zoals het geval was met de debuutroman, werd ook de schrijftrant in Hemmerechts' vierde boek in verband gebracht met de Angelsaksische traditie (Jos Borré in De morgen). Over het algemeen werd Hemmerechts' tweede roman vrij gunstig in de pers onthaald. Dat het boek mede in aanmerking werd genomen voor de toekenning van de Driejaarlijkse Gemeenschapsprijs, heeft de waardering van Brede heupen er zeker niet op verminderd.
Voor deze bespreking is gebruik gemaakt van:
Kristien Hemmerechts, Brede heupen. Amsterdam 1989.
| |
| |
| |
Secundaire literatuur
Liesbeth Hobert, Kristien Hemmerechts: ‘Een leven zonder schrijven kan ik mij al niet meer voorstellen’. In: Flair, 27-10-1987. |
Leo de Haes, Kristien Hemmerechts: ‘Ik schrijf over relaties, altijd over relaties’. In: Trouw, 2-6-1988. |
Jooris van Hulle, Het wil tussen de woorden. In: De standaard, 2-7-1988. |
Kristien Hemmerechts, Autobiootje. Zelfportret en documentatie. Antwerpen 1988. |
Jos Borré, Het gewicht van het gewone leven. In: De morgen, 12-5-1989. |
Koos Hageraats, Navrante roman van Kristien Hemmerechts. Het failliet van alle idealen. In: De tijd, 26-5-1989. |
Jooris van Hulle, Hemmerechts' vrouwen. In: De standaard, 27-5-1989. |
Arnold Heumakers, Een middelpunt dat leeg blijft. In: De volkskrant, 9-6-1989. |
Jan Verstappen, Brede Heupen met Kristien Hemmerechts. Doorkijkspiegel kan geen uitzicht bieden. In: Het Binnenhof, 9-6-1989. |
Alfred Kossmann, Brede heupen en verder niets. In: Provinciale Zeeuwse courant, 10-6-1989. |
Gerrit Jan Zwier, Onbestemde Laura. In: Leeuwarder courant, 16-6-1989. |
Marscha van Noesel, Brede Heupen: ooit een normaal mens ontmoet? In: Drentse en Asser courant, 29-6-1989. |
Lisette Keustermans, Gesprek met Kristien Hemmerechts over Brede Heupen. ‘De vrouw doet de bevalling’. In: Toestanden, 30-6-1989. |
Willy Copmans, Wat is normaal, wat abnormaal? In: Nieuwsblad van Geel, 1989. |
Noor Hellmann, ‘Ik benijd de koeien’. Gesprek met Kristien Hemmerechts. In: NRC Handelsblad, 2-11-1990. |
Els Groessens & Jan Lampo, Vrouwen schrijven anders. Kristien Hemmerechts en het verschil. In: De standaard, 10-11-1990. |
Jan Haerynck, Kristien Hemmerechts: ‘Over hetgeen men niet kan spreken moet men schrijven.’ In: De standaard magazine, 5-2-1993. |
lexicon van literaire werken 22
mei 1994
|
|